Copy
Eindejaarsbericht Maatwerk

Geachte lezer,

Wat is de beste weg naar economisch herstel? Het kabinet is hier heel stellig in: door het terugdringen van het begrotingstekort. Daarom is dit ook een van de belangrijkste pijlers van het regeerakkoord. Het kabinet wil zes miljard bezuinigen en veel ruimte om hieraan concessies te doen, is er niet. In het Belastingplan 2014 worden de maatregelen uit het regeerakkoord uitgevoerd. Hiertoe zijn verschillende wetsvoorstellen ingediend, die inmiddels op sommige onderdelen alweer zijn gewijzigd of zelfs geheel ingetrokken. In deze nieuwsbrief besteden we aandacht aan de maatregelen die vanaf 2014 van kracht zouden moeten worden, zoals het ineens belasten van ontslagvergoedingen, de verruiming van de vrijstelling schenkbelasting en de mogelijkheid om tijdelijk zonder boete niet opgegeven spaartegoeden alsnog te melden. Daarnaast vindt u een overzicht van de maatregelen uit het begrotingsakkoord van 11 oktober jl. Maar ook andere zaken vragen om aandacht zoals de gevolgen van de modernisering van de ziektewet en de wijziging van pensioenregelingen die nog in 2013 moet zijn doorgevoerd. U vindt dit alles uitgebreid in deze nieuwsbrief.

Wij wensen u veel leesplezier en goede zaken.

Let op gevolgen modernisering Ziektewet

Vanaf 2014 worden werkgevers ook verantwoordelijk voor tijdelijke werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst afloopt, terwijl zij ziek zijn. Nu ‘verdwijnen’ deze werknemers nog in het vangnet van de Ziektewet, maar straks moeten werkgevers daar mogelijk extra premie voor gaan betalen.

Vanaf 1 januari 2014 wordt de nieuwe Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) van kracht. De nieuwe wet heeft vooral gevolgen voor werkgevers die werknemers in dienst hebben van wie de arbeidsovereenkomst eindigt tijdens ziekte, zoals medewerkers met een contract voor bepaalde tijd, zieke oproepkrachten en werklozen zonder WW-uitkering als zij (opnieuw) ziek zijn geworden binnen vier weken na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werkgevers worden ook verantwoordelijk voor de instroom van deze categorie (ex)werknemers in de WIA en gaan een premie betalen die aan deze instroom gerelateerd is.

De BeZaVa stelt vanaf 2014 drie afzonderlijk gedifferentieerde premies vast voor de werkgever, waarvan er twee nieuw zijn:

- een premie Ziektewet welke afhankelijk is van de aan de werkgever toegerekende instroom vangnetters in de Ziektewet;

- een premie Regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) 'flex' welke afhankelijk is van de aan de werkgever toegerekende instroom vangnetters vanuit de Ziektewet in de WGA;

- een premie WGA 'vast': dit is de premie zoals de werkgever die nu betaalt. De WGA-uitkeringen van (ex)werknemers worden maximaal voor 10 jaar aan de werkgever toegerekend. Vanaf 2016 worden beide WGA premies samengevoegd.

Gegevens controleren en beschikking aanvragen
Het UWV stuurt nog dit jaar een brief aan de werkgevers waarin wordt vermeld welke vangnetters in 2012 voor het eerst een WGA-uitkering of Ziektewetuitkering hebben ontvangen. Deze brief is de basis voor de Belastingdienst voor de vaststelling van de premie die werkgevers moeten gaan betalen. Controleert u deze gegevens van het UWV goed en vraag zonodig de beschikking van de concrete werknemer aan. Het opvragen van de beschikkingen kan binnen vier weken na ontvangst van de brief van het UWV. Als de gegevens niet kloppen, kunt u bezwaar aantekenen. Zorg dus dat uw verzuimadministratie up to date is.

Verder is het aan te bevelen dat u nog eens goed kijkt of uw verzuimbeleid aan alle wettelijke eisen voldoet. Gelet op de mogelijke financiële gevolgen hebben werkgevers er belang bij dat zoveel mogelijk ingezet wordt op tijdige re-integratie van zieke werknemers.

