Copy
nummer 2, juni 2015
View this email in your browser

Bezoek staatssecretaris werpt vruchten af

Korte terugblik met burgemeester Jac Klijs


In de berichtgeving over het recente bezoek van staatssecretaris Mansveld aan Halderberge overheerste vooral ‘teleurstelling’. Maar burgemeester Jac Klijs van Moerdijk, voorzitter van de stuurgroep Basisnet Spoor, kijkt ook naar de positieve resultaten. “Onze acties hebben meer opgeleverd dan je misschien zou denken.”
Op 20 april was staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur & Milieu te gast in het gemeentehuis van Halderberge. Tijdens een uitvoerige presentatie kreeg zij te zien en te horen hoe er in Moerdijk, Halderberge en Roosendaal wordt gedacht over de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor door deze gemeenten. Naast de burgemeesters van de drie gemeenten en de Veiligheidsregio leverden ook bewoners hun bijdragen. Daarbij ging het behalve over de risico’s ook over leefbaarheidaspecten als geluid en trillingen. En uiteraard werd stilgestaan bij de financiële schade die sommige huizenbezitters direct aan het spoor ondervinden als gevolg van de Wet Basisnet. Onder de noemer ‘Ons spoor naar de toekomst’ leidden de diverse sprekers de staatssecretaris langs de problematiek. Eigenlijk willen Moerdijk, Halderberge en Roosendaal maar één spoor naar de toekomst: een rechtstreekse verbinding tussen de Randstad (Kijfhoek) en Antwerpen/Vlissingen buiten de woonkernen om; ook wel een ‘dedicated goederenspoorlijn’ genoemd.

Leefbaarheid
“Over die dedicated goederenspoorlijn deed de staatssecretaris geen enkele toezegging”, blikt Jac Klijs terug. “Daar was ze duidelijk in. Zoals ze op veel onderwerpen concreet en uitvoerig inging. Dat vind ik sowieso al de winst van haar bezoek. Het is alleen jammer dat de dagen erna het verhaal over het spoor om de kernen heen een beetje is blijven hangen. De staatssecretaris heeft namelijk best een paar openingen geboden. En ook uit de contacten daarna met het ministerie blijkt dat onze acties hun vruchten beginnen af te werpen. Zo wil men serieus gaan kijken naar de leefbaarheidproblemen. We hebben inmiddels een afspraak dat de gemeenten hun onderzoek afronden naar de gevolgen op het gebied van geluid, trillingen en overwegen. ProRail doet ook onderzoek en rondt dat deze zomer af. Daarna leggen we alles bij elkaar en hebben we een goed beeld. Daar betrekken we ook onze inwoners bij.”

Schaderegeling komt in zicht
De burgemeester is ook optimistisch over de schaderegeling voor huizenbezitters dicht aan het spoor. “We hebben inmiddels de toezegging dat de staatssecretaris bereid is om met de drie gemeenten afspraken te maken over de vergoeding van de planschade. Huizenbezitters hoeven straks niet elk een procedure via hun gemeente te volgen. De inzet wordt dat we de claims als gemeenten gezamenlijk bij het ministerie kunnen neerleggen. Daarvoor moeten we dan snel aan de gang met onze bestemmingsplannen. Ook hieraan wil het ministerie meewerken en betalen.”

Deuren op een kier
Volgens Klijs staan er in Den Haag nog diverse deuren op een kier. “Er is in elk geval niet afwijzend gereageerd op onze opmerking dat we voor de maatregelen ter verbetering van de zelfredzaamheid en hulpverlening misschien een extra bijdrage van het rijk vragen. Dus bovenop de 5 miljoen euro die al is toegezegd. En zelfs het spoor om onze kernen heen is wat mij betreft nog niet definitief van de baan. In elk geval hebben we weer een kans, wanneer in 2018 het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport wordt geëvalueerd. Dus moeten we ons huiswerk blijven maken.”

Waar blijft de brief?
De burgemeester zit overigens nog wel te wachten op huiswerk van de staatssecretaris. “Zij heeft op 20 april onderstreept erg te hechten aan goed overleg en betere samenwerking. Ook de communicatie is volgens haar voor verbetering vatbaar. Het ministerie zou alle bewoners in de spoorzone een brief sturen. Maar die heb ik nog niet gezien.”

Burgemeester Jac Klijs is voorzitter van de stuurgroep waarin de gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant intensief samenwerken aan de veiligheid, zelfredzaamheid en leefbaarheid rond het spoor.

Toch minder treinen!

