Uitspraak van de maand door Thijs van Lierop
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Is de bewindvoerder aansprakelijk voor het niet aanvragen van kwijtschelding van de gemeentelijke belasting indien de onderbewindgestelde hiervoor in aanmerking komt? Is hij aansprakelijk voor het niet aanvragen van de bijzondere bijstand met betrekking tot de kosten van bewindvoering? Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt op 18 april 2017 van wel. Het al dan niet bestaan van voldoende saldo op de rekening speelt hierbij geen rol. Verder is de voormalige bewindvoerder aansprakelijk voor het, na zijn ontslag, betalen van zijn eigen rekening terzake de gemaakte kosten van het bewind. Het feit dat hierdoor de vaste lasten door de opvolgend bewindvoerder niet meer tijdig betaald kunnen worden, valt de voormalige bewindvoerder aan te rekenen. Het stond de voormalige bewindvoerder na zijn ontslag als bewindvoerder niet meer vrij om over het saldo van de bankrekening van de onderbewindgestelde te beschikken. Hij had op zijn minst met de opvolgend bewindvoerder moeten overleggen over de daardoor ontstane betalingsproblemen.
Het gerechtshof is dus duidelijk: de hoofdtaak van een bewindvoerder is het beheren van alles wat onder bewind is gesteld. Tot de gewone werkzaamheden tijdens het bewind behoort ook het regelen en ordenen van de financiële huishouding van de rechthebbende. Hieronder valt bijvoorbeeld belastingaangifte doen, maar ook het aanvragen van (bijzondere) bijstand, toeslagen of kwijtscheldingen. Van de bewindvoerder wordt daarin een actieve houding verwacht. Doet hij dat niet, schiet hij toerekenbaar tekort in de financiële zorg die van hem als goed bewindvoerder mag worden verwacht.
De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat het betalen van de eigen rekening voor bewindvoering niet ten koste mag gaan van het voldoen van de vaste lasten. Betaling van de vaste lasten prevaleert. Dat hierdoor de kosten van het bewind doordat de gemeente niet voorziet in bijzondere bijstand, niet kunnen worden betaald, komt voor risico van de bewindvoerder. Op dat moment wordt de bewindvoerder schuldeiser van de onderbewindgestelde. Dit kan uiteraard wel reden zijn om ontslag als bewindvoerder of om opheffing van het bewind te verzoeken. Het is dan niet meer zinvol om het bewind voort te zetten. Niemand hoeft voor niets te werken.
Lees hier de hele uitspraak.
|