Copy
In deze nieuwsbrief: longen en middenrif
View this email in your browser
VRIJDAG 6 maart is er weer een GRATIS KINDER-INLOOPSPREEKUUR Meer weten? Neem contact op of lees de nieuwsbrief juni 2014.
Facebook
Facebook
Website
Website
Email
Email
LinkedIn
LinkedIn
Meer lucht in de longen

Wanneer delen van de longen niet vrij kunnen bewegen of worden belemmerd, kan dit verschillende klachten veroorzaken. Een behandeling met Viscerale Therapie en Geïntegreerde Embryonale Therapie helpt de longen weer te mobiliseren zodat men beter en dieper kan ademhalen.

De mens heeft twee longen, een linker- en een rechterlong. De rechterlong is het grootst en heeft drie longkwabben, de linker heeft er twee. Om de long ligt het longvlies, de pleura. De pleura bestaat uit twee lagen, de pleura visceralis die aan de long vastzit en de pleura parietalis aan de binnenkant van de borstwand. Tussen deze twee vliezen zit wat vocht waardoor ze ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. De long is elastisch en wil van zichzelf inklappen, maar door de onderdruk tussen de longvliezen aan de binnenkant van de borstwand gebeurt dat niet. De long volgt de bewegingen van de borstwand.

De longen zijn via de linker- en rechterbronchie voornamelijk opgehangen aan de bovenste rechterribben. De longtoppen zijn links en rechts via ligamenten verbonden met de eerste rib, de onderste nekwervels en eerste rugwervel. Door deze ophangingen en verbindingen kunnen problemen in de longen grote gevolgen hebben voor de mobiliteit van de nek.
Het ontstaan van de longen

Een ongeboren baby ademt niet door zijn longen, maar krijgt zuurstof via de placenta. Voor de geboorte ontwikkelen de longen zich zodanig dat de baby meteen na de geboorte kan ademen.

In de vierde week van de zwangerschap ontstaan kieuwbogen die later de mond- en keelholte met klieren en de gehoorbeentjes vormen. Ook ontstaat in deze periode de luchtpijp en het strottenhoofd. Een paar dagen later vormt zich een uitstulping, de eerste aanzet tot de longen.
Vanuit de luchtpijp ontstaan twee vertakkingen: één naar de linkerlong en één naar de rechterlong. Beide vertakkingen splitsen zich in steeds kleinere buisjes, de bronchiën. Na ongeveer drie maanden bevatten ze ook enkele bloedvaatjes.

Vanaf week 25 ontstaan de eerste grove longblaasjes, de sacculi. Ze hebben een dikke wand en er lopen al een paar bloedvaten langs. Hieruit groeien de uiteindelijke longblaasjes. Deze longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof wordt opgenomen door het bloed en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide) worden afgevoerd.
Vanaf 24 of 25 weken verandert de binnenkant van de longen. De longcellen gaan nu surfactant produceren. Deze stof zorgt ervoor dat de longblaasjes na de geboorte goed openen bij het inademen en niet dichtklappen bij het uitademen. Pas na week 28 maken de cellen voldoende surfactant om te zorgen dat de longblaasjes mooi open blijven. Ook neemt het aantal longblaasjes steeds toe.
 
Volgroeien van de longen
Tien tot twintig seconden na de geboorte komt de ademhaling op gang op het moment dat de druk rond de thorax verdwijnt. Bij een keizersnede valt de druk rondom de baby weg door het openen van de buik. Het is dus van groot belang dat de baby zo snel mogelijk uit de baarmoeder gehaald wordt om te voorkomen dat de baby vruchtwater inademt. Helaas kan deze snelheid van handelen grote fysieke en emotionele gevolgen hebben voor de baby. De baby krijgt niet de afweerstoffen binnen die het wel krijgt tijdens een natuurlijke geboorte.

Bij de geboorte geeft de baby een schreeuw omdat de ingeademde zuurstof de eerste cellaag van de longen verbrandt. De longen van de baby zijn nog erg kwetsbaar. Vooral als het te vroeg wordt geboren of als de longen niet goed zijn aangelegd. Een baby heeft nog maar een tiende van de longblaasjes die het als volwassene zal hebben. De eerste zes maanden komen er veel longblaasjes bij. Maar het duurt zeker tot na de puberteit voordat de longen helemaal volgroeid zijn.
 
Vroeggeboorte en de longen
We spreken van een vroeggeboorte als de baby voor week 37 ter wereld komt. Sinds de jaren tachtig overleven baby’s die te vroeg geboren zijn steeds vaker. Een mooie ontwikkeling, die helaas wel zorgt voor andere problemen. Hoe vroeger een baby geboren wordt, hoe groter het risico op problemen. De longen zijn dan nog niet ‘af’. Ze bevatten te weinig echte longblaasjes en bloedvaatjes en de longen zijn te klein. Hierdoor krijgt de baby niet genoeg zuurstof binnen. Baby’s die voor de week 28 worden geboren, maken bovendien te weinig surfactant aan waardoor de longblaasjes niet open blijven staan, maar dichtklappen. De achterstand in longontwikkeling, halen baby's ook in de volgende jaren niet meer in. 

