Copy
Bekijk deze e-mail in uw browser

9 DECEMBER 2016

Oprichting Persoonlijke Holding-BV’s kan worden teruggedraaid

Belastingdienst kwalificeert medisch specialisten binnen de coöperatie als
IB-ondernemers

De Belastingdienst heeft in december 2016 in twee afzonderlijke gevallen bevestigd dat medisch specialisten die via een maatschap deelnemen in een coöperatie zich mogen kwalificeren als fiscaal ondernemer.
Door deze uitspraak van de fiscus kan de oprichting van persoonlijke holding- BV's (PH-BV's) worden teruggedraaid, mits de medisch specialisten die stap als hele vakgroep of maatschap zetten. De toekomst van de coöperaties voor medisch-specialistische zorg lijkt nu onzeker, mede omdat coöperaties en ziekenhuizen onlangs federaties hebben opgericht die al taken en besluiten van de coöperatie en Raad van Bestuur van de stichting (ziekenhuis) uitvoeren.


Maatschappen in Utrecht en Amsterdam
In het voorgelegde model (niet-transparant) was er geen ruimte voor maatschappen om deel te nemen als IB ondernemers. Bijzonder is nu dat de Belastingdienst tot voor kort medisch specialisten binnen het coöperatiemodel niet toestond om zich als IB-ondernemers te kwalificeren. Naar aanleiding van een concept-uitspraak van de Belastingdienst (fictieve weigering tot erkenning van het ondernemerschap) maakte Ceifer Accountants en Belastingadviseurs namens twee maatschappen, in Utrecht en Amsterdam, bezwaar tegen dat besluit. Ceifer legde de inspecteur de vraag voor of medisch specialisten zich als natuurlijk persoon nog mogen kwalificeren als ondernemer na de overdracht van de activiteiten uit hun individuele vennootschappen aan de maatschap. De Maatschap Vrouwenartsen Diakonessenhuis Utrecht en de Maatschap Gynaecologen BovenIJ Ziekenhuis kregen beide hetzelfde antwoord: op grond van de huidige werkzaamheden en de realisatie van plannen en daarmee samenhangende investeringen de maten kwalificeren als ondernemer in de zin van artikel 3.4 Wet IB.

Grote gevolgen
De uitspraak van de Belastingdienst kan grote gevolgen hebben. Vele medisch specialisten die zich twee jaar geleden onder grote tijdsdruk gedwongen zagen een persoonlijke holding-BV op te richten, hebben nu de vrijheid om weer IB-ondernemer te zijn, dan wel hun PH-BV, binnen maatschapsverband te behouden. Bovendien ontstaan twijfels over het bestaansrecht van de talloze coöperaties die door de medisch specialisten bijna twee jaar geleden onder tijdsdruk zijn opgericht.

Maatschap moet méér doen
De uitspraken van de Belastingdienst markeren een belangrijke wijziging in de fiscale behandeling van medisch specialisten ná de invoering van de integrale bekostiging. Immers de maatschap herleeft als onderneming binnen een niet-transparant model. Volgens de brieven die de twee betrokken maatschappen ontvingen, kwalificeert de medisch specialist als lid van de maatschap zich als IB-ondernemer mede nu zij inspelen op de veranderende zorgvraag.

Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Jos Sluijs van Ceifer Accountants en Belastingadviseurs, telefoon (030) 69 28 090.

Bijlagen ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’.

Medisch specialisten kunnen tóch IB-ondernemers blijven in het coöperatiemodel

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald

door Jos Sluijs

Voortschrijdend inzicht kan tot prima resultaten leiden. Zeker als je bereid bent om de nieuw verworven inzichten in praktijk te brengen. Terugkomen op een verkeerde beslissing of een onjuiste inschatting is niet altijd eenvoudig, maar het is wél een teken van deskundigheid en integriteit. Het siert de Belastingdienst, dat zij onlangs in twee afzonderlijke gevallen zonder omwegen heeft erkend dat medisch specialisten die deelnemen in een coöperatie onder bepaalde voorwaarden wel degelijk te kwalificeren zijn als IB-ondernemer. Bij het destijds door de Orde van Medisch Specialisten met de Belastingdienst afgestemde, niet-transparante model (Medisch Specialistisch Bedrijf [MSB] als coöperatie) was er geen rekening gehouden met lidmaatschap van IB ondernemers. Vanuit de angst voor loondienst is steeds gepropageerd dat de medisch specialist na 1 januari 2015 binnen een coöperatie alleen als BV zou kunnen fungeren. Dat standpunt is nu niet langer houdbaar.

