De doelstelling van deze bijeenkomst was dan ook: elkaar spreken en leren kennen. En daarnaast inventarisering van wat er leeft onder de fokkers en op welk gebied we elkaar nodig hebben, wat er eventueel geregeld of georganiseerd moet worden, e.d.
 
Annemarie Hoenderdos, de rassenvertegenwoordigster van de Wiltshire Horns bij de VSS, nam het woord en belichtte eerst wat statistische gegevens.
Er zijn 35 bij de VSS geregistreerde Wiltshire Horn fokkers. Samen hebben zij ongeveer 273 ooien en 36 rammen die voor de fok worden ingezet. Dat is gemiddeld 7,8 ooi per fokker. De grootste fokker heeft 22 fokooien. In Engeland zijn er fokkers met zo’n 750 ooien.

Daarna werd geïnventariseert wat er leeft onder de fokkers. Het was niet de bedoeling om meteen spijkers met koppen te slaan, maar een start te maken met een nieuwe manier van samenwerken.
Enkele punten die naar voren kwamen waren:
 

• Waar willen we naar toe met de WH? Op welke kenmerken willen we ons focussen: een elegant dier of juist een dier specifiek voor het vlees of……?
• Hoe duidelijk zijn de raskenmerken beschreven? Laten we het zo of gaan we punten aanscherpen of misschien zelf wijzigen?
• Zijn er fokkers geïnteresseerd in het importeren van dieren?
• Hoe zorgen we ervoor dat de WH geshowd op evenementen zoals de jaarlijkse Farm & Country Fair in IJzerlo en de tweejaarlijkse Dag van het Schaap ?
• Kan er een kleine kas gemaakt worden?
• Hoe zit het verder met de promotie van de Wiltshire Horn?
• Waar ligt ons afzetgebied en hoe liggen de prijzen?

Dat ‘rot’ slaat niet alleen op het feit dat het rot voor jou en je schapen is, maar vooral op het rottingsproces van de klauwhoorn en onderliggende weefsel, veroorzaakt door de samenwerking van 2 bacteriën. Gevorderde rotkreupel geeft een specifieke rottingslucht.
Voor de schapen is rotkreupel een ramp. Ze lopen niets voor niets kreupel, de aandoening is zeer pijnlijk. En omdat het zo pijnlijk is, voelen de dieren zich niet goed, eten minder, weerstand gaat achteruit, conditie gaat achteruit, het is een spiraal naar beneden en dat is voor de schapenhouder weer een ramp.
Je mag van geluk spreken als je schapen nog nooit rotkreupel hebben gehad, want het is zeer besmettelijk. Het is dus oppassen geblazen als je een nieuw dier aanschaft. Rotkreupel is een echte ‘insleep ziekte’ en een hardnekkige aandoening.
Sommige schapenhouders lijken nooit af te komen van rotkreupel. Er zijn er zelfs die er vanuit gaan dat rotkreupel onvermijdelijk is, het hoort gewoon bij de schapenhouderij.
Maar rotkreupel geen chronische aandoening. Het is een infectie en infecties kun je bestrijden èn voorkomen, mits je het op de juiste manier aanpakt.

De Nederlandse schapen en geitenfokkersorganisatie, kortweg NSFO, is begonnen met de campagne Roep rotkreupel een halt toe! Want met een goede aanpak, kun je rotkreupel uit je kudde krijgen en houden. Het kost tijd, aandacht en vooral een consequente aanpak. Maar het is de moeite waard.