Help mijn verliezen gaan verdampen!

Ondernemingsverliezen zijn beperkt fiscaal verrekenbaar. Er geldt een termijn van negen jaar waarbinnen de verliezen verrekend moeten zijn met winsten uit latere jaren. Dit betekent dus dat fiscaal compensabele verliezen uit 2004 uiterlijk verrekend moeten zijn op 31 december 2013. Is verliesverdamping te voorkomen?

Meest voor de hand liggend is winst te maken in 2013. Dit zal niet altijd meevallen in de huidige tijd. Wellicht kan een verwachte fiscale winst 2014 naar het jaar 2013 gehaald worden. Een andere mogelijkheid is om activa waarin een stille reserve zit hoger te waarderen (bijvoorbeeld in plaats van waardering tegen kostprijs, waardering tegen de waarde economisch verkeer). Als de fiscus hiermee akkoord gaat, kan de hierdoor behaalde winst afgezet worden tegen de verliezen waardoor verdamping wordt voorkomen. Fiscaal is het de vraag of een dergelijke vrijwillige herwaardering is toegestaan. Indien u voortaan stelselmatig, van jaar tot jaar, de bedrijfsmiddelen waardeert op de werkelijke waarde, moet het fiscaal toegestaan worden. Er wordt dan namelijk niet beoogd om een ‘eenmalig fiscaal voordeel’ te behalen door te herwaarderen en zodoende verliesverdamping tegen te gaan. Wilt u voorkomen dat compensabele verliezen uit 2004 verdampen, overleg dan tijdig met uw accountant.

‘Gouden handdruk’ direct belast

De werknemer die in 2014 of later een ontslagvergoeding krijgt, moet (volgens een nog goed te keuren wetsvoorstel) direct belasting betalen over deze vergoeding tegen het progressieve tarief (maximaal 52%). Het is dan niet meer mogelijk om de ontslagvergoeding onder te brengen in een stamrecht en gebruik te maken van de stamrechtvrijstelling.

Regeling tot 2014
Als een werknemer bij ontslag recht heeft op een ontslagvergoeding ('gouden handdruk'), dan behoort deze ontslagvergoeding tot het loon. De werknemer kan er voor kiezen om voor de ontslagvergoeding een stamrecht te bedingen. De ontslagvergoeding wordt dan omgezet in een aanspraak op periodieke uitkeringen. Pas vanaf het moment waarop de periodieke uitkeringen worden ontvangen, wordt belasting betaald. Naast uitstel van belastingheffing kan dit een voordeel opleveren als de periodieke uitkeringen in een lagere belastingschijf vallen.

Verval stamrechtvrijstelling
Volgens het wetsvoorstel vervalt met ingang van 2014 de stamrechtvrijstelling. De werknemer die in 2014 of later een ontslagvergoeding krijgt, moet altijd direct belasting betalen over deze vergoeding tegen het progressieve tarief (maximaal 52%). Het nettobedrag verhoogt vanaf het daarop volgende jaar de grondslag voor de vermogensrendementsheffing in box 3.

Wat gebeurt er met bestaande stamrechten?
Voor op 31 december 2013 bestaande stamrechten blijven de huidige regels van toepassing ongeacht waar deze stamrechten zijn ondergebracht. Het blijft dus mogelijk om deze stamrechten te gebruiken voor een periodieke uitkering. Vanaf 2014 wordt ook de mogelijkheid gegeven om het stamrecht in één keer uit te keren zonder heffing van revisierente. Als deze eenmalige uitkering in 2014 plaatsvindt, dan wordt slechts 80% van de uitkering belast (80%-regeling). Nadeel is dat over deze uitkering ineens belasting verschuldigd is volgens het progressieve tarief. Daar staat tegenover dat de uitkering ineens voor de inhouding van de premies Zorgverzekeringwet voordelig kan uitpakken.

Omdat iedere situatie weer anders is, is een algemeen advies niet te geven. Hebt u een stamrechtvoorziening, laat u zich dan ook goed adviseren.

