Bekijk deze e-mail in uw browser

E-weeknieuws 26 2020

Inhoud

Zorg algemeen

Maatregelen tegen ongecontroleerd faillissement in de zorg

Er worden verdere stappen gezet om een ongecontroleerd faillissement in de zorg in de toekomst te voorkomen. Dat schrijft minister Van Rijn voor Medische zorg in een brief aan de Tweede Kamer. Zo worden met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van financiële middelen om de noodzakelijke zorg te leveren in het geval van een faillissement. Daarnaast gaat de NZa de invulling van de zorgplicht scherper omschrijven. Samen met minister Dekker voor Rechtsbescherming gaat Van Rijn kijken of het maatschappelijk belang (continuïteit van de zorg) steviger verankerd kan worden in het faillissementsrecht.

Deze en andere maatregelen komen bovenop eerder genomen stappen en zijn een reactie op de lessen en rapporten naar aanleiding van de faillissementen van het MC Slotervaartziekenhuis en de MC IJsselmeerziekenhuizen in 2018. De maatregelen zijn op verschillende onderwerpen en organisaties gericht. Zo wordt niet alleen een beroep gedaan op zorgverzekeraars en zorginstellingen in financiële problemen, maar ook op omliggende zorginstellingen, raden van toezicht, curatoren, VWS, de IGJ en de NZa. Een belangrijke oproep van de commissie Van Manen, die diepgaand onderzoek heeft gedaan naar de faillissementen van de ziekenhuizen, is dat partijen bereid moeten zijn over hun eigen schaduw heen te stappen in het belang van de patiënt.

Minister Van Rijn: “De ongecontroleerde faillissementen hebben grote maatschappelijke onrust veroorzaakt. Bij de patiënten, het personeel, maar ook breder in de maatschappij. Daar zijn lessen uit getrokken voor alle betrokkenen. We dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid om iedereen in Nederland te voorzien van goede, betaalbare en toegankelijke zorg. Die verantwoordelijkheid gaat verder dan wat de regels van individuele partijen vragen. We staan er samen voor aan de lat om altijd het belang van de patiënt voorop te stellen”.

Het afgelopen jaar is het Early Warning System verbeterd waardoor het ministerie van VWS eerder en actief wordt geïnformeerd als de continuïteit van de zorg in het geding komt. Daardoor kan de minister eerder regie nemen en partijen aanspreken om gezamenlijk de kwaliteit en veiligheid van zorg voor patiënten te waarborgen. De rol en positie van het intern toezicht is wettelijk versterkt in de Wet toetreding zorgaanbieders.

Voor de acute zorg is een Algemene maatregel van bestuur opgesteld. Die is van toepassing als de zorg op de spoedeisende hulp, acute verloskunde, zorg in huisartsenposten of beoordelingslocaties in de acute GGZ in het geding komt of als er plannen zijn voor sluiting van een post. Voordat een sluiting aan de orde kan zijn, moeten betrokkenen aan de slag met een continuïteitsplan en moeten inwoners en lokaal bestuur betrokken worden bij de besluitvorming.

Bron: rijksoverheid.nl

Pak nu door met digitale zorg

De coronacrisis heeft met zich meegebracht dat veel zorgverleners (digitale) zorg op afstand zijn gaan bieden. Een grote groep zorgaanbieders en gebruikers is met digitale zorg in de slag gegaan en ziet de voordelen ervan. Nu de ergste crisis voorbij lijkt moeten we met zijn allen vasthouden aan verdergaande digitalisering van de zorg. We moet nu doorpakken en niet terugkeren naar het oude.

Dat is de strekking van een brief van Patiëntenfederatie Nederland aan de Tweede Kamer. Die spreekt volgende week over medische zorg. In de brief benadrukt de Patiëntenfederatie opnieuw dat zij vindt dat besluiten over veranderingen in het zorglandschap altijd in overleg met gebruikers van die zorg tot stand moeten komen. “Patiëntenfederatie Nederland vindt het belangrijk dat bij grote veranderingen altijd ruimte gemaakt wordt voor inspraak, zowel door de bewoners van een regio als door belanghebbende patiënten(verenigingen).”

Digitale alternatieven

In de brief pleit de Patiëntenfederatie voor hybride huisartsenpraktijken en ziekenhuizen. “Hybride betekent een combinatie van zorg op afstand en zorg op de locatie van de zorgverlener. Dat betekent dat zij voor hun zorg en dienstverlening standaard digitale alternatieven aanbieden. Zo kunnen patiënten voor het contact met hun zorgverlener voortaan kiezen uit verschillende kanalen: (beeld)bellen, mailen, of zelf langskomen. Niet alleen voor het contact zijn digitale oplossingen: echte telebegeleiding van patiënten bestaat uit meer. Zorgverleners kunnen patiënten op afstand volgen en patiënten krijgen zelf handvatten om aan hun eigen gezondheid te werken. De toegang tot de huisarts verbetert met draagvlak onder patiënten en patiënten hoeven alleen nog naar het ziekenhuis als dat echt nodig is. Wij noemen dat de juiste zorg op de juiste plek en op het juiste moment.

Landelijke regie

Tegelijk pleit de Patiëntenfederatie voor landelijk regie in de zorg en goede samenwerking tussen zorgverleners in de regio. “De coronacrisis haalde het beste naar boven in zorgaanbieders op het gebied van samenwerking. Voor wie in Brabant geen plek was, was wel een bed beschikbaar in andere delen van het land. Ook in de wijkverpleging werd in een aantal regio’s goed samengewerkt rondom de zorg voor coronapatiënten. Door landelijke regie kreeg elke coronapatiënt de zorg die nodig was. Deze combinatie van landelijke regie en (regionale) samenwerking tussen zorgaanbieders zien wij als een positieve ontwikkeling, waarvan wij vinden dat die moet worden voortgezet. Zo kan de overheid in samenspraak met veldpartijen definiëren wat

de noodzakelijke zorginfrastructuur moet zijn en geven zorgaanbieders daaraan vorm in (regionale) samenwerkingsverbanden. Op kortere termijn is meer inzet op samenwerking en regie vanuit de overheid nodig”, aldus de brief.

