Copy
Deze mail bevat de nieuwsbrief van Natuurpunt Noord-Limburg
Bekijk deze mail in uw webbrowser

Nieuwsbrief Zonnedauw

Jaargang 52, nr 3 mei 2020
Digitale nieuwsbrief van Natuurpunt Lommel
 

Brief van de voorzitter

 

Meer nabije natuur, ook na corona!

Het zijn vreemde en verwarrende tijden.

Ik hoop van harte dat jij en je naasten gespaard zijn gebleven van verdriet en ziekte. Draag goed zorg voor jezelf en voor elkaar! Hou je dus aan de opgelegde maatregelen en wees voorzichtig. Alles komt goed. We moeten geduld oefenen, zoals een wilg aan de waterkant ook steeds de eerste lentewarmte afwacht om opnieuw te bloeien.

Gelukkig kunnen we in de natuur terecht om ons hoofd eens helemaal vrij te maken van zorgen. Meteen van in het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat we beter niet allemaal samen naar hetzelfde natuurgebied op hetzelfde moment gaan. Gelukkig werd de boodschap al snel bijgesteld: bezoekjes aan de natuur in je eigen buurt, gespreid in tijd en ruimte werd de norm. Maar dan moet je wel natuur op wandel-of fietsafstand hébben en daar knelt op veel plaatsen het schoentje: het gratis groene medicijn blijkt erg schaars te zijn.

We roepen onze beleidsmakers dan ook op om werk te maken van nieuwe nabije natuur. Zelfs in ons groene hoekje van het land, komt de aanwezige natuur vandaag onder (te) grote druk te staan. Nochtans heeft de natuur een bewezen gunstige invloed op onze mentale en fysieke gezondheid. Niet onbelangrijk in deze tijden.

Meer ruimte voor groen betekent meteen ook meer ruimte voor jezelf. Eens te meer blijkt dat we als mensheid in het verleden niet altijd de juiste keuze hebben gemaakt in het vormgeven van de wereld om ons heen. Een crisis zoals deze waar we nu in leven kan ons daartoe de ogen openen. Hopelijk blijven we dat besef ook als gemeenschap koesteren na deze akelige episode.

Ook vreemde tijden kunnen het begin van iets beters inluiden.

Davy Paulus

 

Uit onze reservaten


Den Tip 

De Tip, voorjaar 2020.
De situatie is hopeloos, maar niet ernstig. En dan spreek ik niet over Corona of Covid 19, maar over het uitblijven van de regen dit voorjaar.
Koen (Vandecraen) en ik hebben, dankzij de attesten van Natuurpunt, op Den Tip alle percelen kunnen bewerken en inzaaien, maar we wachten nu op de regen. En dat bewerken en inzaaien behelst het frezen, biologisch kalken en bemesten, inzaaien, onder harken en aanwellen.  Ongezellig was het wel. Ver van elkaar af werken en koffie drinken op meters afstand. Maar het werkte wel!
In totaal worden nu jaarlijks 7 percelen, grote en kleine, gefreesd en ingezaaid met allerlei zaden voor het aantrekken van vogels, vlinders en andere insecten. Dit jaar is ingezaaid: Japanse Haver, Koolzaad, Boekweit, Zonnebloem, Klaproos en Korenbloem, “insectenbuffet” , een samenstelling van 16 bloemen  en vooral de wildmengeling, een samenstelling van 18 verschillende bloemen en planten. Vooral die laatste had vorig jaar succes omdat er een populatie Geelsprietdikkopjes zich op ontwikkelde.
De Japanse Haver is uitgezaaid op een stuk waar in de toekomst de nieuwe rozentuin moet komen. De huidige rozentuin was en is moeilijk beheersbaar met zijn ronde vormen. Daarom worden de rozen in stappen overgeplant naar het nieuwe perceel in rechte rijen waardoor ze beter aangebonden kunnen worden en de ondergrond makkelijker te bewerken is. Een eerste rij met 11 rozen is afgelopen winter geplant.
Inmiddels zijn de eerste maaibeurten uitgevoerd. En het maaien op Den Tip wordt steeds selectiever. Er wordt gemaaid in functie van de (fruit-)bomen maar ook in functie van vlinders, insecten en kleine zoogdieren. Daar waar zich de grootste populatie Veldparelmoervlinders bevindt, wordt gemaaid op basis van het zogenaamde sinusbeheer zoals voorgesteld door de Nederlandse Vlinderstichting. Uiteindelijk krijg je 3 hoogtegradaties in het veld waardoor de vlinder zich in alle stadia kan ontwikkelen. Vorig jaar was een succesjaar voor de Veldparelmoervlinder. Meer dan 200 exemplaren werden geteld op het meetnettraject. Dit voorjaar werden al 10 rupsennesten geteld.
De overwoekering met bramen op Den Tip is gedeeltelijk teruggedrongen, maar verdwijnt niet helemaal. Vooral braamstruiken op open plekken en naar het zuiden gericht zijn aantrekkingspunten voor veel vogels en vlinders.  Uiteindelijk hopen we als beheerders nog de Braamparelmoervlinder op Den Tip te krijgen. Een soort die zich in noordelijke richting aan het uitbreiden is (opwarming aarde?). De bramen zijn ook een ideale schuilplaats voor de Reeën die zich op de Tip bevinden.
Werk blijft er altijd op Den Tip. Op het programma voor dit jaar staat nog het herstel van de rozenschuur, selectief maaien, snoeien, houtkantbeheer, sloten open maken en een afdak aan de werkschuur voor het bergen van materialen.
Maar Den Tip is vooral bedoeld om te genieten van de rust en de natuur!!
Rik Theuws
 