Kassabon kan volstaan bij aankopen tot € 100

Ondernemers kunnen de BTW die is begrepen in ontvangen facturen terugkrijgen. Het recht op teruggaaf bestaat alleen als de factuur alle benodigde gegevens bevat. Zo moeten onder andere de naam van de afnemer en een uitvoerige specificatie van het geleverde worden vermeld. Bonnetjes zoals die van een bouwmarkt voldoen niet aan die eisen. Voor een correcte factuur moet de ondernemer eerst naar de klantenservice. Om dat ongemak te beperken mag voor aankopen die inclusief BTW lager zijn dan € 100 worden volstaan met de kassabon. Uit de bon moet wel duidelijk blijken wat de datum van de aankoop is, wat is gekocht en wie de leverancier is.

Schuld aan uw BV aflossen voor 2014?

Hebt u als DGA een schuld aan uw BV die hoger is dan € 17.500, dan moet u over de schuld rente betalen aan uw BV. Deze rente is bij u niet aftrekbaar maar wordt bij de BV wel belast als winst. Daar staat tegenover dat u de schuld in mindering kunt brengen op uw box 3 vermogen. U kunt rentebetaling voorkomen door in 2013 dividend uit te keren en de schuld (gedeeltelijk) af te lossen. Dividenduitkering is alleen mogelijk als blijkt dat uw BV na de balanstest en uitkeringstoets voldoende uitkeerbare reserves heeft. Over de dividenduitkering is wel 25% belasting verschuldigd bestaande uit 15% dividendbelasting (in te houden en af te dragen door uw BV) en 10% inkomstenbelasting.

Schenking voor de eigen woning

Ouders mogen hun kinderen tussen de 18 en 40 jaar eenmalig een hoge schenking doen waarover geen schenkbelasting hoeft te worden betaald. Deze hoge schenking mag maximaal € 24.676 bedragen. Houdt de schenking verband met de eigen woning van het kind (bijv. aankoop, onderhoud, aflossing eigenwoningschuld) of een dure studie dan is het vrijgestelde bedrag zelfs € 51.407. Op Prinsjesdag is een uitbreiding van deze vrijstelling voorgesteld. Vanaf 1 oktober 2013 mag de hoge schenking ook worden gebruikt voor de aflossing van een restschuld waarmee het kind is blijven zitten na de verkoop van de eigen woning. Daarnaast is voorgesteld de hoge vrijstelling voor de periode van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 verder uit te breiden:

* Het bedrag waarover geen schenkbelasting wordt betaald is verhoogd tot € 100.000.
* De schenking mag ook zijn gedaan door een ander dan de ouders.
* De vrijstelling geldt ook voor schenkingen aan personen jonger dan 18 of ouder dan 39.

De schenking moet wel worden aangewend voor de eigen woning. Is de schenking van de ouders afkomstig, dan komt een eventuele eerdere hoge schenking voor de woning of studie in mindering op de vrijstelling van € 100.000.

De staatssecretaris heeft in een besluit alvast goedgekeurd dat voor schenkingen die worden gedaan in de periode 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013, de hoge schenkvrijstelling kan worden toegepast. Voor schenkingen in 2014 zal het wetsvoorstel eerst door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden aangenomen. Wilt u zekerheid, schenkt u dan in 2013. Vanzelfsprekend zal de ontvanger blij zijn met de schenking. Wel moet men zich realiseren dat voor het geschonken bedrag geen eigenwoningschuld met renteaftrek meer kan worden verkregen. Met de eveneens op Prinsjesdag voorgestelde verdere inperking van de rente aftrek (deze gaat omlaag in stappen van 0,5% per jaar) zal dit nadeel vast niet opwegen tegen de ontvangst van een schenking ineens.

Pensioenregeling, actie in 2013!