> Lees hier de brief aan de Tweede Kamer

Bron: patientenfederatie.nl

Discriminatie hardnekkig probleem

De afgelopen periode is wederom gebleken dat discriminatie en racisme hardnekkige problemen in onze samenleving zijn. “Discriminatie is een diepgeworteld probleem en het bestrijden ervan vereist de inzet van ons allemaal,” schrijft minister Ollongren vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de kabinetsaanpak discriminatie. Deze wordt mede namens ministers Koolmees (SZW), Grapperhaus (J&V), Van Engelshoven, Slob (OCW), De Jonge (VWS) en staatssecretaris Van Ark (SZW) gestuurd.

Discriminatie en racisme is op veel verschillende manieren aanwezig in onze samenleving. Op de arbeidsmarkt, woningmarkt en het voetbalveld.

Minister Ollongren: “Het zou overbodig moeten zijn om te zeggen dat discriminatie en racisme volstrekt ontoelaatbaar zijn. Maar toch moet het. Want het gaat niet vanzelf weg. We moeten blijven streven naar een Nederland waarin iedereen gelijk wordt behandeld en waar ieder mens een waardige behandeling krijgt.”

Het beleid van het kabinet is gericht op bewustwording, preventie en bestrijding en kent zowel een generieke aanpak als specifieke maatregelen gericht op onder andere arbeidsmarktdiscriminatie of discriminatie op de woningmarkt.

Minister Ollongren: “Het begint met luisteren naar elkaar. Dat kan ongemakkelijk zijn. Maar het is van belang om het gesprek te voeren op respectvolle wijze, met aandacht voor ieders gevoelens en geschiedenis, zonder de ander bij voorbaat al een label op te plakken.”

Meldingsbereidheid

Uit het SCP-rapport over ervaren discriminatie blijkt dat slechts één op de vijf mensen die menen gediscrimineerd te zijn, dit ook meldt bij een officiële instantie. Hoewel de meldingsbereidheid toeneemt (in 2013 was dit nog één op de acht) wil het kabinet dat dit cijfer omhoog gaat. De vindbaarheid en toegankelijkheid van de officiële instanties, de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), moet daarom omhoog. Eerder onderzoek heeft geleid tot een aanpak waarbij de kennis van gemeenteambtenaren vergroot werd. Om te voorkomen

dat meldingen tussen wal en schip vallen wordt een traject opgezet om mensen beter te begeleiden bij het melden van discriminatie en het vervolg van de melding.

Documenten

Bron: Rijksoverheid.nl

Black lives matter voor Movisie

De wereld is opgeschud door de gewelddadige arrestatie en dood van George Floyd. Ook in Nederland is de aandacht voor racisme en discriminatie hierdoor aangewakkerd. Want ook in Nederland komt racisme voor.

Dit blijkt bijvoorbeeld uit onderzoeken over de arbeidsmarkt: we weten dat sollicitanten met een niet-westers klinkende naam een significant kleinere kans hebben om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek (zie bijvoorbeeld Ramos en anderen (2019) en Thijsen en anderen (2019)). In het VIA rapport van SZW wordt zelfs uitgegaan van zo’n 60% meer kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek met een Nederlands klinkende naam dan met een Arabisch klinkende naam. Er is sprake van etnisch profileren bij de politie en marechaussee (zie o.a. het werk van Sinan Çankaya en onderzoek van Amnesty International) en bij de Belastingdienst.

In het werk van Movisie is effectief discriminatie bestrijden een belangrijk thema. Dit geven wij onder meer vorm in projecten waarin we ons richten op het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt en het ondersteunen van gemeenten bij de ontwikkeling van lokaal antidiscriminatiebeleid. We doen dit samen met de mensen die zich als vrijwilliger of als professional inzetten in de strijd tegen racisme.

Maar deze bijzondere tijd vraagt om meer. Daarom willen we expliciet laten weten dat Movisie zich schaart achter hen die zich inzetten in de strijd tegen racisme en discriminatie (zie hier de definities die we hanteren). Wij dragen ons steentje bij vanuit onze rol als kennisinstituut door middel van praktijkgericht onderzoek en het ondersteunen van de ontwikkeling van lokale aanpakken. En we kijken in de spiegel.

We doen dat niet voor het eerst, maar het is duidelijk dat openlijke, verhulde, onbedoelde en subtiele vormen van uitsluiting en discriminatie nog altijd voorkomen en blijvend aandacht behoeven. Dat geldt zeker als het gaat om discriminatie en uitsluiting op grond van huidskleur, religie en afkomst maar ook als het gaat om discriminatie en uitsluiting op grond van sekse, seksuele voorkeur, genderidentiteit, leeftijd, beperking.

Wat gaan wij doen om bij te dragen aan gelijke kansen voor iedereen en het tegengaan van racisme en discriminatie?

  • Movisie zal activiteiten blijven uitvoeren die gericht zijn op het uitbannen van discriminatie en racisme. Dat doen we in specifiek daarop gerichte projecten, maar ook zullen we scherper letten op inclusiviteit in alle andere projecten.
  • Movisie zal analyseren welke subtiele en verborgen processen binnen onze organisatie ongelijkheid en uitsluiting in stand houden en acties ondernemen om die tegen te gaan.
  • Movisie zal zich inspannen om te zorgen dat er onderzoek komt naar hoe we institutioneel racisme kunnen bestrijden; want alhoewel er veel kennis is over wat werkt om discriminatie te verminderen (zie ons wat werkt dossier waarin de wetenschappelijke kennis gebundeld is), weten we nog te weinig over hoe we het institutionele karakter van racisme aanpakken.