Belangrijke aankoop in de Dommelvallei.

We zijn erin geslaagd om een belangrijke aankoop te verwezenlijken aan de Wedelse molen. Momenteel ligt het dossier bij de notaris en zal binnenkort ondertekend worden. Het perceel (gearceerd deel op het plannetje) heeft een oppervlakte van 8,8 ha en is onze grootste aankoop in de Dommelvallei ooit.
Tussen de Klein molen en de Wedelse molen bezit Natuurpunt nu een aaneen gesloten natuurgebied van meer dan 40 ha.
 
De Veewei
 
Het reservaat De Veewei is groter geworden.

Bij Ministerieel besluit van 19 december 2019 werd de uitbreiding van de Veewei als volgt aangekondigd:
"Het erkende natuurreservaat nr E-301 Veewei, gelegen in de gemeente Hechtel-Eksel, wordt uitgebreid met een oppervlakte van 15ha62a28ca. De totale erkende oppervlakte wordt door deze uitbreiding 38ha22a10ca."

In dit besluit stond ook nog:
"Indien er in het reservaat maatregelen nodig zijn ter voorkoming van wildschade door everzwijnen kunnen hiervoor ad hoc via een individuele aanvraag de nodige ontheffingen aangevraagd en verkregen worden bij de provinciale diensten van het Agentschap van Natuur en Bos te Limburg"
 
PSN 19-000032 - Veewei: herstel Europese habitats en rbb's (regionaal belangrijke natuur) goedgekeurd.

Natuurpunt mikt in de Veewei te Hechtel-Eksel (Limburg) op herstel van verschillende Europees te beschermen habitats. De percelen liggen grotendeels binnen VEN-gebied en geheel binnen speciale beschermingszone BE2200029 ‘Vallei- en brongebieden van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en vengebieden’. Een groot deel van de percelen maakt eveneens deel uit van het goedgekeurde beheerplan van het erkend natuurreservaat E-301 ‘Veewei’.

Wat gaat er gebeuren:

1) De oostelijke zone bos onder de hoogspanning: het naaldbos zal hier omgevormd worden tot inheems loofhout door exotenbestrijding en het creëren van een geleidelijk opgaande bosrand door het kappen van naaldhout en exoten. Onder een hoogspanningsleiding zullen boomopslag en exoten worden verwijderd, gevolgd door plaggen, bosfrezen en chopperen in functie van de heidevegetaties.
2) De westelijke zone bos onder hoogspanning: het naaldbos zal opengekapt worden via bosfrezen en chopperen. Voorafgaand worden enkele eilanden met heiderelicten en nectar-struweel (braam, spork, lijsterbes, kamperfoelie) gespaard, alsook enkele solitaire laag vertakte Corsicaanse dennen als rustplaats voor Nachtzwaluw. Na afloop wordt een stuk oude draad opgeruimd, een wolfproof ursus-raster geplaatst van 630 lopende meter en min. 140cm hoogte en met spandraad op de grond en een grondwaterput met pomp geïnstalleerd, zodat begrazing kan opgestart worden.
3)Voormalig weekendverblijf: Door het kappen en ontstronken van tuinaanplantingen, het verwijderen van constructies en het herstellen van het oorspronkelijk reliëf zal een voormalig weekendverblijf worden omgevormd tot heide met een klein ven. De doelhabitats zijn 9190 ‘Oude Eiken-Berkenbossen op zeer voedselarm zand’, 4030 ‘Droge heide’, 6230 6230 ‘Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems’ en 3130 ‘Voedselarme wateren met periodiek droogvallende oevers’ als leefgebied voor de doelsoorten knoflookpad en nachtzwaluw.

De uitvoering is voorzien in 2020 en 2021.
Voor dit project werd een subsidie toegekend van € 53.026,50, waarvan de helft Vlaams aandeel en de helft cofinanciering via PDPO.

Het is nu de regel dat de plaatselijke afdeling 10% van dit bedrag zal moeten betalen en dus moet er op zoek gegaan worden naar een sponsor van 5300 euro

Insectenhotel voor ons Wateringhuis


Omdat hij toch in zijn kot moest blijven heeft Fons Cox zijn tijd nuttig gebruikt om een fantastisch bijenhotel te maken voor het Wateringhuis.
Zo te zien heeft hij inspiratie gehaald bij Henri Leynen, die volgens mij één van de mooiste insectenhotels van de streek heeft.
Het is nog niet helemaal klaar, maar bijgaande foto geeft er al een idee van.
Bedankt Fons 
 
Uit het archief (50 jaar geleden)

 

Joz Van Winkel heeft van juli 1967 tot 1970 de flora van de vloeiweide in het Hageven geïnventariseerd.  Hier volgt de originele tekst van Joz.
Hij wist 282 soorten planten te determineren. 
Zij die de volledige palntenlijst willen ontvangen, kunnen een mailtje sturen naar luc.winters@telenet.be
Het vloeiweide-landschap « Hoogbrug » te Lommel en “Verkeerde-Lieve-Heer" te Overpelt-Neerpelt
 
In Noord-Limburg heten vloeiweide in de volksmond “Wateringen”.
Zowel het plannen als het aanleggen van vloeiweide gebeurde in de tweede helft van de 19de eeuw.
Cultuurtechnisch is het bevloeingssysteem geinspiteerd door sortgelijke systemen in Noord-Italië
Het lag eertijds in de bedoeling, de arme Kempische heidegronden rendabel te maken voor graswinning.
Deze bevloeingssystemen zijn bijzonder functioneel, economisch en productief geweest tot rond 1939.
Het onderhoud van de talrijke kunstwerken, sluizen, overlopen, dijken,bruggen, bevloeingskanalen verschafte aan vele streekbewoners werk.
Aanvankelijk werder alleen hooi gewonnen, dit hooi werd hoofdzakelijk aan het leger geleverd. Na 1939 werd een gemengde cultuur graswinning en plantages van canada-populieren op grote schaal toegepast.
De wisselwerking tussen het basisch reagerend en mineraal rijke kanaalwater van het Kempisch kanaal en de zur reagerende zandgrond van de Limburgse Kempen, had tot gevolg, dat er een ekosysteem in het leven werd geroepen, waarin zowel flora als fauna heel bijzondere karakteristieken hebben.
Omwille van de periodieke bevloeing op verschillende bodemniveaus, ontstonden plaatselijk, afwisselende pH-gradiënten,overgangsmilieus en inwendige ruimtelijke vat-riaties.
Het grijze kalk- en fosforrijke slib, in suspensie aanwezig in het vloeiwater, heeft na jaren systematische bevloeing een teeltlaag gevormd met een eigen structuur, waarop een heel bijzondere en soortrijke kruidlaag groeit, de zogenaamde “Vetweide”.
 