In de media is veel aandacht voor pensioenen. Vaak gaat het dan om de betaalbaarheid van de pensioenen, de dekkingsgraad van de pensioenfondsen en een eventuele korting op pensioenuitkeringen. Veel minder aandacht is er voor de veranderingen per 1 januari 2014. Bouwt u pensioen op, of hebt u een pensioenregeling voor uw werknemers, dan is het volgende voor u van belang.

De pensioenrichtleeftijd gaat vanaf 2014 ineens naar 67 jaar (dus niet stapsgewijs zoals bij de AOW). Daarnaast mag er minder pensioen per jaar worden opgebouwd dan nu. Voldoet de pensioenregeling niet tijdig aan deze nieuwe beperkende voorwaarden, dan is de pensioenopbouw vanaf 2014 te hoog. Gevolg hiervan is dat er belasting moet worden betaald van totaal 72% van de commerciële waarde van het pensioen.

Wat te doen? Bent u DGA en bouwt u pensioen in eigen beheer op, dan is het goed eerst te bepalen of de BV de pensioenverplichting kan dragen. Heeft de BV wel voldoende vermogen en is dit vermogen liquide te maken om het pensioen te zijner tijd uit te kunnen keren? Vervolgens is het de vraag of pensioenopbouw nog zinvol is. Hoeveel inkomen wilt u hebben vanaf de pensioendatum en met welke leeftijd wilt u stoppen met werken? Hoe veel pensioen is er al opgebouwd en hebt u andere voorzieningen, zoals pensioen uit een vorig dienstverband, een lijfrente, levensloop of bijvoorbeeld box 3 vermogen? Wat u ook besluit, het formeel vastleggen van de wijziging moet vóór 1 januari 2014 zijn geregeld. Is uw regeling nog niet aangepast, neemt u dan tijdig contact met ons op om dit alsnog te regelen.

Bent u werkgever en hebt u een pensioenregeling voor uw werknemers, dan dient u met de adviseur of de pensioenuitvoerder te overleggen of aanpassing van de regeling nodig is. De pensioenregeling maakt onderdeel uit van de arbeidsvoorwaarden. Voordat u tot wijziging van de regeling kunt beslissen, dienen uw medewerkers akkoord te gaan. Het spreekt voor zich, dat een goede communicatie over de veranderingen hierbij essentieel is.

Hebt u al een aandeelhoudersovereenkomst?

Vaak wordt gedacht dat de statuten van een BV voldoende afspraken bevatten tussen de aandeelhouders van een BV. Toch is het in veel gevallen verstandig om ook een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen.
De aandeelhoudersovereenkomst is een contract tussen de aandeelhouders van de BV, waarin afspraken worden gemaakt over hun onderlinge verhoudingen en samenwerking in de vennootschap. De afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst zijn een belangrijke aanvulling op de statuten die voor elke BV ‘verplichte kost’ zijn.

Nieuwe flexibele mogelijkheden
Sinds 1 oktober 2012 zijn er nieuwe (flexibele) mogelijkheden voor de statuten van een BV bijgekomen door de nieuwe flex-BV wetgeving. Afspraken die voorheen alleen in een aandeelhoudersovereenkomst konden worden vastgelegd, kunnen nu eventueel ook in de statuten worden opgenomen. In de praktijk is het meestal het beste om een combinatie te maken van afspraken in de statuten enerzijds en een aandeelhoudersovereenkomst en directiereglement anderzijds. In een directiereglement worden afspraken over de taakverdeling tussen de directeuren van de onderneming vastgelegd in het geval er meerdere directeuren zijn.

Statuten niet voldoende
Statuten alleen zijn vaak niet toereikend omdat daar geen afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld een situatie van langdurige arbeidsongeschiktheid van een aandeelhouder of directeur. Dat kan dan tot gevolg hebben dat er geen beslissingen genomen kunnen worden in de onderneming of dat er discussie ontstaat over de doorbetaling van een managementvergoeding van een directeur. Ook voorzien statuten vaak niet voldoende in situaties waarin er een conflict of patstelling ontstaat tussen aandeelhouders. De onderneming kan daardoor in een moeilijke situatie terecht komen omdat de besluitvorming is geblokkeerd. Door middel van goede afspraken in een aandeelhoudersovereenkomst kan dit voorkomen worden.