 
Behandeling
Wanneer de longkwabben onderling niet vrij zijn, kan dit benauwdheid opleveren. Dit gebeurt vaak op momenten waarbij extra zuurstof nodig is, bijvoorbeeld bij sporten of zware inspanning. Door de longkwabben te mobiliseren en de glijvlakken weer vrij te maken met Viscerale Therapie en Geïntegreerde Embryonale Therapie kan men beter en dieper ademhalen. Vaak hebben darmproblemen een uitwerking op de longen omdat ze qua ontwikkeling nauw verbonden zijn met elkaar.

Ook de ophanging van de longen is een effectieve plek om te behandelen. Omdat de longen aan ribben en nekwervels hangen, kan dit grote gevolgen hebben voor de mobiliteit van de nek. Door de longen en de ophanging te behandelen met Viscerale Therapie en Geïntegreerde Embryonale Therapie kan de mobiliteit van de nek aanzienlijk verbeteren.
De longen zijn ook representatief voor ontplooiing en het innemen van ruimte, zowel fysiek als emotioneel. Dit heeft zeker te maken met grenzen stellen en ‘nee’ durven en kunnen zeggen. Tijdens therapiesessies kunnen deze aspecten aan de orde komen en de onderliggende oorzaken opgespoord en opgelost worden.
Elastisch middenrif voor goed ademhalen

Het middenrif is cruciaal voor onze ademhaling. Veel van onze organen hebben invloed op het middenrif. Wanneer deze organen worden belemmerd zal het middenrif verminderd functioneren. Viscerale Therapie en Geïntegreerde Embryonale Therapie helpen met het opsporen van deze belemmeringen zodat de mobiliteit van de organen verbetert.

Het middenrif (diafragma) is in de anatomie de scheiding tussen borst- en buikholte. Het bestaat uit een grote, platte koepelvormige spier met een centraal peesblad. Boven het middenrif liggen de longen en het hart. Eronder de lever, maag, milt en darmen. In het middenrif bevinden zich twee peesbladen met een opening voor de lichaamsader vena cava inferior die naar het hart gaat, en voor de aorta die van het hart af komt. Aan de achterzijde daarvan bevindt zich de ductus tharacicus, een kanaal dat alle lymfe van de buik en de onderste ledematen vervoert. Het peesblad zorgt ervoor dat de openingen niet kunnen dichtgaan door het samentrekken van het middenrif. Het spiergedeelte bevat een opening voor de slokdarm. Aan de voor- en achterzijde van de slokdarm lopen ook twee zenuwtakken van de nervus vagus door deze opening.

Het middenrif speelt een belangrijke rol bij de ademhaling, omdat het aanspannen ervan de grootte van de borstholte doet toenemen, ten koste van de buikholte. Andere manieren van ademhalen zijn flankademhaling en borstademhaling.
De nervus phrenicus is de zenuw die het middenrif doet samentrekken. Tevens gaat deze zenuw ook naar het hartzakje (zie de nieuwsbrief van februari 2015).
* Voor optimale weergave van dit plaatje, bekijk de nieuwsbrief in de browser, zie de link rechtsboven.
Doordat het middenrif met ligamenten verbonden is met andere organen hebben deze veel invloed op elkaar. Zo is het middenrif verbonden met de longen, ribben en het hartzakje aan de bovenzijde. Aan de onderkant ‘hangt’ de lever aan het middenrif via het ligament falciforme dat helemaal doorloopt via de navel naar de blaas. Door deze verbinding heeft de mobiliteit van de blaas invloed op de lever en de mobiliteit van het middenrif en vice versa. Als de lever niet goed functioneert, heeft dit gevolgen voor de elasticiteit en vitaliteit van het bindweefsel. Het middenrif wordt stugger waardoor je minder diep kunt ademhalen en sneller vermoeid bent.

Een andere belangrijke verbinding is de aanhechting via het ligament van Treitz. Dit ligament loopt van de doorgang van de slokdarm, ingang van de maag naar de overgang van de twaalfvingerige darm naar de dunne darm. Hierdoor kan een slecht functionerende darm gevolgen hebben voor de ruimte van ademhaling. Ook heeft spanning op deze overgang gevolgen voor het sluiten van de ingang van de maag met als gevolg oprispingen en brandend maagzuur (reflux).


Behandeling
Door de lever te behandelen met Viscerale Therapie en Geïntegreerde Embryonale Therapie verbetert de elasticiteit van het middenrif waardoor de ruimte om te ademen wordt vergroot.
Als de doorgangen voor de aorta, vena cava, nervus vagus en slokdarm door het middenrif niet flexibel genoeg zijn, heeft dit gevolgen voor bloeddruk, reflux en informatieuitwisseling tussen organen en hersenen via nervus vagus.
 

De hik is een periodieke onwillekeurige contractie van het middenrif.
Door de nervus phrenicus te masseren op de halsspier, net boven het sleutelbeen, onderdruk je de hik.

 
Voorgaande nieuwsbrieven
Share
Tweet
Forward
Copyright © 2015 Lourenz Nienhuis, Praktijk voor Cranio Sacraal Therapie en Viscerale Therapie, All rights reserved.


unsubscribe from this list    update subscription preferences 

Email Marketing Powered by Mailchimp