Alhoewel deze vloeiweide in sommig opzicht een floristische gelijkenis vertonen met alpenweide, gaan de plantengemeenschappen die wij in de vloeiweide van Noord-Limburg aantreffen, bij de specialisten door als een unicum in West-Europa.
Deze bijzondere levensgemeenschap die wij nu met de naam Vloeiweide-gemeenschap noemen, is het resultaat van omtrent tachtig jaar, nauwkeurig toegepaste bevloeingstechniek.
De vitaliteit en de abundantie waarmee sommige planten zich in de vloeiweide manifesteren, zijn van zulkdaning aard, dat hiervan geen gelijke bestaat in Europa.
Ons beperkend tot de vloeiweide-landschappen van de Hoogbrug te Lommel en deze van de Verkeerde-Lieve-Heer te Overpelt-Neerpelt, noemen wij enige zeldzame planten, welke er met een uitzonderlijke floristisch dichtheid voorkomen o.a. Colchicum autumnale, Allium vineale, Dactylorhiza maculata, Dactylorhiza latifolia, Primula veris, Listera ovata, Apium nodiflorum, Nasturtium microphyllum, Anthriscus silvestris, Ophioglossum vulgatum.
Het ekosysteem van de vloeiweide herbergt een rijk entomologisch en faunistisch potentieel. Typische en scherp gebonden an de bevloeingssystemen van het Kempisch kanaal in Noord-Limburg zijn volgende vogelsoorten : Grauwe klauwier, Zanglijster, Groene specht, Grasmus, Ijsvogel, Boomvalk.
Het vloeiwater dat zijn weg zoekt door de kruidlaag en bodem wordt hierdoor zodanig gefiltreerd, dat het verder voldoet aan de ekologische eisen die gesteld worden , door de zeldzame rivierkreeft, de beekprik, verschillende Isopoda, Porifera, Mollusca en Gastropoda.
Opdat deze levensgemeenschappen de “Vloeiweide” van een hoge wetenschappelijk, cultuurhistorische waarde, zouden blijven bestaan, is het nodig het betsaande bevloeingssysteel saman met de bevloeingstechniek te handhaven.
 
Joz. Van Winkel 1970.

De rode bosmier

 
Rode bosmieren zijn bezige bijen
Autofiles maken mij onpasselijk. Dan bekruipt mij meteen een ellendig  gevoel in mijn onderbuik. Het zijn die momenten van het leven dat je je een beetje ‘mier’ voelt. Eén individu, gevangen in de maalstroom van duizenden anderen. Een grote mierenhoop van de behaarde bosmier (Formica rufa) geeft op een warme dag in augustus om vijf uur ’s middags ongeveer hetzelfde beeld. Voor deze bosmieren bestaat er echter geen spitsuur.
 
Stadsarchitectuur
Bosmieren zijn ongetwijfeld de indrukwekkendste architecten onder onze inheemse mierensoorten. Hun creatie is een gigantische koepel, met eindeloos geduld opgeworpen door duizenden mierenkaken. Ze geven dennenbossen een geheimzinnig karakter. Met ingenieuze bedrevenheid bouwen ze hun stad op in vier lagen. De bovenste laag bestaat uit dennennaalden, zandkorrels, gras en ander fijn strooisel, vol met kleine en grote gaten, waaruit de duizenden mieren te voorschijn kruipen. Al naar gelang de temperatuur en de vochtigheid van de buitenlucht kunnen die openingen makkelijk kleiner of groter worden gemaakt. Het bouwwerk regelt zijn eigen temperatuur, deels door een goede opslag van de zonnewarmte, deels door de warmte die mieren zelf met hun gezwoeg teweeg brengen. Zo blijft de temperatuur tussen april en september rond de 25°, terwijl het buiten het nest soms 20° kouder is. 
 