Integrale bekostiging
Bijna twee jaar geleden voerde het kabinet de integrale bekostiging van de medischspecialistische zorg in. Minister Schippers van Volksgezondheid liet daarbij ruimte voor het transparante model en het niet-transparante model. In het transparante model verenigen maatschappen van medisch specialisten (vakgroepen) zich in één Medisch- Specialistisch Bedrijf (MSB) dat afspraken maakt met en declareert aan het ziekenhuis. Binnen de maatschappen blijft de medisch specialist in fiscaal opzicht een IB-ondernemer. In het niet-transparante model nemen de maatschappen/vakgroepen deel in een coöperatie, die de dienstverlening faciliteert en declareert aan het ziekenhuis.

Onder toenemende druk van zowel de Belastingdienst en de belangenvereniging kozen vele medisch specialisten voor de coöperatie als het fiscaal meest veilige model (“safe harbour”) De medisch specialist kreeg het dringende advies te kiezen voor deze oplossing én een BV (Persoonlijke Holding) op te richten: “niets doen” was geen optie.

In de weken vóór 1 januari 2015 liet minister Schippers zich in dwingende bewoordingen uit en wees zij herhaaldelijk op de noodzaak om snel maatregelen te nemen. Ook de Orde van Medisch Specialisten verhoogde de druk op zijn leden om in actie te komen. Veel medisch specialisten zagen daardoor geen andere uitweg en richtten een persoonlijke holding-BV op. Enkele fiscaal adviseurs hebben van meet af aan betwist dat medisch specialisten geen keus hadden: een medisch specialist zou als IB-ondernemer ook moeten kunnen participeren in een coöperatie. Zij stelden vast dat een medisch specialist een vrij beroep uitoefent. Hij of zij is actief als ondernemer, investeert en loopt ondernemingsrisico en voldoet daarmee per definitie aan de fiscale criteria voor het IB-ondernemerschap. Twee jaar lang leken die eigenwijze adviseurs niet meer dan een roepende in de woestijn. Maar een brief die de Belastingdienst op 6 december 2016 verstuurde, heeft alles veranderd.

Maatschappen krijgen een positief antwoord
In het overleg met de Belastingdienst kwam in eerste instantie naar voren dat de maatschapsleden zich niet kwalificeerden als ondernemers. Namens twee maatschappen, in Utrecht en Amsterdam, maakte Ceifer Accountants en Belastingadviseurs proforma bezwaar tegen dat besluit. Ceifer legde de inspecteur concreet de vraag voor of medisch specialisten als natuurlijk persoon nog te kwalificeren is als ondernemer na de overdracht van de activiteiten uit hun individuele vennootschappen aan de maatschap. De Maatschap Vrouwenartsen Diakonessenhuis Utrecht en de Maatschap Gynaecologen BovenIJ Ziekenhuis kregen beide hetzelfde antwoord: op grond van de huidige werkzaamheden en de realisatie van plannen en daarmee samenhangende investeringen kwalificeren de maten zich als ondernemer in de zin van artikel 3.4 Wet IB.

Een veilige haven?
In de aanloop naar de invoering van de integrale bekostiging werd het coöperatiemodel vaak gepresenteerd als een 'veilige haven'. Met name ziekenhuizen zagen de coöperatie waarin medisch specialisten alleen als BV's kunnen deelnemen als een afdoende bescherming tegen een dreigende inhoudingsplicht op het honorarium van de medisch specialisten. Veel medisch specialisten realiseerden zich pas ná 1 januari 2015 dat de coöperatie ook veel nadelen met zich meebracht. Zo moesten deelnemers bijdragen aan het vermogen van de coöperatie, maar hadden ze over dat geld vervolgens geen zeggenschap meer. Ook de kostenstructuur van een coöperatie valt in de praktijk nadelig uit voor de individuele medisch specialist. En dan hebben we het nog niet over de bestuurlijke rompslomp.