Movisie werkt samen met tal van anderen om bij te dragen aan duurzame positieve verandering voor mensen in kwetsbare posities. Heb je ideeën om met ons te werken aan uitbanning van discriminatie en racisme, suggesties voor hoe wij ons werk beter kunnen doen of ervaringen die je wil delen die ook anderen kunnen inspireren: stuur ons een e-mail.

Janny Bakker-Klein, Silvie Janssen en Saskia Keuzenkamp (Raad van Bestuur en directie Movisie)

Bron: movisie.nl

LANGDURIGE ZORG | WMO | WELZIJN

Introductie Handreiking Wmcz 2018 en Model medezeggenschapsregeling Gehandicaptenzorg

De VGN, KansPlus en het LSR hebben een handreiking Wmcz 2018 en een model medezeggenschapsregeling voor de Gehandicaptenzorg ontwikkeld. De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) treedt op 1 juli 2020 in werking. Vanaf dat moment moeten zorgaanbieders onder andere aan de slag met het organiseren van inspraak (artikel 2). Uiterlijk 1 januari 2021 moeten zorgaanbieders en cliëntenraden gaan werken met de nieuwe medezeggenschapsregeling. De handreiking en de modelregeling bieden een handvat hiervoor.

Samenwerking

De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), het LSR en KansPlus (het belangennetwerk verstandelijk gehandicapten) hebben de handreiking gezamenlijk opgesteld. Hiervoor zijn vragen, wensen en ideeën opgehaald bij cliënten, verwanten en zorgaanbieders. Onder andere tijdens een werkconferentie, op het congres

cliëntenraden en tijdens verschillende ledenbijeenkomsten van de VGN. Er is vanuit verschillende perspectieven naar de implementatie van de Wmcz 2018 gekeken.

Handreiking

In de handreiking geven de VGN, het LSR en KansPlus uitleg over de Wmcz 2018 (zie bijlage). Ook staan de belangrijkste verschillen tussen de huidige Wmcz en de nieuwe Wmcz 2018 in de handreiking. De handreiking is gemaakt voor leden van (centrale) cliëntenraden, bestuurders, en medewerkers die zich voorbereiden op de overgang van de Wmcz naar de Wmcz 2018.

Model medezeggenschapsregeling

Zorgorganisaties hebben tot 1 januari 2021 de tijd om met hun cliëntenraden een medezeggenschapsregeling af te stemmen. De cliëntenraad heeft instemmingsrecht over de medezeggenschapsregeling. Het model medezeggenschapsregeling geeft aan hoe je de onderwerpen vanuit de Wmcz 2018 kunt regelen. Het model zegt hoe het kan en niet hoe het moet. Zorgorganisaties en cliëntenraden kunnen uiteraard eigen keuzes maken. In de modelregeling staan twee varianten (zie bijlage):

  • Eén modelregeling voor de cliëntenraad. Dit model gebruik je voor lokale (of decentrale) cliëntenraden of wanneer je als zorginstelling in totaal één cliëntenraad hebt.
  • Eén modelregeling voor de centrale cliëntenraad. Dit model kan ook gebruikt worden voor andere koepelraden zoals een divisieraad of een regionale cliëntenraad. Bij elk artikel in de modelregeling staat een toelichting.

Er is ook een vereenvoudigde versie van de Modelregeling opgesteld. Deze vereenvoudigde versie zal uiterlijk 1 juli beschikbaar zijn.

De minister heeft schriftelijk aangegeven geen expliciet uitstel te verlenen voor de implementatie van de medezeggenschapsregelingen. De minister en de IGJ geven wel aan dat er in corona tijd coulant wordt omgegaan met de implementatie van de wet.

Model Huishoudelijk reglement

Het LSR heeft een nieuw Huishoudelijk Reglement opgesteld die voldoet aan de nieuwe Wmcz 2018. Leden kunnen dit Huishoudelijk Reglement van de kennisbank downloaden.

Inspraak

Inspraak is een nieuw onderdeel van de wet. Het regelen van inspraak is verplicht voor zorgorganisaties met cliënten die langdurig verblijven. De wet schrijft niet voor hoe je dat doet. Zo kunnen zorgorganisaties op hun eigen manier inspraak regelen die het beste past bij de organisatie en de doelgroep. Vilans heeft hiervoor begin dit jaar de handreiking Inspraak gemaakt.

Bijlagen

Handreiking Wmcz 2018

Model medezeggenschapsregeling Gehandicaptenzorg

Bron: hetlsr.nl

Vereniging LFB bestaat 25 jaar! 

Al in de jaren ’80 namen wij, mensen met een verstandelijke beperking, het initiatief om een eigen belangenvereniging op te gaan zetten. We noemden deze vereniging ‘Onderling Sterk’. We wilden voor onszelf spreken in plaats van dat er voor ons gesproken werd. We wilden zelf ons leven kunnen bepalen en volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. Op verschillende plekken in het land werden deze verenigingen opgericht.

In 1992 zijn we gestart met een werkgroep om een landelijke belangenvereniging dóór en vóór mensen met een verstandelijke beperking op te zetten. Ik, Conny Kooijman, directeur van de LFB zat ook in die werkgroep. We kregen daarbij hulp van ouderverenigingen. Na 3 jaar voorbereiden was het zover. Op 21 juni 1995 is de Landelijke Federatie Belangenverenigingen Onderling Sterk (LFB Onderling Sterk) officieel opgericht.
 
Op 21 juni 2020 bestonden we 25 jaar. In die 25 jaar hebben we ons met hart en ziel ingezet om de belangen van mensen met een verstandelijke beperking te behartigen. En mensen met een verstandelijke beperking sterker te maken. We zijn gegroeid van een kleine organisatie met een bureaumedewerker en een coach naar een grote organisatie. Verspreid over het land zijn nu meer dan 100 medewerkers dagelijks actief in de versterking en vertegenwoordiging van mensen met een verstandelijke beperking. Wij gaan daarbij altijd uit van de ‘dóór en vóór’ gedachte.
Niets over ons, zonder ons…
We zijn STERK door ervaring.
 