Onder de bosmierenburchten vindt men dorpen en steden. Een gemiddeld nest heeft een hoogte van zo’n veertig centimeter met een mierenbevolking van honderdduizend exemplaren. Het is adembenemend om te zien hoe vanuit deze nesten vijf tot zes snelwegen, bezaaid met in opperste drukte rennende mieren slingerend in het bos verdwijnen. Maar pas echt onder de indruk geraak je bij het vinden van een paar meter hoog reuzennest met een omtrek van tien meter en een inwonertal van miljoenen. Het lijken wel ‘metropolen’  en net zoals iedere zichzelf respecterende wereldstad, heeft ook de mierenhoop behalve een centrum een aantal voorsteden. Dat zijn kleine nestjes waarin het wemelt van de werksters, die even ijverig als in het grote nest slepen met dode vliegen en halve stukken sprinkhaan. In tegenstelling tot andere mieren heeft de bosmier geen angel om mee te steken. Zijn alternatief is er niet minder gevaarlijk om. Bij het minste teken van gevaar opent de bosmier zijn kaken en zwaait hij zijn onderlijf tussen de poten naar voor, waarop een straal mierenzuur de vijand treft. 
 
Even de lucht in
Op een warme dag in mei kan er in een bosmierennest een broeierige drukte heersen. Er staat iets te gebeuren. Honderden werksters zijn in actie om de openingen in het nest zo groot mogelijk te maken. De onrust onder de werksters stijgt gestaag. Dan komen ze tevoorschijn: jonge, gevleugelde koninginnen, twee keer zo groot als de werksters en in dezelfde opgewonden stemming. Dan komen ook de mannetjes naar buiten, even groot en ook voorzien van 2 paar vleugeltjes. Het beeld van een drukke ‘spits’ even voor de race begint, dringt zich aan je op. Plotseling zwermen ze het luchtruim in. Daar mogen de mannetjes voor het eerst en tegelijk het laatst in hun verder troosteloos bestaan hun mannelijkheid bewijzen. Na de paring in de lucht zit hun levenstaak er op. De koninginnen hebben zich intussen zachtjes op de bosbodem neer laten dalen. Ook zij maken zo’n bevruchtingsvlucht maar één keer in hun lange loopbaan mee. Maar ze zijn voor heel hun leven lang bevrucht en kunnen door deze belevenis letterlijk nog generaties lang ‘putten’.
 
Eigen volk, eigen burcht
Eenmaal terug op aarde heeft de koningin voorlopig slechts één gedachte: hoe kom ik van die vervelende vleugels af? De koningin schroeft de vleugels los door hier met haar poten tegen te duwen. Na deze amputatie gaat ze op zoek naar hulp. Bosmieren zijn afhankelijke dieren. In tegenstelling tot vele andere soorten mieren is de koningin niet in staat om haar kroost moederziel alleen op te voeden. Ze gaat dus op pad op zoek naar naaste verwanten of ze kan per abuis het ouderlijk nest terug vinden, waar ze met open armen ontvangen wordt. Ze betrekt een deel van de burcht maar stoort haar moeder, de oude koningin niet. Eieren worden gelegd, werksters worden geboren. Er ontstaat een staatje in de staat en na verloop van tijd bezit de jonge koningin een respectabel aantal onderdanen. Met deze schare trekt ze dan in alle vrede weg om een gloednieuwe burcht te bouwen waarvoor zij zelf geen poot uitsteekt.
 
