Copy
Facebook
Twitter
Website
Email
Save the date: Research on Stage 2017
Het mooie uitzicht op Brussel vanuit onze locatie
Onze Research on Stage vindt ook dit jaar weer plaats in de wondermooie Skyroom van de Koninklijke Bibliotheek van België. We verbinden kinderrechten met het thema diversiteit. Blokkeer alvast 26 oktober 2017 van 9u tot 13u in je agenda!
4 tips om jongeren bij jouw beleid te betrekken
In 2016 ontwikkelde het Kenniscentrum Kinderrechten een reflectietool die beleidsmakers helpt na te denken over hoe jongeren meer betrokken kunnen worden in hun domein. Door het onderzoek leerde KeKi zelf heel wat dingen bij. We selecteerden vier van onze nieuwe inzichten om met jullie te delen.

1. De manier waarop volwassenen denken over jongeren vormt vaak de grootste drempel voor jongerenparticipatie

Beleidsmakers die participatief willen werken, stoten vaak op heel wat drempels. Vaak situeren die drempels zich niet in een gebrek aan methodieken of regels, maar in overtuigingen of houdingen die onderliggend in de samenleving aanwezig zijn. Maatschappelijke beelden over kinderen en jongeren beïnvloeden ons handelen onbewust, terwijl die niet altijd overeenstemmen met de realiteit.

Reflecteer met je collega's over welke veronderstellingen jullie beleid naar jongeren toe beïnvloeden en je zal verrassende resultaten krijgen. De vragen die KeKi voor het reflectie-instrument ontwikkelde, helpen je op weg.

2. Een kinderrechtenbril kan jouw reflectie verrijken

Een kinderrechtenperspectief zorgt ervoor dat je sociale rechtvaardigheid en waardigheid voor kinderen en jongeren nastreeft. Kinderrechten werken emancipatorisch. Vraag jezelf dus niet alleen af hoe je kinderen kan betrekken bij jouw beleidskeuzes, maar ook welk hoger doel je voor ogen houdt.

Zorgt je beleidsparticipatieplan er bijvoorbeeld voor dat kinderen als volwaardige burgers kunnen deelnemen aan de samenleving? Lost je plan onevenwichtige machtsverhoudingen tussen volwassenen en kinderen, en tussen kinderen onderling op? 

3. Reflecteren over jongerenparticipatie is een circulair proces

Als je aan participatie wil doen, ga je een leerproces aan dat inspanning, ruimte, tijd en evaluatie vraagt. Participatie staat of valt met een kritische basishouding die het proces steeds opnieuw in vraag stelt.

Zowel voor, tijdens als na je traject bekijk je welke hindernissen je tegenkomt en hoe je deze kan overwinnen. Door te reflecteren over het opzetten, doorlopen en afronden van een participatieproces, kan dit proces op verschillende manieren versterkt worden.

4. Blijf niet in je eigen hokje zitten!

Diensten, praktijkwerkers en organisaties kunnen heel wat leren van elkaar. Daarom stelden we een lijst met inspirerende praktijken op.

Het is belangrijk om te benadrukken dat jongerenparticipatie niet enkel beleidsmakers of jeugd- en welzijnsorganisaties aanbelangt. Iedereen die onze maatschappij vormgeeft beïnvloedt de rechten van kinderen en jongeren. Ook als je bijvoorbeeld bezig bent met mobiliteit, huisvesting, ruimtelijke ordening of internationale betrekkingen.

Wil je graag onze professionele hulp bij het reflectieproces van jouw organisatie? Stuur een mailtje naar sara.lembrechts@keki.be.

 
Download het reflectie-instrument
KeKi zkt. enthousiaste stagiair (x/v/m) die samen vakantie wil doorbrengen
Kenniscentrum Kinderrechten zoekt een student die zomerstage wil komen volgen. Je ondersteunt de stafmedewerkers bij de analyse van het Vlaamse onderzoek in de kinderrechtendatabank. Interesse in kinderrechten en is onderzoeksmethodologie je sterkte? Stuur dan zeker een mailtje naar sara.lembrechts@keki.be!
Lees de volledige vacature!
Bescherming mag niet leiden tot afscherming: strengere privacyregels van de EU staan op gespannen voet met kinderrechten
De 'Algemene verordening Gegevensbescherming' wil de privacy van min 16-jarigen beschermen. Daartoe verplicht ze digitale media die gegevens uitwisselen om eerst ouderlijke toestemming te vragen alvorens jongeren een account kunnen maken.  KeKi schreef er recent een beleidsadvies over. Hier lees je alvast vier redenen waarom het beter kan.