Ik had dit voorjaar voor het eerst rotkreupel in mijn kudde. Het was meteen ‘explosief’ aanwezig. Binnen 2 dagen liepen alle dieren kreupel. Ik kon wel janken, wat een schrik en wat een akelig gezicht.  Meteen de dierenarts erbij, antibioticuminjecties en CTCspray. Dat leek wel te helpen, maar binnen de kortste keren was het weer terug. Daarna nog veel aangemodderd met CTCspray, ontsmetten en bekappen. Het leek allemaal maar matig te werken.
Ik las dat de NSFO een pilot project rotkreupel gestart was en ik heb me meteen ingeschreven.
Onze aanpak bleek niet helemaal verkeerd, maar toch! Door met het project mee te doen, kreeg ik een andere kijk op bekappen, ontsmetten, weidegang, ophokken, enz. Daar viel echt nog heel veel in te verbeteren. En dat bleek uiteindelijk toch niet zo heel moeilijk te zijn .
We hielden ons, daar waar het kon, aan de voorschriften.  De rotkreupel werd wel minder, maar stak dan na enige tijd weer de kop op. We werden er moedeloos van, want het koste niet alleen veel geld aan medicatie, het kostte ook enorm veel tijd. Toen hebben we ons eigen handelen nog eens onder de loep genomen. Eigenlijk waren we bezig met ‘smokkelen’, daar waar het kòn, pasten we het behandelschema toe. We hebben toen besloten het behandelschema strak op te pakken, dus géén ‘ja maar’ meer.  In eerste instantie was het flink puzzelen hoe we het schema in de dagelijkse praktijk moesten toepassen. Maar kwamen we kwamen er uit.  En tot nu toe ziet het er goed uit, geen schaap heeft meer kreupel gelopen en bij controles hebben we alleen hoefjes met een score 0 aangetroffen.
De ultieme test is in het voorjaar, als het weer warm wordt. Hebben we die naargeestige  ‘rotkreupel’ bacterie kunnen uitbannen?
 
Heeft U rotkreupel in uw kudde? Nu, in de winter, is het dè tijd om rotkreupel aan te pakken! De kuddes zijn op z’n kleinst, en door de lage temperatuur is de besmetting laag.
De NSFO heeft een prima website met goede informatie hoe je rotkreupel het beste kunt aanpakken, nl. www.rotkreupel.nl   Bestudeer het eens een keer.

Met de feestdagen moet je niet te veel handelingen hoeven te verrichten voor het eten, anders kom je zelf niet aan feesten en genieten toe. Maar een lamsbout moet je niet een dag van te voren maken. Het allerlekkerste is een lamsbout als ‘ie zo’n kwartiertje tot 20 minuten voor het opdienen uit de oven komt. Daar heb je dus een strikte tijdsplanning voor nodig. De dag van te voren haal je de bout uit de vriezer en laat ‘em rustig ontdooien. ’s Morgens maak je de bout alvast ‘panklaar’ en later kan de bout zo de oven in.
De bijgevoegde tabel helpt voor het maken van een perfecte tijdsplanning: eerst wegen en uitrekenen hoe lang de bout in de oven moet staan. Vervolgens reken je uit  op welk tijdstip je de bout in de oven moet doen.  En de oventhermometer helpt je bij de 'finishing touch'. Ik zou de thermometer niet meer willen missen. Ik gebruik ‘em nu ook voor kalkoen (ook leuk met kerst), kip, pastei, gehaktbrood, cake, taart, en alles wat groot is en in de oven moet garen.

En hoe ik dit jaar mijn lamsbout klaarmaak voor de feestdagen? Op z’n Engels, met een eenvoudig bijgerecht van geroosterde groenten. Met een verrassend voorgerechtje en een zalig nagerecht naar eigen keuze, wordt het een perfect diner.

Geroosterde lamsbout en groenten (recept voor 6-8 personen)
 

Bereiding
’s Morgens vlees
 

Haal de vliesjes van de knoflookteentjes af en snijd de teentjes in de lengte door. Besteek de bout met knoflook door met een scherp mesje in het vlees te steken en in elk sneetje een knoflookhelft te steken. Leg de bout in een vuurvaste schaal of braadslee. Pel de sjalotten en drapeer deze om de bout. Dek de schaal goed met huishoudfolie (anders stinkt je hele koelkast naar ui en knoflook) en zet het in de koelkast.
Bereken aan de hand van de garingstijd in de tabel hoe laat je de bout in de oven moet zetten.
 