Of toch maar via adoptie?
Een andere mogelijkheid is dat de koningin wordt geadopteerd door grauwzwarte mieren. Dit grauwzwarte volk brengt de bosmierkoningin naar hun broedvertrek waar ze aan het leggen slaat. Deze plek ligt uiteraard op geruime afstand van de koninklijke vleugel waar de grauwzwarte koningin hof houdt. Zij komt waarschijnlijk het bestaan van de indringster niet eens te weten. In de wetenschap noemt men dit ‘facultatief sociaal parasitisme’. Maar ik noem het liever een staaltje van ongemeen handig inpikken van iemands zuur verdiende eigendom. En dat zonder bloed vergieten; dat zie je niet vaak. Wat gebeurt er precies? Uit de eieren van onze koningin komen larven, die zich vervolgens inspinnen tot cocons en waaruit bosmierwerksters groeien. Elk stadium van deze ontwikkeling wordt door de grauwzwarte mieren even liefdevol begeleid als wanneer een bosmierenwerkster het kroost zou verzorgen. De eitjes worden voortdurend belikt en onderzocht op sporen van schimmel, vuil of bacteriën. De larven worden door de werksters gevoed met vocht uit de kropmaag. En bij het inspinnen in een cocon helpen ook weer de werksters tot er zich een dikke cocon van zijdeachtig fabricaat heeft gevormd. Hieruit komen werksters, mannetjes en koninginnen van de rode bosmier die als zusters met de grauwzwarte mieren samenleven. Op een dag sterft de grauwzwarte mierenkoningin van ouderdom. Haar onderdanen rouwen er niet om want ze hebben immers nog een koningin. Eentje die maar eieren blijft leggen en dus al hun zorg en oplettendheid nodig heeft. Nog hebben de grauwzwarte mieren niets in de gaten. Ze dienen hun mooie bosmierenkoningin net zolang tot dat ook de laatste van hun volk ten grave worden gedragen. Het gehele grauwzwarte mierenvolk is via natuurlijk verloop uitgestorven en de burcht is op vreedzame, zij het slinkse wijze in handen gevallen van de rode bosmieren. 
 
Mierenpaspoort en troeteldieren
Geur is zo’n beetje het paspoort van de mier, het wachtwoord van die krioelende, wemelende wereld. Ik vergelijk soms zo’n koepelnest van wemelende mieren met een school waarbij geen directeur aanwezig is. Iedereen werkt toch goed samen, alles is prima georganiseerd en ieder haalt zonder enig probleem zijn diploma. Met hun sprieten betasten ze alles en iedereen want hierin zitten zowel hun reuk-, smaak- als tastorganen. Bij confrontaties zal de nestgeur voor de bosmier de belangrijkste toets zijn. Heeft de tegenligger een andere nestgeur, dan is de aanval het enige devies. Soms wordt er dan een wapen ingezet: het mierenzuur. Het is een afweermiddel waar de bosmieren een patent op hebben. Rode bosmieren zijn ook gekend voor het opruimen van ‘schadelijke’ insecten. Hun voeding bestaat trouwens uit ongeveer 40% uit schadelijke insecten voor de bosbouw. Onze drie soorten bosmieren zijn dan ook bij ons door de wet beschermde soorten. 
Maar er is één beestje dat ze rustig hun gang laten gaan. Sterker nog want het wordt door hen beschermd en vertroeteld. Het is de bladluis, die een sleutelrol vervult in het leven van de bosmier. Bladluizen zuigen plantensappen die grote hoeveelheden suikers bevatten. Ze scheiden deze zoetstof terug uit. Soms zijn de bladeren van sommige bomen helemaal bedekt met deze kleverige, glimmende substantie die bekend staat als honingdauw. De bosmieren zijn hieraan verslaafd en 43% van hun totale voedselverbruik bestaat uit deze zoetstof. De bladluizen worden dan ook gekoesterd in grote kuddes, die door gespecialiseerde werksters ‘gemolken’ worden. De bosmieren waken dag en nacht over hun vee. De bladluizenteelt is strak georganiseerd en ieder heeft zijn eigen taak. 
Wanneer de herfst nadert, worden de kuddes vanuit de boom of struik terug in het bosmierennest onder gebracht om in het voorjaar terug te kunnen plaatsen in de bomen. Bladluizenkolonies varen wel bij de zorg en aandacht van hun herders. Door hun aanwezigheid zijn ze goed beschermd tegen roofinsecten.
Tekst: Gilbert Loos
 