Als het ministerie van Infrastructuur & Milieu doet wat ze zegt, zou de voorziene stijging van de hoeveelheid vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor wel eens lager kunnen uitvallen. Nu is het zogeheten ‘vervoersplafond’ (het maximum) voor 2020 wettelijk vastgelegd op 50.000 ketelwagons per jaar. De gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal pleiten al langer voor verlaging van dit plafond. Ze zetten onder andere vraagtekens bij de berekeningen door het ministerie van de vervoersstromen in de richting van Antwerpen en Vlissingen. Ook de hoeveelheid transportbewegingen tussen Roosendaal en Lage Zwaluwe (voor het zogeheten ‘kop maken’) zou met 5.000 ketelwagons omlaag moeten. Het ministerie heeft eind vorig jaar al laten weten dat het vervoersplafond inderdaad omlaag zou kunnen: met maar liefst 12.000 ketelwagons per jaar. Dat betekent een vermindering ten opzichte van het nu geldende plafond van bijna 25 procent. Bij de eerstvolgende wijziging van de Regeling Basisnet zou dit geregeld moeten worden. Die wijziging zou volgens de verwachting van het ministerie in de loop van 2015 in procedure moeten komen.

Meer duidelijkheid over schade

Er zit schot in de schaderegeling voor de huizenbezitters aan het spoor. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft toegezegd afspraken te willen maken over een planschaderegeling, waarbij niet iedere huizenbezitter afzonderlijk een procedure hoeft aan te spannen. Dat zou betekenen dat de gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal elke schadeclaim bij het ministerie moeten neerleggen. In plaats daarvan mogen de gemeenten straks de totale schade verhalen op het ministerie. Daarom laten de gemeenten nu eerst een onderzoek uitvoeren naar alle gevallen van planschade en verkoopschade. Met dit onderzoek is Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) uit Rotterdam inmiddels begonnen. Het onderzoeksbureau maakt gebruik van de inventarisaties die de gemeenten eerder hebben uitgevoerd. Er volgen ook nog contacten met bewoners. De onderzoeksresultaten zullen naar verwachting na de zomer bekend zijn. Daarna maken de gemeenten afspraken met het ministerie over hoe de schade wordt vergoed.
Het ministerie heeft op aandringen van de drie gemeenten ook de regeling verruimd voor de mogelijke sanering van woningen binnen de zogeheten veiligheidszone (12-18 meter) aan het spoor. Behalve de woningen zelf komen ook aanbouwen en bijgebouwen die een woonfunctie hebben, voor de regeling in aanmerking.
De drie gemeenten willen snel aan de gang met het hun bestemmingsplannen, zodat ze de ruimtelijke gevolgen van de Wet Basisnet kunnen vastleggen. Des te eerder kan de plan- en verkoopschade worden geregeld. Of het ministerie meebetaalt aan de kosten van de bestemmingsplanherzieningen, is nog onderwerp van bespreking.

 

Hoe zelfredzaam zijn we eigenlijk?

Onderzoek Stationsbuurt Roosendaal
 

Veiligheid en zelfredzaamheid zijn de speerpunten in het actieprogramma voor de spoorzones in Moerdijk, Halderberge en Roosendaal. Maar hoe zelfredzaam zijn we eigenlijk als bewoners? Weten we wat ons te doen staat, wanneer zich onverhoopt een incident met gevaarlijke stoffen op het spoor voordoet? De eerste antwoorden komen uit de Stationsbuurt in Roosendaal. Er is nog veel werk aan de winkel.
Het initiatief kwam van de bewoners zelf. Betrek ons bij de plannen die nodig zijn om in actie te komen wanneer er gevaar dreigt, is de gedachte. De GHOR Midden- en West-Brabant, die bij grote ongevallen de hulp coördineert, pikte het signaal uit de Stationsbuurt op. “Het is inderdaad van belang om te weten hoe het is gesteld met de zelfredzaamheid van bewoners”, aldus staffunctionaris Ketenzorg Ineke Welschen. “Zijn die zich bewust van de mogelijke risico’s en weten ze hoe te handelen wanneer er sprake is van een reëel gevaar? Maar ook: in hoeverre zijn bewoners samen zelfredzaam? Weten ze van elkaar wie hulp nodig heeft of hulp kan bieden?” Met deze vragen gingen twee communicatiestudenten van Avans Hogeschool op pad. Aan hun schriftelijke enquête heeft ruim 30% van de 300 huishoudens meegedaan. De uitslag geeft alle aanleiding tot vervolgstappen.
Stof tot nadenken
Zo op het oog lijken de bewoners van de Stationsbuurt wel te weten wat hen te doen staat bij een treinongeval met gevaarlijke stoffen. Tweederde van de deelnemers aan de enquête geeft aan zich te kunnen redden. Maar bij doorvragen ontstaat een ander beeld. Ruim driekwart weet namelijk niet wat men op dat moment kan doen. Ineke Welschen heeft daar wel een verklaring voor.
“De eerste gedachte van mensen is vaak dat ze zich bij een ongeval met gevaarlijke stoffen in veiligheid moeten brengen. Maar wat dat dan precies inhoudt, bijvoorbeeld binnen blijven en de mechanische ventilatie uitzetten, is ze niet helemaal duidelijk.” Ook de antwoorden op de vragen die te maken hebben met het samen zelfredzaam zijn van de Stationsbuurt, geven stof tot nadenken. De meeste ondervraagden weten waarschijnlijk niet waar mensen in hun buurt wonen, die bij een incident hulp nodig hebben. Ook is bij de meeste bewoners niet bekend of en waar er mensen wonen die in dat geval hulp kunnen bieden. Bijvoorbeeld omdat ze een EHBO diploma hebben of bedrijfshulpverlener, verpleegkundige of arts zijn. “Terwijl volgens dezelfde enquête blijkt dat bij circa 20% van de huishoudens die hulpbehoefte wel degelijk aanwezig is”, aldus Ineke. “Dat kan te maken hebben met een lichamelijke beperking van bewoners, maar ook met bijvoorbeeld taalachterstand. Overigens komt die 20% overeen met de landelijke cijfers die het Rode kruis hanteert.”