’s Morgens groenten

Schil de bieten en wortels, snijd ze in ‘frietjes’ of ‘blokjes’. De gewone aardappels kun je ook alvast schillen en snijden, maar leg ze dan wel in koud water. Je hoeft de aardappels trouwens niet persé te schillen, met schilletje is ook lekker. Wel even goed schoonboenen. Verwijder de pitten uit de pompoen en snijd de pompoen ook in stukjes. De pompoen hoef je niet te schillen, de schil ‘verdwijnt’ vanzelf tijdens het roosteren. De rode ui schillen en in repen snijden. Alles in aparte bakjes, goed afgedekt in de koelkast zetten.

’s Middags groenten

Als de bout net in de oven staat, maak je de pastinaken en bieten schoon en snijd ze in stukjes. Ongeveer 45 minuten voordat de bout klaar zal zijn, leg je een stuk vetvrij papier op een grote bakplaat. Doe de stukjes aardappel, pastinaak en wortel in een kom en druppel er wat olie over. Schud de blokjes door elkaar zodat de olie zich goed verdeeld. Verdeel de blokjes over de bakplaat. Doe daarna hetzelfde met de blokjes biet. (deze moet je apart doen, anders worden ook de andere groenten rood) Schuif de bakplaat in de oven onder de bout. Na 10 minuten ‘hussel’  je de zoete aardappelblokjes ook door een klein scheutje olie, verdeel deze over de andere blokjes en schuif de bakplaat weer in de hete oven.
Na 10 minuten doe je weer hetzelfde met de pompoen en ui. Als het goed is zijn bout en groenten ongeveer gelijktijdig klaar.

Snijd het vlees dwars op de draad in stevige plakken en serveer uit met de geroosterde groente en geef de ‘jus’ er apart bij. Het is lekker om er nog iets fris bij te serveren zoals koude appelcompote, stoofpeertjes of een groene of witlofsalade.

Nog meer Topdieren bij de VSS!

Zoals jullie hebben kunnen lezen in Ruif nummer 1 , 2 en 3 hebben we vele mooie foto's binnen gekregen van de Topdieren binnen de VSS. Dat zijn de rammen en ooien die bij de inspecties in de zomermaanden 85 punten of meer kregen toegekend. Na al die vele foto's dachten we er wel te zijn. Maar de VSS is nog meer Topdieren rijker. We stellen er in deze Ruif nog 3 aan u voor!

Besloten keuringen
Het overleg van de afgelopen maanden tussen het Ministerie van EZ  en het Platform KSG heeft er toe geleid dat we weer in gesprek zijn over een conceptplan van het Platform om te komen tot een regeling voor besloten keuringen. Wij zijn erg blij dat het ministerie bereid is om gezamenlijk te zoeken naar een oplossing voor besloten keuringen.

Rendac tarieven
We hebben in de afgelopen maanden enkele keren overleg gevoerd over de Rendactarieven 2015.
Op dit moment is het onvermijdelijk dat de verwerkingstarieven zullen stijgen omdat de opbrengsten van vetten en melen (de eindproducten van het destructieproces) sterk zijn gedaald! De bedrijfskosten zijn niet gestegen en de transportkosten zijn iets gedaald zodat de prijzen per stop waarschijnlijk iets lager worden.
Over het geheel betekent dit dat de totale kosten voor de afvoer van één schaap zullen stijgen van  €22,87 naar € 23,71 ( Dit is per stop € 21,70, per schaap € 2,01)
Het organisatiebureau Rebel voert in opdracht van EZ een onderzoek uit naar het destructiestelsel in Nederland.  Het Platform KSG heeft zitting in de werkgroep.