Ga op tuinsafari of buurtnatuurexpeditie

Je eigen tuin, je buurt en het bosje op wandelafstand van je woning bevatten heel wat meer natuurpracht dan gedacht en door de nieuwe app ObsIdentify liggen die schatten nu ook voor jou voor het grijpen!
Tijdens je dagelijkse coronawandeling kan je de beeldherkenning van Obsidentify gebruiken om alle dieren en planten die je tegenkomt op naam te brengen: van aalscholver tot zweefvlieg, van aak tot zwavelzwam. Zoek je het nog dichter bij huis en wil je bijvoorbeeld ook je kinderen nieuwe soorten laten ontdekken, organiseer dan eens een heuse tuinsafari! Zelfs in een kleine tuin kunnen duizenden organismen leven.
Hoe ga je te werk?
  1. Nog geen waarnemingen.be account? Maak deze dan hier gratis aan.
  2. Download de app ObsIdentify via Google Play (Android) of de App Store (iOS).
  3. Neem een foto van plant of dier met je smartphone.
  4. Knip de foto bij in de app indien nodig.
  5. Laat de app je helpen bij de identificatie.
  6. Klik op “selecteer” om de identificatie en waarneming te bewaren en op te laden naar je waarnemingen.be account.
 

Activiteitenkalender.


Gezien de Covid 19 situatie zullen er voorlopig geen activiteiten kunnen plaatsvinden. 
Toch willen we ze opnemen in deze Zonnedauw voor zodra de heersende maatregelen versoepelt worden. Wij kijken er in ieder geval naar uit.

 

Zondag 3 mei 2020 (Geannuleerd wegens COVID-19)

   Geleide wandeling in de Vloeiweiden te Lommel Kolonie.


Thema : In mei legt elke vogel een ei.

Onze Limburgse Natuurgids zal tijdens deze wandeling vooral aandacht besteden aan onze vogels, hun zang, hun gewoontes en natuurlijk ook een woordje uitleg over hun biotoop.
Waterdicht schoeisel kan interessant zijn.
Na deze wandeling zullen we onze honger kunnen stillen met een pannekoek.

Samenkomst : 7h30 aan het WateringHUIS (Let op het vroege uur)
 


Zondag 17 mei 2020 (COVID-19 hou de actualiteit in het oog)

   Wandeling in Dommeldal-Noord.


Onze alom gekende gids Albert Geuens zal ons op sleeptouw nemen doorheen dit geweldig reservaat.  De mooiste stukjes, met in het bijzonder de orchideeënweide zullen we te zien krijgen met hun enorme rijkdom.
Waterdicht schoeisel zal zeker geen luxe zijn.

Samenkomst : 8h00 aan het Zuiveringsstation, Eikelbosstraat te Eksel.
 


Zondag 7 juni 2020 (COVID-19 hou de actualiteit in het oog)

Wandeling in Dommeldal Hechtel-Eksel (Organisatie Natuurpunt Hechtel-Eksel)


Ook op deze wandeling zal onze alom gekende gids Albert Geuens ons op sleeptouw nemen.  Ditmaal gaan we meer zuidelijker. Ook hier zijn er zeer waardevolle stukjes die de moeite waard zijn.
Waterdicht schoeisel zal zeker geen luxe zijn.

Samenkomst : 8h00 hoek Schansdijkstraat-Kenenesdijk te Eksel.
 


Vrijdag 12 juni 2020

   Nachtzwaluwtocht op het "Kattenbos" te Lommel 


Pieter Cox & Carl Vertommen zullen ons wegwijs maken in de wereld van deze zeldzame vogel.
We vertrekken met onze tocht richting de 'Molen van Kattenbos' en bezoeken even onze terreinen op de Balimheide.  Het zal dan duister genoeg zijn om op de terugweg op zoek te gaan naar onze mysterieuze vogel, de nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus), ook geitenmelker in de volksmond genoemd.

Samenkomst : 20h00 aan de parking tegenover de "De vijf Linden" Zandstraat 18 te Lommel.
 
 


Tweede helft juni 2020

   Maaien, hooien, persen in de Vloeiweiden te Lommel.


Aangezien we het goede hooiweer niet op bestelling krijgen, zullen we maaien, hooien en persen wanneer het hooiland en het weer het toelaten. Om te weten of er gemaaid of gehooid wordt, kan je even naar Albert Janssen (014/814935) bellen.
Ondanks het Covid-19 tijdperk zal deze activiteit moeten doorgaan.  Uiteraard zullen we de "Social distancing" omgeving respecteren.
 


Zaterdag 20 tot dinsdag 23 juni 2020

   Engelandreis. 
 

COVID-19 : Uitgesteld. Deelnemers worden op hoogte gehouden.  
 