We wilden ons 25-jarig jubileum groots vieren met een jubileumcongres. Helaas gooit de coronacrisis roet in het eten. Toch vieren we een bescheiden feestje. Met op maandag 22 juni om 11:00 de startbijeenkomst van onze jubileumweek. Online ontmoeten de medewerkers van de LFB elkaar en vertellen waarom zij trots zij op de LFB. Benieuwd hoe dit eruit ziet? Kijk dan op de website.
 
Samenwerking met andere organisaties is voor de LFB erg belangrijk. We ervaren dagelijks dat we SAMEN sterker staan dan alleen. We willen u daarom hartelijk danken voor de fijne samenwerking de afgelopen jaren. We mogen trots zijn op wat we samen bereikt hebben. Ons werk is nog niet klaar. Veel mensen met een verstandelijke beperking maken nog steeds mee dat anderen voor hen denken, praten en bepalen. En dat ze maar beperkt zeggenschap hebben over hun eigen leven. Wij gaan dus nog even door met ons werk. Wij nodigen u van harte uit om dat samen met ons te blijven doen!
 
Hartelijke groet,
Conny Kooijman
Directeur vereniging LFB
Voor meer informatie over onze organisatie en ons jubileum zie:
www.lfb.nu

VGN en 40 zorgaanbieders starten kort geding tegen nieuw zorginkoopbeleid

De VGN start samen met 40 zorgaanbieders een kort geding procedure tegen het zorginkoopbeleid Wlz 2021-2023 van de zorgkantoren. De zitting vindt op donderdag 10 september plaats bij de rechtbank Den Haag. De VGN en de zorgaanbieders vinden het onbestaanbaar dat middenin de coronacrisis de spelregels eenzijdig en zonder draagvlak in de sector worden aangepast.

Afgezien van deze ongelukkige timing maakt de VGN de gang naar de rechter omdat zij grote bezwaren heeft tegen de nieuwe inkoopsystematiek voor de komende drie jaar. Die bestaat om te beginnen uit een basistariefpercentage van het NZa-maximumtarief. Zorgaanbieders kunnen vervolgens een opslag verdienen door plannen in te dienen voor één of meerdere kernelementen: passende zorg, innovatie, bedrijfsvoering en duurzaamheid. De voorgestelde systematiek dwingt zorgaanbieders dus over een periode van meerdere jaren tegen een lager tarief dezelfde kwaliteit te leveren, terwijl zij geconfronteerd worden met hogere kosten. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de zorg aan 122.000 kwetsbare cliënten. Daarnaast moeten zorgaanbieders met de bijbehorende administratieve belasting extra inspanningen doen om de opslag veilig te stellen.

Forse korting

Voor 2021 is het basistariefpercentage vastgesteld op 94% van het NZa maximumtarief. Dit betekent een forse bezuiniging van ruim € 150 miljoen voor zorgorganisaties. De meeste zorgkantoren hanteren in 2020 namelijk een basistariefpercentage van 96% of hoger. De zorgkantoren gaan ervan uit dat de zorgaanbieders met het lagere tariefpercentage in 2021 kunnen voldoen aan de eisen van het Kwaliteitskader gehandicaptenzorg.

Zorgaanbieders krijgen deze financiële klap terwijl zij de afgelopen jaren geconfronteerd zijn met steeds hogere kosten, die niet in de NZa tarieven zijn verwerkt. Hier vallen om te beginnen de hogere personeelskosten onder, in het bijzonder de kosten voor de toegenomen inhuur van personeel niet in loondienst, een rechtstreeks gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast ontstaan er extra kosten die de invoering van de Wet zorg en dwang met zich meebrengt. Bovendien zorgt de toename in de complexiteit van de zorgvraag voor hogere kosten.

Opslag onvoldoende

In 2021 kunnen zorgaanbieders maximaal een opslag van 2% veilig stellen. Deze opslag neemt de bezwaren niet weg, omdat hier extra inspanningen voor gevraagd worden, zoals investeren in innovatie of het leveren van duurdere, passende zorg. Dit tezamen zorgt voor financiële onzekerheid bij zorgaanbieders en minder inkomsten voor de basiszorg. De genoemde korting van ruim € 150 miljoen betekent dat er 3.600 medewerkers (2.400 fte) minder kunnen worden ingezet om zorg te leveren aan mensen met een beperking. Hierdoor ontstaat grote druk op de kwaliteit van zorg voor cliënten met een beperking in de zorgkantoorregio’s waar het nieuwe beleid zou worden gevoerd.

Verkeerde afslag in de samenwerking

De veertig zorgaanbieders die samen met de VGN tegen deze inkoopsystematiek in verweer komen, leveren met 70.000 medewerkers zorg aan ruim 63.000 mensen met een beperking in de Wlz. De VGN en deze aanbieders stellen vast dat het voorgenomen meerjarenbeleid van de zorgkantoren zonder samenwerking of dialoog tot stand is gekomen. De VGN heeft voorafgaand aan de publicatie van het nieuwe inkoopbeleid meerdere keren met ZN en de zorgkantoren overleg gevoerd over dit beleid en daarbij grote zorg uitgesproken over de impact. Daarbij is gepleit voor verlenging van het huidige inkoopbeleid, zodat aanbieders in deze tijd van crisis niet geconfronteerd worden met extra tegenvallers. Verlenging van de huidige systematiek biedt ook tijd om met de zorgkantoren te kijken hoe de uitdagingen waar de langdurige zorg voor staat - en die de VGN ook erkent - op de juiste manier kunnen worden aangepakt. De VGN heeft nadrukkelijk aangeboden met de zorgkantoren bestuurlijke meerjarenafspraken te maken over de uitdagingen in de gehandicaptenzorg, als alternatief voor het huidige prijsgerichte inkoopbeleid van de zorgkantoren.