Daarnaast kunnen ook andere onderwerpen in een aandeelhoudersovereenkomst worden geregeld zoals de besluitvorming in het bestuur en de algemene vergadering, het dividendbeleid in de onderneming, exit-regelingen waarbij een verplichte aanbieding van aandelen moet plaatsvinden of bijvoorbeeld een non-concurrentiebepaling. Afhankelijk van de situatie in de BV zijn er nog veel meer mogelijke afspraken te maken.

Maatwerk
Het opstellen van een goede aandeelhoudersovereenkomst vergt maatwerk voor de samenwerkende aandeelhouders (en directeuren). Het zal extra tijd en geld kosten om de afspraken goed te regelen, maar daarbij dient bedacht te worden dat de kosten bij een mogelijk toekomstig conflict tussen aandeelhouders of een patstelling in het bedrijf vele malen hoger kunnen uitvallen. Laat u dus eens adviseren over de mogelijkheden en gewenste afspraken in uw situatie.

Publiceer uw jaarrekening op tijd!

Onder het nieuwe BV-recht is bepaald dat in situaties waarbij de bestuurder tevens aandeelhouder is, de ondertekening van de jaarrekening tevens goedkeuring van de jaarrekening betekent. Hierdoor wordt de publicatietermijn met twee maanden verkort en zullen de publicatiestukken uiterlijk 11 maanden en 8 dagen na afloop van het boekjaar bij het Handelsregister moeten zijn. Dat betekent voor veel BV’s uiterlijk op 8 december 2013. Wilt u een langere publicatietermijn van 13 maanden? Dat is alleen mogelijk als dat in de statuten van de BV is bepaald.

Bij te laat publiceren kunnen de gevolgen best pittig zijn. De Belastingdienst kan (nadat zij hierover is geïnformeerd door de Kamer van Koophandel of door derden) als uitvoerder van de Economische Controle Dienst de BV een boete opleggen. Daarnaast zal bij een mogelijk faillissement de curator de bestuurder van de BV aanspreken op een onbehoorlijke taakvervulling. In juli 2013 heeft de Hoge Raad hierover een belangrijke uitspraak gedaan: “Als er niet tijdig wordt gepubliceerd wijst dit erop dat het bestuur zijn taak niet behoorlijk heeft vervuld”. Het gevolg hiervan is de omdraaiing van de bewijslast, waardoor het bestuur van de BV moet bewijzen dat zij haar taak wel behoorlijk heeft uitgevoerd.

Belangrijkste maatregelen uit begrotingsakkoord

Het kabinet en de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP hebben op 11 oktober een akkoord bereikt over de begroting van volgend jaar. Wat zijn de belangrijkste maatregelen?

* De versoepeling van het ontslagrecht wordt versneld ingevoerd (was 2016, wordt juli 2015).

* Vanaf 1 januari 2015 moeten werklozen passende arbeid onder hun niveau eerder accepteren. Na zes maanden WW wordt alle arbeid als passend aangemerkt.

* In de BPM worden de CO2-grenzen vanaf 2015 verder aangescherpt.

* De geplande verlaging van de motorrijtuigenbelasting gaat niet door.

* De voorgenomen afbouw van de algemene heffingskorting in de vierde schijf gaat niet door.

* De zelfstandigenaftrek blijft gehandhaafd.

* De werkbonus voor werkenden van 61 tot 64 jaar wordt vanaf 1 januari 2015 afgeschaft voor nieuwe gevallen.

* Voor mensen ouder dan de AOW-leeftijd wordt doorwerken aantrekkelijker gemaakt.

* Het verlaagde BTW-tarief van 6 procent voor renovatie en onderhoud blijft heel 2014 van kracht.

* De voorgenomen verlaging van de kinderbijslag gaat niet door.

* Voor kinderopvang komt 100 miljoen extra beschikbaar.

* Schoolboeken blijven ook vanaf 2015 gratis.