Import fokdieren
Wij hebben in de afgelopen 3 jaar bij het ministerie en bij de fokkerijdeskundigen , die zitting hebben in de SCoFCAH, herhaaldelijk gewezen op de toenemende problemen die onze fokkers ervaren bij de import van fokdieren, met name de import uit Engeland.  Voor veel rassen wordt het erg moeilijk om nog ARR/ARR dieren te vinden, gezien het huidige scrapie-beleid in Engeland en andere Europese landen.
In de TSE werkgroep van SCoPAFF (voorheen SCoFCAH)  heeft vorige maand een interessante discussie plaatsgevonden over de EU aanpak van scrapie.  De Cie. heeft nu voor het eerst aangegeven serieus te willen kijken naar de problemen die bijzondere schapenrassen ondervinden (inteelt) van de strikte voorwaarden voor het intraverkeer voor fokschapen in de TSE verordening. 

De Motie Van Dekken is in de Tweede Kamer aangenomen
Deze motie baart ons zorgen. In deze motie wordt gevraagd om binnen drie jaar een wettelijke verplichting voor gps-apparatuur in veetransportwagens en een centrale database voor verzameling en analyse van de gps-gegevens ter verbetering van de handhaving te realiseren.
Wij hebben contact opgenomen met  het Kamerlid  Tjeerd van Dekken. Hij heeft aangegeven dat het niet de bedoeling is dat alle veewagentjes van niet-bedrijfsmatige houders met GPS apparatuur met een koppeling naar een centrale database moeten worden opgetuigd. Hij schrijft: " ... Mijn motie is natuurlijk meer gericht geweest op de intensive veehouderij, lange afstandstransporten, etc.. "
Het ministerie heeft ons bevestigd dat men de Motie van Dekken ook als zodanig heeft geïnterpreteerd. Men gaat dit alleen verplichten bij het beroepsmatig vervoer. We zullen dit blijven volgen.

Diergezondheidsfonds
Het Platform KSG zet zich in voor stelsel van heffingen dat redelijk en billijk is voor alle schapen- en geitenhouders.  Dit betekent dat, zoals dat ook in de andere diersectoren het geval is, er alleen een heffing per dier plaats vindt.   Zowel bij het ministerie van EZ als bij het Productschap hebben we deze visie herhaaldelijk verdedigd .
Inmiddels is het DGF (Diergezondheidsfonds) overgegaan naar het ministerie van EZ omdat het Productschap per 1 jan. 2015 definitief wordt opgeheven.
Voor 2015 heeft het ministerie besloten om  € 0,78 per schaap/geit te heffen en geen vaste voet van € 25,- .  Deze DGF-heffing  blijft alleen van toepassing voor houders met gemiddeld meer dan 25 schapen en/of  geiten. Ook de overheid zal een bijdrage leveren aan het DGF fonds.  Wij zijn zeer tevreden met deze nieuwe heffingssystematiek , die gunstig en billijk is voor de kleinschalige houders.
Verder verzetten wij ons tegen de afwenteling van de zeer hoge kosten van de Q-koorts tankmelkonderzoeken van de melkgeiten bedrijven op de houders van  NIET-melkgevende schapen en geiten. 

Medicijngebruik
De inspectiedienst NVWA heeft ontdekt dat veel schapen- en geitenhouders het medicijnengebruik van hun dieren niet goed, of zelfs helemaal niet, vastleggen. Het gaat vooral om antibiotica en wormmiddelen.
Het is verplicht dat de houder noteert  hoeveel cc hij toedient aan welk schaap/geit  op welke datum. Dat kan men op een eenvoudige manier registreren op een eigen overzicht of op de kalander. Je moet dit overzicht 5 jaar bewaren. Het is belangrijk dat u uw leden hierop wijst men riskeert hiermee een grote boete.

Als u belangstelling heeft voor meer informatie over het Platform KSG dan kunt u dit bij Jan van der Zanden opvragen (zanden.jpa@tiscali.nl).