Slechte timing

De zeer ongelukkige timing van het nieuwe inkoopbeleid van de zorgkantoren vraagt tenslotte ook nog eens om veel geduld van de VGN en de 40 zorgaanbieders. De zitting bij de rechtbank in Den Haag zal immers pas in september plaatsvinden. Want ook de rechtspraak heeft te kampen met achterstanden door corona.

Meer informatie over de nieuwe inkoopsystematiek 2021-2023 leest u hier. U vindt via deze link eveneens een uitgebreider overzicht van het ZN-inkoopkader en het aanvullende regionale beleid van de zorgkantoren.

Bron: vgn.nl

ZorgkaartNederland maakt kiezen voor een zorgaanbieder makkelijker

Op ZorgkaartNederland kunt u zorgaanbieders zoeken en uw ervaring vertellen. ZorgkaartNederland wil voor iedereen makkelijk te gebruiken zijn. Hiervoor past ZorgkaartNederland regelmatig de website aan. Nu heeft ZorgkaartNederland het keuzemenu duidelijker gemaakt. Hiermee is het makkelijker om een zorgaanbieder te vinden die bij uw wensen aansluit.

Als u op ZorgkaartNederland een zorgaanbieder zoekt, kunt u aangeven wat voor u belangrijk is. Bijvoorbeeld uw woonplaats. Deze keuzes kunt u aangeven in het keuzemenu. Het keuzemenu is nu aangepast en makkelijker te gebruiken.

De belangrijkste aanpassingen zijn:

  • Het keuzemenu staat links op de pagina.
  • U kunt duidelijk zien welke keuzes u heeft gemaakt.
  • Bij iedere keuze die u kunt maken wordt een uitleg gegeven.

Samenwerking met organisaties uit gehandicaptensector

ZorgkaartNederland werkt samen met andere organisaties. Om ZorgkaartNederland meer toegankelijk te maken voor mensen met een beperking, wordt samengewerkt met:

  • Ieder(in), koepelorganisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte
  • KansPlus, belangennetwerk voor mensen met een verstandelijke beperking
  • De LFB, de landelijke belangenorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking
  • Het LSR, landelijk steunpunt (mede)zeggenschap

De volgende stap

Als volgende stap willen we meer keuzes mogelijk maken voor de gehandicaptenzorg op ZorgkaartNederland. Hierdoor kunnen ook mensen in de gehandicaptenzorg makkelijker kiezen voor een zorgaanbieder die bij hun wensen aansluit.

Meer informatie

Bron: zorgkaartnederland.nl

Resultaten eerste Monitor bezoek gehandicaptenzorg

De resultaten van de eerste uitvraag Monitor bezoek gehandicaptenzorg zijn bekend. Het geeft een beeld van de stand van zaken per 15 juni van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de Handreiking bezoek gehandicaptenzorg.

De VGN wil een beeld krijgen van hoe de sector in corona-tijd met bezoek omgaat. Wat is de stand van zaken per 15 juni? Deze datum was één van de mijlpalen uit de routekaart van VWS en de datum waarop uiterlijk voor elke cliënt in een instelling of kleinschalige

woonvoorziening op een goede manier invulling is gegeven aan het ontvangen van bezoek. Vindt de verruiming plaats zoals opgesteld in de routekaart en de handreiking? Op welke wijze wordt er invulling aan gegeven? En welke dilemma’s zijn er in de praktijk? Hiervoor is een vragenlijst ontwikkeld die is uitgezet onder de leden van de VGN. In deze Monitor bezoek gehandicaptenzorg leest u de resultaten van deze eerste uitvraag. De vragenlijst zal nog een aantal keer worden rondgestuurd om te monitoren hoe de verruiming van de bezoekregeling wordt ingevuld.

Document

Monitor bezoek gehandicaptenzorg: stand van zaken per 15 juni 2020

Bron: vgn.nl

SCP: ook na versoepeling is extra aandacht voor mensen met een verstandelijke beperking nodig

Extra aandacht voor mensen met een verstandelijke beperking blijft hard nodig – ook na de eerste fase van de coronacrisis. Dit constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar nieuwe beleidssignalement.

Sociaal-emotioneel welzijn onder druk

Door corona hebben mensen met een beperking minder sociale contacten dan normaal. Mensen in wooninstellingen hebben geleden onder de strenge bezoekregeling, maar ook mensen die thuis wonen hebben het moeilijk. Er was namelijk minder begeleiding beschikbaar en kinderen konden niet naar het speciaal onderwijs of de dagopvang. Dit verminderde het aantal contacten zette het welzijn van mensen met een verstandelijke beperking extra onder druk.

Het SCP vraagt zich af of het wenselijk en haalbaar is dat er in deze kwetsbare groep anderhalve meter afstand wordt gehouden. Voor velen is fysiek en sociaal contact immers van groot belang. Bij cliënten in een wooninstelling kan het verminderde contact met naasten leiden tot bijvoorbeeld boosheid en ontevredenheid. Voor thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking kunnen de gevolgen van het wegvallen van dagbesteding en begeleiding ook grote gevolgen hebben. De belangrijke dagelijkse structuur valt weg.

Positie op arbeidsmarkt nu nog lastiger

Een ander aandachtsgebied is de positie op de arbeidsmarkt. Voor mensen met een verstandelijke beperking was het vóór de coronacrisis al lastig om werk te vinden. En als zij dan werk vinden, is dit vaak van tijdelijke aard, aldus het SCP. Juist dit flexibele werk staat door de crisistijd onder druk. Bovendien liggen bepaalde werkgeverseisen minder voor de hand tijdens

lagere productiviteit. Het rapport van de SCP benadrukt dan ook dat de beschikbaarheid van passend werk voor mensen met een verstandelijke beperking nu nog sterker onder druk staat. Dit terwijl structurele dagbesteding juist essentieel is voor zelfredzaamheid en de overheid ook als doelstelling heeft om te zorgen voor begeleid en beschut werk. Hier zal dus extra aandacht aan besteed moeten worden.