Zaterdag 27 juni 2020

   Onderhoudswerken in en om het WateringHUIS


Opzet is om eenmaal per kwartaal het WateringHUIS binnen, maar ook buiten (de onmiddellijke omgeving) een poets- en onderhoudsbeurt te geven. Iedereen is welkom.

Samenkomst : 9h00 - 12h00 aan het WateringHUIS.
 
 

Zondag 5 juli 2020

   Themawandeling : 
    Maaien met de zeis in de Vloeiweiden te Lommel Kolonie.
    Wil je zelf ook eens proberen?


   
Onze Limburgse Natuurgidsen, samen met ervaren zeismaaiers, zullen na een korte introductie het "zeisen" onder de loep nemen.  Natuurlijk is er ook de mogelijkheid om het eens zelf te proberen... en enkele baantjes te maaien.
Voor geïnteresseerden is er op het einde van de "zeis"-sessie de mogelijkheid, onder leiding van onze deskundige gids, een korte wandeling doorheen het gebied te volgen.

Samenkomst : 14h00 aan het WateringHUIS
 
 
Plantenwerkgroep De Slobkousjes
Ook voor de Slobkousjes ging midden maart figuurlijk het licht uit! Ze moesten in hun kot blijven!
Voor een plantenwerkgroep die het jaar rond actief blijft en, in zijn intussen meer dan tien jaar bestaan, de afgelaste activiteiten nog op de vingers van één hand kan tellen is dat wel een zware slag.
Maar Slobkousjes laten zich niet zo snel uit hun lood slaan en er werd besloten de wekelijkse nieuwsbrief verder te zetten en iedereen uit te nodigen hiervoor de inhoud te leveren. En zie dat heeft leuke gevolgen.
 
 

Je zag het misschien al in het belang van Limburg. Ons aller Nicole kreeg een twee paginagroot artikel voor haar vondst van het “Bruine Boomspijkertje”.
Opgelet het ding is amper 1 mm groot! Ja u leest het goed één millimeter. Voor speurneus Nicole geen probleem blijkbaar.

Ze heeft bij de Slobkousjes nu een bijna heilige status bekomen.
 
 





Sommige Slobkousen gingen plots intensief het onkruid in hun tuin bestuderen wat dan op zijn beurt de discussie over "wat is onkruid" in alle hevigheid deed losbarsten.
 
 


Zo ontdekten we nu dat er ook Slobkousjes zijn die niet enkel door een loep naar minuscule korstmossen speuren maar ook het oog omhoog houden en maan en sterren bestuderen.
Ook daarvan leveren ze dan prachtige foto's en spijkeren ze onze kennis over het hemelgewelf regelmatig bij.
 


Zelfs de mooie kleine beestjes spotten ze in hun kot zodat ook de anderen er kunnen van meegenieten.
 
 
Luc kon het niet aanzien dat de eerste wandeling van het zomerprogramma, waar hij zo mee aan gewerkt had, in het water viel en sprong op zijn fiets. Wat hij onderweg te zien kreeg was wel speciaal:
 
Ben gisteren eens naar Kerkeweerd en Negenoord gefietst, de voor deze week geplande uitstap van de Slobkousjes. Onderweg langs het kanaal in Bree zag ik een zwaan broeden in een voortuintje, zo vlak voor de living, das eens wat anders dan een vogelkastje om naar te kijken en een waakhond heb je dan ook niet meer nodig.
Zo zie je maar dat Corona de Slobkousjes nog niet klein gekregen heeft.
We kunnen je nu niet uitnodigen om met ons mee op stap te gaan de eerstvolgende weken.
Maar wil je ook wel graag onze nieuwsbrief krijgen en deelgenoot worden van al die mooie Slobkousverhalen en er zelf ook wil toe bijdragen, stuur dan gewoon een mailtje naar slobkousjes@skynet.be en wij doen de rest.

Groeten en hou het gezond
Jan Leroy
Fotomoment van Jan Cornelissen
 

Neem ook een kijkje op

Copyright © 2020 Natuurpunt Lommel, All rights reserved.




Uitschrijven    Voorkeuren abonnementen aanpassen 

Email Marketing Powered by Mailchimp