Beste <<First Name>>,
Heb jij ook altijd in de NT2-les gehoord dat 'er' en 'het' hele belangrijke woorden zijn? Nou, vergeet het maar! ;-)
Stel je voor dat je partner je een sms stuurt met daarin de woorden het, in en bij, wat weet je dan? Helemaal niks!
Maar als je een sms krijgt met huis, brand en buren, zorg je dat je zo snel mogelijk naar huis komt.
Zo is het ook met spraak. Je moet de kleine woordjes natuurlijk wel gebruiken, maar de boodschap hangt af van de woorden die vertellen 'wie', 'wat', 'waar', 'hoe' en 'waarom'.
Stel dat je partner belt en roept: 'HET huis staat IN brand, ik ben BIJ de buren.' waarschijnlijk begrijp je het wel, maar het klinkt heel raar.
Duidelijker is het als hij/zij zegt: 'Het HUIS staat in BRAND, ik ben bij de BUREN.'
Kortom: de belangrijkste woorden zijn de woorden die informatie bevatten. Zorg dus dat je van die woorden de klemtoon goed laat horen.
Zo ben je beter verstaanbaar, ook in lawaai, en ben je prettig om naar te luisteren.
3 tips om beter verstaanbaar te zijn:
- leg meer NAdruk op de beLANGrijke WOORden
- maak een woordenlijst, zoek bij elk woord op waar de klemtoon ligt en oefen deze woorden
- spreek iets langzamer dan je normaal doet maar zeg. niet. elk. woord. apart.