|
|
|
|
Een gewone rits inzetten, hoe doe je dat?
Al in de tweede les van de naaicursus geef ik uitleg hoe je een gewone rits in een etui zet.
Hier laat ik zien hoe je een gewone rits in een naad naait.
Bij de uitleg zoals ik die met de foto's geef, is de rits bijna niet te zien als je het kledingstuk draagt.
De video laat een andere manier zien die ik in de laatste les besproken heb. Hierbij zie je de rits niet zitten, maar wel het stiksel.
Je kunt zelf bepalen of je wel of geen stiksel wilt zien en welke methode jij dan toepast.
|
|
Wat je nodig hebt om te oefenen is:
- je naaispullen
- een katoenen stof 10 x 30 cm
- rits van ca. 20 cm
- ritsvoetje
Als eerste werk je de naden af.
Op de foto zie je dat ik die afgewerkt heb met de lockmachine met zwarte garen zodat het goed opvalt.
Nadat de rits erin zit is het afwerken van de naden niet meer zo makkelijk om te doen.
|
|
Deze 3 ritsen
Er zijn verschillende ritsen. Dit zijn de meest voorkomende die gebruikt worden in broeken en jurken.
De metalen rits.
Deze rits heeft een stoer uiterlijk. Je kunt met je naald niet over de metalen tandjes heen naaien, je er dus omheen naaien.
Er zijn diverse mogelijkheden om deze in je kleding te verwerken.
De blinde rits.
Bijzondere aan deze rits is dat de tandjes aan de achterkant zitten en de ritstrekker aan de voorkant. Zoals de naam al doet vermoeden zie je de rits niet zitten in het kledingstuk.
Je hebt een speciaal voetje hiervoor nodig. Zie de foto's onder deze tekst.
Gewone rits.
Deze rits wordt vooral gebruikt als het geen probleem is dat je de rits ziet zitten. Ook voor broekgulpen wordt deze rits gebruikt.
|
|
|
Tip: het werkt fijner om een iets langere rits te kopen. Dan hoef je dat trucje niet te doen dat je de ritstrekker halverwege omhoog moet trekken. (naald in het werk, voetje omhoog, rits omhoog schuiven onder het voetje door, voetje omlaag en verder naaien).
|
|
|
Stik de naad
Nadat je de naden hebt afgewerkt zodat ze niet meer rafelen, ga je kijken tot waar je de naad gaat stikken.
Je legt de stofdelen (patroondelen) met de goede (mooie) kanten op elkaar.
De rits leg je er naast.
Waar je op let is dat je aan de bovenkant van de stof zeker 1 cm ruimte over houd zodat je een beleg of (biais)band er aan kunt naaien om de stof af te werken. Bij de onderkant van de rits houd je rekening dat je het metalen of plastic stukje niet ziet (de ritsstopper). Dat is niet mooi en kun je verbergen in de naad.
Je stikt met een gewone naaivoet de stukken stof vanaf de dwarsspeld (einde rits) tot het einde van de stof op elkaar en houd 1 cm naadwaarde aan.
|
|
Werk netjes
Als je netjes werkt, gaat het naaiwerk veel makkelijker.
Je ziet dat de stofdelen aan de onderkant vast gestikt zijn.
De naad vouw je open en de bovenkant vouw je die ook open zodat overal 1 cm naadwaarde is.
Strijk deze naad open en strijk de vouw in de stof.
|
|
De eerste zijde van het ritslintje.
Eerst ga je één zijde van de rits in de naad zetten. Dat doe je als volgt.
Leg de mooie kant van de rits op de tafel en leg de goede (mooie) kant van de stof op de rits. En speld de rits vast. De korte kant komt onder de naaimachine, dus let op hoe je de spelden in het werk speld.
Op de foto hierboven zie je wel de spelden, maar niet de rits. Op het tweede plaatje zie je hoe de rits ligt.
Omdat je meteen tegen het rits trekkertje komt, breng je die helemaal naar onderen.
Dan zet je het ritsvoetje aan je naaimachine en zorg je dat je naald aan de linkerkant komt. Zo dicht mogelijk tegen de tandjes van de rits aan.
Begin dan van boven naar beneden te stikken. Je voelt door de stof heen waar de tandjes zitten en stikt daar netje naast.
Als je weer bij het trekkertje bent, zet je de naald in het werk, je voetje doe je omhoog en trekt het trekkertje onder het voetje door naar boven.
Als je een langere rits kunt kopen, doe dat dan. Want dan hoef je dat trucje met die ritstrekkertje niet te doen. Scheelt weer.
|
|
Het andere ritslintje vast stikken.
Op de eerste foto zie je dat het eerste ritslintje vast gestikt is. Nu ga je het andere ritslintje vast stikken en dan zit de rits erin.
Leg de stofdelen (patroondelen) op elkaar. De rits valt vanzelf op de zijnaad. Zorg dat de rits de zijnaad volgt en speld het vast.
Ook hier zorg je dat de rits helemaal open is en dat het trekkertje onderaan de rits staat.
Naai de rits vast. Het voetje komt mooi tegen de achterkant van de tandjes van de rits aan.
Doe het trucje met de naald in het werk, voetje omhoog, trekkertje er onderdoor en dan het voetje weer omlaag als je bij het trekkertje komt. Naai dan de rest van het ritslintje vast.
|
|
Strijken
Als je de rits erin hebt genaaid, dan word het tijd om te strijken.
Omdat je overal de zelfde naadwaarde (1 cm) aangehouden hebt, zal de rits midden in de naad vallen.
Strijk het goed, zodat je de rits bijna niet ziet alleen het trekkertje.
Nu ben je klaar om de zoom en de taille af te werken.
|
|
Rits inkorten
Eerder heb ik het al gehad over dat je een langere rits kunt gebruiken. Het voordeel is dat je het trucje met het trekkertje niet hoeft doen.
Het gevolg is wel dat je een stukje rits overhoud.
Op zich is dat geen enkel probleem. Die kun je los laten hangen.
Mocht je de rits wel willen inkorten, dan is dit wat je moet doen.
Je bepaald eerst tot waar je de rits wilt hebben nadat je de rits in de naad gestikt hebt. Je neemt een naald en draad en gaat een paar keer over en onder de tandjes van de rits heen. Je maakt als het waren je eigen ritsstoppertje. Dan knip je een centermeter of 2 daaronder de rits af.
Als je een plastic rits hebt, dan kun je met een aansteker het ritslintje warm maken om zo het rafelen tegen te gaan.
|
|
De video
Hieronder zie je een video die een andere manier van een rits inzetten laat zien.
Je ziet de rits niet, maar wel het stiksel om de rits.
Dat is een keuze die je moet maken als je de rits erin gaat zetten. Wil je het stiksel zien of niet?
|
|
|
|
|
|
|