‘Ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’

Als er een nieuwe golf van coronabesmettingen zou komen, en de maatregelen noodgedwongen weer strenger worden, is een zorgvuldige afweging tussen benodigde hulp, sociaal contact en de risico’s op extra besmettingen voor deze groep noodzakelijk. Een ‘ja (bezoek), mits'- in plaats van een ‘nee, tenzij’-regeling kan hierbij helpen – gecombineerd met de beschikbaarheid van voldoende beschermingsmiddelen (ook in de zorg thuis). Binnen de wooninstellingen kan dit zorgen voor minder boosheid en/of probleemgedrag en voor meer tevredenheid.

Lees het volledige beleidssignalement hier

Bron: Vgn.nl

De coronacrisis is voor mensen met een beperking nog lang niet voorbij

Iedereen in Nederland lijkt klaar te zijn met corona en wil weer normaal doen. Toch is er een grote groep mensen voor wie de crisis nog niet voorbij is: mensen met een beperking of chronische aandoening. “Wanneer horen wij dat het voor ons weer veilig is? Ik zit al 12 weken binnen, ik mis mijn leven.” Belangenbehartiger Ieder(in) hield in mei een enquête onder ruim 2100 chronisch zieken, mensen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en de resultaten geven een beeld van meer uitsluiting, eenzaamheid en verlies van kwaliteit van leven.

Minder kwaliteit van leven

De coronacrisis heeft een grote impact op de levenskwaliteit van chronisch zieken en mensen met een beperking. De helft van hen is er de afgelopen maanden lichamelijk op achteruit gegaan, 45% heeft last van eenzaamheid, ruim 40% heeft last van stress of psychische klachten. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • het missen van contact met naaste familie en geliefden;
  • de zorgen over en angst voor besmetting;
  • het noodgedwongen uitstellen van medische behandelingen en afspraken.

Extra risico door op gang komen samenleving

Vooral chronisch zieken met een hoog risico in geval van een COVID-19 besmetting, hebben zorgen over het feit dat de samenleving nu weer op gang komt. Veel van hen lopen hierdoor extra risico en sluiten zich op in huis. “Ik hou mijn hart vast als straks heel veel weer toegestaan is. Omdat ik in een hoog risicogroep val, ben ik heel erg bang om besmet te worden. En ik zie dat mensen op straat zich nu al niet aan de maatregelen houden. Ook ben ik bang dat mijn verzorgers weer veel meer gaan ondernemen en daardoor eerder besmet kunnen raken en dit op mij kunnen overdragen.”

Afstand houden is vaak ondoenlijk

De deelnemers aan het onderzoek is ook gevraagd of het anderhalve meter afstand houden voor hen haalbaar is, 40% zegt van niet. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om blinden en slechtzienden of mensen in een rolstoel. “Mijn leven is door alle visuele aanwijzingen waar ik niets mee kan en de 1.5-meter regelgeving waar ik niet goed aan kan voldoen, minstens dubbel zo zwaar en beperkt geworden”, schrijft een blinde man. Een rolstoelgebruiker zegt: “er wordt geen rekening gehouden met rolstoelers. Alle looproutes zijn veel te krap. Daarnaast houden mensen vaak onvoldoende afstand, waardoor ik niet veilig de straat op kan.”

Oplossingen

In het onderzoek is ook gevraagd wat mensen nodig hebben om het leven weer op een enigszins redelijke manier te kunnen hervatten. 64% wil informatie van de overheid en van medisch specialisten over versoepeling van coronamaatregelingen, specifiek afgestemd op mensen met een beperking of chronische ziekte. Verder zegt bijna de helft dat toezicht en handhaving een voorwaarde is om veilig de openbare ruimte te kunnen gebruiken. Om weer activiteiten buitenshuis te kunnen hervatten zoals werk, dagbesteding of vrijwilligerswerk, zijn er goede afspraken nodig over hygiëne op de betreffende locatie, vindt eveneens bijna de helft. Heel opvallend is verder dat 22% van de chronisch zieken de beschikking wil krijgen over medische mondkapjes om zichzelf te beschermen.

Wat moet er gebeuren volgens Ieder(in)

Ieder(in) heeft er de afgelopen maanden op gehamerd dat er een aparte strategie voor mensen met een beperking en chronische aandoening komt om uit de coronacrisis te komen. Nu die Covid-strategie er is, is het van belang dat daar ook snel uitvoering aan wordt gegeven. Directeur Illya Soffer van Ieder(in): “Veel mensen met een beperking en hun verwanten voelen zich nog steeds over het hoofd gezien. Er wordt wel beleid voor hen gemaakt, maar niet mèt hen. Daardoor raken mensen meer geïsoleerd dan nodig.”

Verder zegt Soffer: “Voor mensen met een hoog gezondheidsrisico brengen de versoepelingen bovendien niet meer, maar minder vrijheden. Zij zijn momenteel echt een vergeten groep. Vóór Corona stonden zij nog midden in het maatschappelijke leven. Nu zitten ze, misschien nog wel maanden, noodgedwongen thuis. Het wordt hoog tijd dat er speciale aandacht komt voor die vergeten groep. Deze mensen hebben meer informatie nodig, van de rijksoverheid en van hun artsen en specialisten. Er zijn speciale voorzieningen nodig voor diegenen die vanwege hun gezondheidsrisico problemen krijgen om weer terug te keren naar werk, onderwijs en hun sociale leven”.

Lees hieronder het complete rapport.

Downloads

Rapport Hoe wordt uw leven weer leefbaar (pdf - 2 MB) Rapport Hoe wordt uw leven weer leefbaar (docx - 3 MB)

Bron: iederin.nl

Curatieve zorg | Eerstelijnszorg | GGz

Daling totale zorggebruik op huisartsenposten, stijging bij gezondheidsproblemen geassocieerd met COVID-19

Het totale zorggebruik op de huisartsenpost (HAP) is sterk afgenomen sinds het uitbreken van de COVID-19-pandemie. Wel is er is een duidelijke stijging te zien in het aantal contacten voor gezondheidsproblemen die geassocieerd zijn met COVID-19. Dit houdt in dat de afname van zorggebruik alleen gezien wordt bij contacten voor andere gezondheidsproblemen dan de COVID-19-gerelateerde.