De onzekere toekomst van de coöperatie
Dankzij de uitspraak van de Belastingdienst hebben de betrokken medisch specialisten de vrijheid om de oprichting van hun praktijk-BV's terug te draaien. Omdat de coöperaties geen loonheffingen hoeven in te houden voor de specialisten, is de vraag gerechtvaardigd of de coöperaties in financieel-fiscaal opzicht niet snel overbodig zullen worden. Eerder dit jaar hebben ziekenhuizen en medisch specialisten op diverse plaatsen in het land federaties opgericht om de kwaliteit en de veiligheid van de medischspecialistische zorg te bevorderen en te bewaken. Gezien de inhoud van de afspraken die binnen deze federaties worden gemaakt, is het ook op dit terrein twijfelachtig of de coöperaties nog lang een functie van betekenis zullen hebben.

Hoe kortstondig ook, het bestaan van de coöperaties heeft zeker al zijn waarde gehad. Binnen diverse ziekenhuizen is de dynamiek verbeterd, doordat medisch specialisten zich (opnieuw) bewust zijn geworden van hun onderlinge samenhang, binnen en buiten de vakgroepen. Nu de maatschap herleeft, zal dat ook de medisch-specialistische zorg ten goede komen. Met name in de eerstelijnszorg, kunnen maatschappen beter en sneller inspelen op veranderende behoeften en mogelijkheden. De zorg wordt er slagvaardiger door.

Een raadsel
Tot de invoering van de integrale bekostiging werkten ziekenhuizen en medisch specialisten volgens het 'verdeelmodel'. De diverse maatschappen van medisch specialisten lieten zich daarbij in hun onderhandelingen met het ziekenhuis vertegenwoordigen door één stafmaatschap. Die stafmaatschap bleef na 1 januari 2015 onder een andere naam bestaan. Daarmee waren de coöperaties eigenlijk al vóór hun verplichte oprichting grotendeels overbodig. Waarom de Orde van Medisch Specialisten en de grote adviesbureaus tijdens hun gesprekken met de betrokken ministers en de Belastingdienst nooit hebben gewezen op het bestaan van het verdeelmodel en de stafmaatschap, blijft vooralsnog een raadsel.

Maatschap moet méér doen
De uitspraken van de Belastingdienst markeren een belangrijke wijziging in de fiscale behandeling van medisch specialisten ná de invoering van de integrale bekostiging. Toch zijn Ceifer en de fiscus verdeeld als het gaat over de vraag hoe de aanwijsbevoegdheid van de minister zich verhoudt tot de praktijk zoals die geregeld is in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Met de toezeggingen van december 2016 stelt de Belastingdienst in feite dat de medisch specialisten zich kwalificeren als fiscaal ondernemer, mits de maatschap méér doet dan het in naam vertegenwoordigen van de aangesloten specialisten. Wat 'méér' precies is, zal de praktijk moeten uitwijzen.

Voortschrijdend inzicht helpt iedereen vooruit
Tot voor kort hield minister Schippers van Volksgezondheid binnen het niet-transparante model vast aan twee keuzes voor de medisch specialist: in loondienst gaan bij het ziekenhuis of als BV deelnemen in een coöperatie met tot doel te komen tot een participatie model. De Belastingdienst heeft deze maand duidelijk gemaakt dat medisch specialisten ook als IB-ondernemer via een maatschap kunnen deelnemen in een coöperatie. Bovendien is er een weg terug voor medisch specialisten die inmiddels een persoonlijke holding-BV hebben opgericht; mits zij met de maatschap als geheel de stap nemen, kunnen zij naar individuele keuze hun BV's weer opheffen. Het is nu de vraag of ook de bewindvoerders en belangenverenigingen tot het inzicht komen, dat de mogelijkheden toch anders liggen dan zij tot nu toe hebben gesteld. Maar waarom zouden ze dat eigenlijk niet gewoon doen? Voortschrijdend inzicht helpt iedereen vooruit. En beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Copyright © 2016 Bylan Adviseurs, alle rechten voorbehouden.