1. De wetgeving sluit kinderen en jongeren potentieel uit


De Verenigde Staten introduceerde in het verleden met COPPA al gelijkaardige wetgeving voor jongeren onder de 13 jaar. Dit heeft er echter toe geleid dat grote internetbedrijven met marktmonopolies (zoals Google en Facebook) deze jongeren verhinderen om een account aan te maken. Ouderlijke toestemming controleren zou immers te moeilijk zijn.

Er is veel kans dat de aangepaste EU-wetgeving er toe zal leiden dat die leeftijdsgrens voor verschillende kanalen naar 16 jaar opgetrokken wordt.

2.  De wetgeving bereikt niet noodzakelijk zijn doel maar heeft wel grote gevolgen voor participatierechten

Onderzoek van Apestaartjaren (2016) wijst uit dat 38% van de 9- tot 12-jarigen en 77% van de 13- tot 16-jarigen in België actief is op sociale media. Onder andere Facebook, Snapchat en Instagram zijn voor hen belangrijk. Kinderen onder de 13 geven hiervoor vaak een valse leeftijd op, wat het idee van de beschermingsregels teniet doet.

Bovendien kunnen digitale media ook kinderrechten helpen verwezenlijken. De online wereld kent niet enkel risico's: kinderen en jongeren tonen via deze weg ook hun blik op de wereld. Hen afsluiten van dit deel van de maatschappij staat haaks op hun participatierechten. Media-aanbieders hebben een sociale rol te vervullen. Het is dus belangrijk dat beleidsmakers verder denken dan beschermingsrechten.

3. Online weerbaarheid moet je leren

Onderzoek wijst uit dat de meeste jongeren in staat zijn om op een gezonde manier om te gaan met online risico's. Maar om weerbaarheid te ontwikkelen moet je kunnen leren uit je fouten in een omgeving die je daarbij ondersteunt.

Mediaplatformen die jongeren toegang ontzeggen doen het omgekeerde. Door deze zwart-wit benadering worden jongeren verhinderd om van jongs af aan om te leren gaan met de digitale wereld, terwijl die net zo belangrijk geworden is als de offline wereld. Op het moment dat kinderen dan de juiste leeftijd bereiken - of over hun leeftijd liegen - worden ze  aan alle risico's ineens blootgesteld. 

4. De regelgeving legt een te grote verantwoordelijkheid bij ouders

Ouders zijn vaak niet beter geïnformeerd over online risico's en privacyvoorwaarden dan hun kinderen. Het is niet juist om te veronderstellen dat alle ouders goed genoeg opgeleid zijn om gevolgen van online gedrag voldoende te kunnen inschatten.

Verplichte ouderlijke toestemming leidt in de meeste gevallen dus niet tot een betere online bescherming van kinderen. Beter is het om met grote onlinebedrijven een model overeen te komen dat kinderen en jongeren geleidelijk aan en beter begeleid laat deelnemen op het internet.
Download ons uitgebreid rapport
Opvallen(d) op het web: 8 tips voor meer diversiteit in de media
Bestaat er een kloof tussen journalisten en jongeren met een migratieachtergrond? Met deze vraag trokken de onderzoekers van Stampmedia naar jongeren en journalisten. Naast een uitgebreid rapport vertaalden de onderzoeksresultaten zich in acht leuke filmpjes met tips voor journalisten

Het belang van dit onderzoek wordt gedragen door eigen studies binnen KeKi. In 2014 stelden we in een studie vast dat de zelfwaardering van jongeren correleert met de beelden die ze te zien krijgen in media. Het is daarom belangrijk dat zij een genuanceerd beeld van de samenleving te zien krijgen.
Herlees ons onderzoeksrapport
Over KeKi

Het Kenniscentrum Kinderrechten wil dat kinderen en jongeren opgroeien in een rechtvaardige en solidaire samenleving met respect voor ieders menselijke waardigheid. KeKi ziet kinderrechten als een hefboom om sociale verhoudingen te veranderen. Een reflecterende dialoog over kinderrechten staat daarbij centraal.
Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list






This email was sent to <<Emailadres>>
why did I get this?    unsubscribe from this list    update subscription preferences
Kenniscentrum Kinderrechten · Kon. Maria Hendrikaplein 5/201 · Gent 9000 · Belgium

Email Marketing Powered by Mailchimp