* Het tarief van de belasting op leidingwater gaat omhoog. Ook het maximum verbruik van 300m3 waarover wordt geheven, vervalt.

* Bedrijven worden eerder verplicht om 5% van hun personeelsbestand uit arbeidsgehandicapten te laten bestaan.

* De eerste belastingschijf wordt in 2014 verlaagd met 0,75 procentpunt.

* Het box 2 tarief wordt in 2014 incidenteel verlaagd van 25% naar 22%.

* Het gebruikelijk loon van de aanmerkelijk belanghouder mag volgens de huidige wetgeving 30% afwijken van het marktconforme loon. Dit percentage wordt per 1 januari 2015 verlaagd, zodanig dat een besparing van 150 miljoen wordt bereikt.

* De versobering van de Algemene Nabestaandenwet (duur uitkering inperken tot maximaal 1 jaar), gaat niet door.

Levenslooptegoed opnemen in 2013

In 2013 kunt u uw levenslooptegoed ineens opnemen met een fiscaal voordeel. Als u in 2013 het gehele tegoed opneemt, blijft 20% van het tegoed dat op 31 december 2011 op de levenslooprekening stond onbelast. Het restant is wel volledig belast. De verschuldigde belasting wordt verminderd met een levensloopverlofkorting van € 205 voor ieder jaar waarin u tot 1 januari 2012 aan de levensloopregeling hebt deelgenomen.

Voorbeeld Stel u had op 31 december 2011 al zes jaar deelgenomen aan de levensloopregeling en u had op dat moment € 10.000 op uw rekening staan. In 2012 en 2013 is daarbij nog € 3.000 aan inleg en rente bijgekomen. Bij volledige opname in 2013 betaalt u belasting over 80% van € 10.000 plus € 3.000 dus over € 11.000. Als u in het 52% tarief valt betaalt u € 5.720 minus 6 x € 205 (levensloopverlofkorting) oftewel € 4.490 belasting. Van het totale bedrag van € 13.000 houdt u dus € 8.510 over.

Inkeerregeling tijdelijk versoepeld

In het recente verleden heeft het Ministerie van Financiën belastingplichtigen de mogelijkheid geboden om zonder boetes verzwegen vermogens vrijwillig op te biechten en schoon schip te maken. Velen hebben van deze inkeerregeling gebruik gemaakt, maar lang niet iedereen. Financiën probeert nu de notoire zwartspaarders als spijtoptanten over de streep te trekken door de inkeerregeling tijdelijk te versoepelen.

Tot 2 september 2013 kregen spijtoptanten een boete opgelegd van 30% over de nog verschuldigde belasting. Er is nu besloten om tijdelijk van deze boete af te zien. Indien men zich in de periode vanaf 2 september 2013 tot 1 juli 2014 vrijwillig meldt om alsnog belasting te betalen over niet eerder opgegeven bezittingen, zal geen boete worden opgelegd. Er is belasting verschuldigd over maximaal de afgelopen 12 jaar. Na 1 juli 2014 herleeft de inkeerregeling die gold tot 2 september 2013, dus vanaf dat moment geldt de 30% boete weer. Vanaf 1 juli 2015 wordt het boetebeleid verder aangescherpt. De boete bij vrijwillige melding wordt dan 60% van de ontdoken belasting.

Overigens geldt de inkeerregeling niet alleen voor verzwegen bezittingen in box 3, zoals bankrekeningen, effectenportefeuilles en tweede woningen. Voor box 1, zwarte lonen of zwarte winsten, zal bij vrijwillige melding tot 1 juli 2014 geen boete worden opgelegd. Vanaf 1 juli 2014 tot 1 juli 2015 geldt een boete van 10%. Vanaf 1 juli 2015 is deze boete 20%.

Als de Belastingdienst zelf de zwarte gelden of zwarte lonen/winsten ontdekt, gelden zeer zware boetes die kunnen oplopen tot 300% van de ontdoken belasting. Door verdere uitkleding van het bankgeheim en de toenemende gegevensuitwisseling tussen verschillende instanties, wordt de kans op ontdekking steeds groter. Alle reden dus om van de nieuw geboden kans gebruik te maken.