Risicocommunicatie
Ineke constateert dat er in de Stationsbuurt in Roosendaal nog veel werk te verzetten is. “We moeten sowieso, samen met de gemeente en Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, de risicocommunicatie aanpakken. Het gaat om bewustwording van de risico’s die te maken hebben met het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Ook het handelingsperspectief voor bewoners krijgt daarbij de aandacht. Wat kunnen ze zelf doen wanneer er gevaar dreigt? En we moeten werk maken van het samen zelfredzaam worden. Dat doen we uiteraard in overleg met de buurt.” Volgens Ineke is de inzet van bedrijfshulpverleners die in de buurt wonen, daarbij een van de aandachtspunten. “Ruim 15% van de geënquêteerden geeft aan een opleiding daarvoor te hebben, maar de vraag is of de standaard opleiding voldoende kennis biedt over wat te doen bij incidenten met gevaarlijke stoffen.”

De eerste vervolgstap die in de planning zit, is een bijeenkomst met de buurtbewoners die in de enquête hebben aangegeven daarvoor belangstelling te hebben.

Leefbaarheid op agenda

Als het aan de gemeenten ligt, komt er behalve voor de veiligheid en zelfredzaamheid ook aandacht voor de gevolgen die de toename van het spoorvervoer heeft voor het geluid, trillingen en het vaker dicht zijn van overwegen. Maar de gemeenten gaan niet zelf over die leefbaarheidaspecten. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu, ProRail en andere instanties zijn daar verantwoordelijk voor en moeten dus willen meewerken. Het liefst willen de gemeenten dat de leefbaarheid tegelijk wordt aangepakt met de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen. ‘Werk met werk’ maken noemen ze dat. Dat hebben ze ook aangekaart tijdens het bezoek op 20 april jl. van staatssecretaris Mansveld.
Sindsdien zit er enig schot in de procedures die nodig zijn om de leefbaarheid echt op de agenda te krijgen. ProRail heeft toegezegd om na de zomer met de gemeenten te kijken naar de geluidsproblematiek. Eventuele maatregelen worden dan gecombineerd met de fysieke maatregelen op het gebied van veiligheid die de gemeenten vanaf volgend jaar gaan uitvoeren. In de loop van het najaar wordt bekend om welke maatregelen het gaat. Ook de maatregelen die nodig zijn om de trillingeffecten tegen te gaan, komen dan in beeld. Trillingen en geluid hangen vaak met elkaar samen. De gemeenten laten de komende maanden trillingsmetingen verrichten. Tevens wordt dan berekend met welke trillingen rekening moet worden gehouden bij de voorziene toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Voor de aanpak van de problematiek rond de overwegen en de financiering hiervan wordt na de zomer een aanvraag ingediend bij het ministerie van Infrastructuur & Milieu. Concreet gaat het om de overwegen Hazeldonkse Zandweg in Zevenbergen, Bosschendijk in Oudenbosch en Gastelseweg en Kade-Markt in Roosendaal. Bij de oplossingen gaat het overigens niet om ondertunneling van de overwegen. Er wordt vooral gedacht aan maatregelen als herinrichting en het weren van doorgaand verkeer.

Elkaar snel waarschuwen?
Het werkt!