Het - toegenomen - aantal ‘patiënten met gezondheidsproblemen geassocieerd met COVID-19’ bestaat uit: patiënten met een besmetting van COVID-19, patiënten die verdacht worden van besmetting en patiënten die zelf bang zijn dat zij mogelijk besmet zijn.

Vooral contacten van ouders met baby’s en jonge kinderen sterk gedaald
Ouders van baby’s en jonge kinderen (0-4 jaar) hebben vaak contact met de HAP. Wat opvalt is dat het aantal van dergelijke contacten sterk is gedaald sinds week 12, vlak na het begin van de coronapandemie. Deze daling heeft een grote impact op het totale zorggebruik en de daaraan gerelateerde werkdruk.

Extra werkdruk in verband met corona
Hoewel het algehele zorggebruik is afgenomen, kan de belasting van het behandelen van patiënten met symptomen die gerelateerd zijn aan COVID-19 toch bijdragen aan extra werkdruk op de HAP. Door de veranderingen in de eerstelijnszorg wordt de HAP sowieso steeds meer en vaker belast met een groter wordende verscheidenheid aan acute gezondheidsproblemen. Het zorggebruik, en daarmee de werkdruk, neemt daardoor al jaren geleidelijk toe (zie HAP jaarcijfers 2018 en trendcijfers 2014-2018).

Over het onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd met gegevens uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. De factsheet met de resultaten van dit onderzoek is de eerste in een reeks van drie. Niet alleen rapporteren we over het zorggebruik op de HAP in coronatijd, ook maken we inzichtelijk in welke mate huisartsenposten patiënten zien met gezondheidsproblemen die geassocieerd zijn met

COVID-19. Daarnaast geven we aan in welke mate de cijfers afwijken ten opzichte van de cijfers over dezelfde periode in voorgaande jaren. We rapporteren in weekcijfers, waarbij we teruggaan tot 1 januari 2020.

Bron: nivel.nl

Thuiswonende ouderen aansporen om hulp te zoeken bij klachten

IGJ heeft thuiszorgaanbieders, FACT teams, koepelorganisaties en patiëntenorganisaties gebeld om een beeld te krijgen van kwetsbare thuiswonende ouderen. Hieruit blijkt dat er de nodige inspanningen worden verricht om patiënten weer naar het spreekuur van de huisarts en bijvoorbeeld de fysiotherapeut te krijgen, maar niet altijd succesvol.

Huisartsen zijn soms wat voorzichtig naar patiënten. Soms overheerst bij cliënten nog het beeld van ‘kom niet naar de praktijk’. Professionals maken zich ook zorgen dat ouderen steeds meer voor zichzelf willen zorgen. Ouderen zelf zijn huiverig om te komen met hun klachten, onder andere omdat ze bang zijn om besmet te raken. Het blijft van belang dat mensen met klachten hulp krijgen. Beroepsverenigingen spannen zich hier ook voor in.

Deze en andere signalen uit het zorgveld zijn terug te vinden in onze wekelijkse nieuwsbrief.

Bron: igj.nl

Aandacht en ambities leiden tot minder vrijheidsbeperkende maatregelen in jeugd-ggz en behandelcentra

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bezocht in totaal 12 locaties bij 7 orthopedagogische behandelcentra (hierna: OBC’s) en 4 instellingen voor jeugd-ggz. Alle bezochte instellingen werken aan het verminderen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Toch wordt vrijheidsbeperking nog regelmatig ingezet, soms ook onbewust. Dat is onwenselijk, zeker bij deze jonge en kwetsbare mensen. Vrijheidsbeperkende maatregelen – zoals verplicht naar de eigen kamer moeten of geplaatst worden in een afzonderingsruimte – mogen alleen als er echt geen alternatieven zijn.

De inspectie zag dat de meeste instellingen een open behandelcultuur belangrijk vinden bij het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Als binnen een goede relatie tussen jeugdige en professionals maatwerk wordt toegepast in de behandeling, lukt deze behandeling vaak zonder toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Instabiele teams met wisselende professionals belemmeren juist het terugdringen van vrijheidsbeperking. Dat komt omdat daardoor geen relatie ontstaat met de jeugdigen op de groep. Ook de complexe problematiek is steeds meer een belemmerende factor. Dat geldt zowel in de OBC’s als de jeugd-ggz. Daarnaast is het na behandeling vaak lastig deze jeugdigen te laten doorstromen naar een passende vervolgplek.

IGJ draagt bij aan ontwikkeling

De IGJ wil bijdragen aan het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Daarom bezocht zij orthopedagogische behandelcentra (OBC’s) en instellingen voor jeugd-ggz. De inspectie onderzocht hoe instellingen werken aan het terugdringen van vrijheidsbeperking. Met oog voor de positieve ontwikkelingen: Wat gaat goed, zijn er goede voorbeelden? Maar ook voor wat nog beter kan en waardoor het nog niet lukt.

Dit onderzoek is een vervolg op eerder toezicht in de gesloten jeugdzorg, in de eerste helft van 2019. Daarover verscheen in juni 2019 een factsheet. Ook de komende jaren houdt de inspectie oog voor dit belangrijke thema.

Orthopedagogisch behandelcentrum en jeugd-ggz

Sommige jeugdigen met een licht verstandelijke beperking lopen vast thuis, op school of in de samenleving. Zij kunnen worden opgenomen in een orthopedagogisch behandelcentrum. De jeugd-ggz behandelt jeugdigen en jongvolwassenen met een psychische aandoening die leidt tot ernstige beperkingen in hun functioneren of tot verhoogd risico op een verstoorde ontwikkeling.