Verruimde willekeurige afschrijving 2013

Voor de periode 1 juli t/m 31 december 2013 geeft de overheid ondernemers een stimulans om meer te investeren. Vanaf 1 juli mag op de aangeschafte nieuwe bedrijfsmiddelen 50% willekeurig worden afgeschreven en ten laste van de fiscale winst over 2013 worden gebracht. De resterende 50% moet ‘normaal’ worden afgeschreven. Deze regeling geldt uitsluitend voor nieuwe, nog niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen. Bedrijfsmiddelen die aan derden ter beschikking worden gesteld vallen buiten de toepassing van deze regeling, tenzij de bedrijfsmiddelen korte tijd worden verhuurd zoals gereedschappen, aanhangers en hoogwerkers. De regeling geldt niet voor gebouwen, woonschepen, personenauto’s (behalve taxi’s), goodwill, octrooien, vergunningenwegen, paden, bruggen, tunnels en bromfietsen/motorrijwielen.

De regeling vereist bovendien dat het bedrijfsmiddel vóór 1 januari 2016 in gebruik moet zijn genomen. Wordt hieraan niet voldaan, dan wordt de willekeurige afschrijving alsnog teruggenomen.

Wordt het bedrijfsmiddel niet direct in 2013 in gebruik genomen, dan is de willekeurige afschrijving beperkt tot het bedrag van de betaling, dat niet meer kan zijn dan 50% van de aanschafwaarde.

Voorbeeld
Op 1 juli 2013 is een bedrijfsmiddel aangeschaft voor € 11.000. De restwaarde is € 1.000. De normale afschrijvingstermijn is 5 jaar. Het bedrijfsmiddel is direct in gebruik genomen.
In 2013 is de maximale willekeurige afschrijving: 50% x € 10.000 = € 5.000
De gewone jaarafschrijving is: € 5.000 : 5 jaar = € 1.000
Afschrijving 2013: € 5.000 + ½ jaar x € 1.000 = € 5.500 Afschrijving 2014 tot en met 2017: € 1.000 Afschrijving 2018: € 500

Zorg voor een sluitende rittenadministratie

Rijdt u in een auto van de zaak, dan moet u een percentage van de catalogusprijs van de auto bij uw inkomen tellen. Als u per jaar minder dan 500 privékilometers met de auto rijdt, hoeft u geen belasting te betalen. Dat lukt alleen als u een gedetailleerde rittenadministratie bijhoudt. De Belastingdienst eist dat u per rit begin- en eindstand van de kilometerteller vastlegt, de datum waarop is gereden, uw vertrek- en aankomstadres, of de rit zakelijk of privé is en de route als u van de gebruikelijke route afwijkt.

Achteraf opstellen rittenadministratie mag niet
U zou in de verleiding kunnen komen om de rittenadministratie achteraf op te stellen om zo onder de grens van 500 privékilometers te blijven. Dit is echter niet toegestaan. De kans dat een achteraf in elkaar gezette administratie wordt doorgeprikt is groot. De Belastingdienst kijkt of de kilometerstanden overeen komen met de Nationale Autopas, met de garagenota’s en de data waarop is getankt. Dat is nog lang niet alles. De Belastingdienst maakt zelf foto’s op plaatsen die doorgaans niet zakelijk worden bezocht, zoals pretparken, meubelboulevards en bepaalde grensovergangen. Ook beschikt de Belastingdienst over de gegevens die de politie met automatische kentekenherkenning (ANPR) verzamelt. Ook verkeersboetes komen in uw dossier terecht. Alle beschikbare gegevens worden vergeleken met uw agenda en uw rittenadministratie. Zijn er verschillen die u niet kunt verklaren, dan moet u alsnog belasting betalen. De belasting wordt verhoogd met een boete van tenminste 50%, die kan oplopen tot 100% van de te weinig betaalde belasting.

Copyright © 2013 Maatwerk, All rights reserved.
Email Marketing Powered by Mailchimp