Goede ervaringen CBIS doorvertalen naar het spoor
 

Op Haven- en Industrieterrein Moerdijk ontdekken steeds meer bedrijven de voordelen van een snel waarschuwingssysteem wanneer er gevaar dreigt. Dat doen ze met CBIS: het Calamiteiten Bedrijfshulpverlener Informatie Systeem. En het werkt.
Er zitten nogal wat bedrijven op het haven- en industrieterrein die met gevaarlijke stoffen werken. Die doen er alles aan om de risico’s die daaraan verbonden zijn, zo klein mogelijk te houden. Maar elk risico uitsluiten bestaat niet. Dus is het van het grootste belang om de veiligheid te waarborgen, wanneer er iets mis gaat. Er werken bovendien meer dan 10.000 mensen ‘op Moerdijk’. Die moeten weten wat er aan de hand is, of zo nodig een veilig heenkomen kunnen zoeken, wanneer er gevaar dreigt. Wat kun je dan beter doen dan elkaar razendsnel informeren? Met CBIS kan dat.

Informatie in één oogopslag
CBIS is een moderne webapplicatie die twee kanten op werkt. In het systeem zit de informatie van bedrijven die bepaalde risico’s kunnen veroorzaken. Wanneer zich bij een van die bedrijven een incident voordoet, zorgt dat bedrijf voor een melding naar CBIS. Het systeem herkent het bedrijf en de mogelijke gevaren die het incident kan veroorzaken. Bovendien wordt aan de hand van de weersomstandigheden meteen duidelijk waar de dreiging het grootst is. Bijvoorbeeld als gevolg van de windrichting op dat moment. Vervolgens zorgt CBIS ervoor dat alle bedrijven die zijn aangesloten, een melding van het incident krijgen. De bedrijfshulpverleners krijgen zowel een e-mail als een SMS bericht. Daarin zien ze in één oogopslag om wat voor een incident het gaat, wat de eventuele gevolgen kunnen zijn en of hun bedrijf, en dus hun werknemers in de gevarenzone zitten. Met die melding kunnen ze bepalen of ze in actie moeten komen en wat hen dan te doen staat.

Eerste ervaringen
Voor echte ervaringen met CBIS heb je, helaas, echte incidenten nodig. Zoals in mei van dit jaar de brand bij Remondis Argentia. Door de melding van dat incident naar CBIS waren binnen vijf minuten zo’n 200 bedrijfshulpverleners op de hoogte. Hun bedrijven waren dus al aangesloten op het systeem. Dat geldt nog niet voor alle bedrijven die op het haven- en industrieterrein gevestigd zijn. De teller staat op dit moment op bijna de helft. De gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant blijven bedrijven stimuleren om zich aan te sluiten.

Veiligheidsdashboard
Wat met CBIS kan voor bedrijven en hun werknemers, moet ook kunnen voor bewoners. Ook voor bewoners van de spoorzones in Moerdijk, Halderberge en Roosendaal. Dus wordt er hard gewerkt aan een bewonersvariant van CBIS: het veiligheidsdashboard. Ook dit systeem moet gaan werken als een webapplicatie. Naar verwachting is tegen het einde van het jaar het eerste prototype van het veiligheidsdashboard gereed. Daar moet vervolgens nog flink aan worden geschaafd. De klankbordgroep van de spoorzone-bewoners wordt daarbij betrokken. Ergens in 2016 moet het veiligheidsdashboard een feit zijn.

 
Kijk ook op www.cbisbrabant.nl

Bekijk het filmpje

‘Ons Spoor naar de Toekomst’ heet het filmpje waarin de gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal in het kort uitleggen hoe zij aankijken tegen de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor door hun woonkernen. De titel is ontleend aan de presentatie voor staatssecretaris Mansveld van het ministerie van Infrastructuur & Milieu tijdens haar bezoek op 20 april aan Halderberge. Ook dit bezoek en de reacties van de staatssecretaris zijn in het filmpje verwerkt. Conclusie: ons spoor naar de toekomst is nog lang niet af.
‘Ons Spoor naar de Toekomst’
Bekijk hier het filmpje. Ook te zien via de websites van de gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal.
Nieuwe abonnees welkom
Weet u nog mensen die mogelijk belangstelling hebben voor deze nieuwsbrief?
Wijs hen dan op www.mhrsignaal.nl of mail hen deze link. Nieuwe abonnees zijn altijd welkom.
Copyright © 2015 M-H-R Signaal, All rights reserved.

M-H-R Signaal is een gezamenlijke uitgave van de gemeenten Moerdijk, Halderberge en Roosendaal en Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.

Realisatie: Mercuur communicatie
 






This email was sent to <<E-mailadres>>
why did I get this?    unsubscribe from this list    update subscription preferences
MHR Signaal · Nieuwsbrief Basisnet Spoor · Moerdijk - Halderberge - Roosendaal, NL · Netherlands

Email Marketing Powered by Mailchimp