Documenten

Aandacht en ambities leiden tot terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bezocht in totaal 12 locaties bij 7 orthopedagogische behandelcentra (OBC’s) en 4 ...

Bron: igj.nl

‘Jeugdzorg stopt uit geldnood duizenden behandelingen’

De jeugdzorginstellingen moeten deze zomer duizenden behandelingen van jongeren stoppen, omdat ze anders in grote financiële problemen komen. Het gaat om vaak verliesgevende zorg voor jeugdigen met zware problemen: jongeren met een verstandelijke beperking, psychische problemen, een depressieve stoornis, jeugd die suïcidaal is of uit gezinnen komt met multiproblemen.

Niet betalen

Dat verwacht Nellieke de Koning, voorzitter van platform Gezond Opgroeien van brancheorganisatie de Nederlandse ggz en bestuurder bij jeugdzorginstelling Spirit en bij de Bascule, het academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie: “Zorginstellingen worden gedwongen de maatregelen vanaf volgende maand te nemen, omdat kabinet en de gemeenten niet meer de gemiste zorgomzet door corona willen betalen.”

Gebrek aan reserves

Daardoor zullen veel instellingen in de jeugdzorg, jeugd-ggz en voor kinderen met een verstandelijke beperking die verliesgevende zorg moeten beëindigen, verwacht De Koning. Omdat de gemeenten de gemiste coronazorg niet financieel willen opvangen, missen jeugdhulpinstellingen 5 tot 10 procent van hun inkomen. “Met het gebrek aan reserves en onze flinterdunne marges, heb je als bestuurder meteen te maken met een gigantisch financieel probleem.”

De bezuinigingen die instellingen moeten doorvoeren, kosten hierdoor ook honderden medewerkers in de jeugdzorg hun baan, schat De Koning. “Het kan niet anders. Vooral die organisaties die alleen gefinancierd worden vanuit de Jeugdwet hebben nauwelijks reserves. Op een gegeven moment weet je niet meer waarop je moet bezuinigen. Dan moet je letterlijk stoppen met zorg. Dit besluit van VWS en de gemeenten heeft een enorme impact.” Dinsdag houdt de Tweede Kamer een debat over de jeugdzorg, waarbij onder meer dit onderwerp aan de orde zal komen.

Onaangenaam verrast

Twee weken geleden werden de jeugdbranches ‘onaangenaam verrast’ door de mededeling van de gemeenten om – in overleg met het kabinet – de omzetgarantie na 1 juli te staken. De branches pleiten ervoor om de coronacompensatie in het sociaal domein tot eind dit jaar voort te zetten.

Meerkosten corona

Probleem is ook de onduidelijkheid of gemeenten de meerkosten van de coronamaatregelen van de instellingen na 1 juli blijven vergoeden. Het gaat dan bijvoorbeeld om extra kosten die instellingen kwijt zijn aan uitgaven voor beschermingsmiddelen, herinrichting van locaties, extra personeel en huur van extra ruimten.

“Die coronamaatregelen gaan toch gewoon door voor instellingen?”, zegt De Koning, die minister De Jonge (VWS) parafraseert: “De gemeenten zijn misschien klaar met het virus, maar het virus is nog niet klaar met ons.” Voor een gemiddelde jeugdzorginstelling kosten de coronamaatregelen ‘vele tonnen op jaarbasis’.

Ontoereikend

De omzet is per 1 juli niet opeens op pre-corona-niveau: “Soms gaan jongeren uit angst voor het virus niet naar een instelling. Beeldbellen is een mooie oplossing, maar is voor een deel van de cliënten ontoereikend. Vaak kunnen gezinnen niet eens beeldbellen door het gebrek aan apparatuur, een slechte wifi-verbinding of omdat kinderen thuis geen privé-plek hebben om met een zorgverlener te praten.”

Daarbij heeft de jeugdhulp te maken met een lagere zorgomzet, omdat er de afgelopen maanden veel minder is doorverwezen. Bovendien is de toegang tot de jeugdhulp vertraagd, omdat de rechters minder zittingen hadden. Ambulante (jeugd)hulp aan kinderen en gezinnen is begonnen, maar met de beperkingen van de algemene corona-maatregelen. Dit betekent dat

minder cliënten en gezinnen kunnen worden bezocht en er ook nog alternatieve vormen van hulp worden ingezet die in uren niet altijd van dezelfde omvang (en omzet) is.

Niet starten

Scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs zijn ook niet voor de volle honderd procent op het oude niveau. Dat zorgt ervoor dat de zorg en jeugdhulp die daar worden geboden niet volledig kunnen starten. Dat geldt zowel voor daadwerkelijke begeleiding en de zorg op scholen als voor de instroom en toegang via de scholen.

Extra financiële tegenslag is dat jeugdzorginstellingen dit jaar veel tijd en dus ook geld kwijt zijn om de verantwoording van de financiering dit jaar in orde te krijgen. De Koning ziet dat elke gemeente aparte eisen kan stellen aan jeugdhulpinstellingen. De Koning: “Dat is gewoon niet te doen. Daar draaien we op vast.”

Ontzettend blij

Tot voor kort was de jeugdzorg ‘ontzettend blij’ met de tijdelijke coronaregeling. De Koning: “Dat was een enorme steun in de rug. Ook voor medewerkers, die keihard zijn blijven werken. Ze hebben als een speer het beeldbellen mogelijk gemaakt en de zorg voortgezet met inachtneming van alle maatregelen. Dat is heel goed gegaan. Practice what you preach: hoe geloofwaardig is het, als je zegt dat dit een cruciale sector is? Dan moet je ook de stabiliteit geven om mensen hun werk te laten doen.”

Bron: skipr.nl

Twitter
Website
Copyright © 2020 Bezoekadres LSR, Alle rechten voorbehouden


Wilt u aanpassen hoe u deze e-mails ontvangt?
U kan uw voorkeuren aanpassen of u afmelden voor deze lijst.