Copy

De Wijsmaker Nieuwsbrief #43# oktober 2019

Is deze e-mail niet goed leesbaar?
Klik hier voor de webversie.

Beste lezers,

In deze mooie herfst gaan we ervoor zorgen dat iedereen zijn of haar PE-punten weer binnenhaalt. Net als de egel hieronder maken wij ons klaar voor de aankomende winter. De egel zoekt wormen, wij zoeken PE punten!

Heb je nog suggesties voor een nieuwe opleiding of training in het komend voorjaar laat het ons weten! Als je zelf een opleiding of training wilt geven horen we dat ook graag. 

Groet, Mark Cornelissen
Eigenaar De Wijsmaker
 
Wet herziening partneralimentatie
 
Waar op letten als de wet herziening partneralimentatie ingaat per 1-1-2020?

Inhoud van de wet
Met deze wet wordt de duur van de partneralimentatie de helft zo lang als het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. Dit geldt alleen voor nieuwe gevallen.

Uitzonderingen

  1. Met dit voorstel wordt bij huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, de duur van de partneralimentatie maximaal 10 jaar. Alimentatiegerechtigden van 50 jaar en ouder die langer dan 15 jaar zijn getrouwd, hebben recht op 10 jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt na zeven jaren.
  2. Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar.
Waar op letten?
  1. Partneralimentatie telt mee in het verzamelinkomen, het toetsingsinkomen op basis waarvan het recht op toeslagen wordt bepaald. Omdat de strekking van het wetsvoorstel is dat de termijn van partneralimentatie korter wordt, valt te verwachten dat het toetsingsinkomen van de alimentatiegerechtigde na het aflopen van de termijn lager wordt waardoor men eerder en voor een hoger bedrag recht heeft op toeslagen. En potentieel meer bijstand moet worden verleend. 
  2. Andersom geldt voor de alimentatieplichtige dat zijn verzamelinkomen eerder zal gaan stijgen en er dus minder recht is op toeslagen. 
Los hiervan wordt de aftrek voor alimentatieplichtigen verlaagd, met in 2023 nog maar 37,05% aftrek. Dit betekent ook weer een verlaging van het inkomen omdat er meer belasting betaald gaat worden. 
 

PAWW??


De Private Aanvulling WW en WGA (PAWW) is een private regeling. Een private partij of werkgever voert deze regeling uit. Deelname aan de PAWW is per cao geregeld. Als de CAO is vastgesteld dat zijn werkgever en werknemers hieraan gebonden. 

De regeling zorgt voor verlenging van de wettelijke WW*- of loongerelateerde WGA**-uitkering. Als een werknemer via zijn werkgever deelneemt aan de PAWW kan hij er aanspraak op maken als hij een WW- of WGA-uitkering heeft. Hij kan dan nadat zijn recht op de uitkering is afgelopen nog maximaal 14 maanden elke maand een bedrag uitbetaald krijgen dat net zo hoog is als zijn uitkering

Met andere woorden: kon je vroeger nog een veel langere WW of WGA krijgen  van maximaal 36 maanden, nu is dit verkort naar maximaal 24 maanden. De PAWW springt in dit gat. 

Voor wettelijke vertegenwoordigers is het handig om te weten dat deze regeling er is en dat dit natuurlijk beter is dan de bijstand. Omdat het per CAO geregeld is kan je hier achter komen door de site te raadplegen (spaww.nl) of op de loonstroken te kijken of er geld wordt ingehouden op het voormalige salaris. Omdat dit salaris van wel 2 jaar terug kan zijn is het handiger om te kijken of het voormalig werk van de klant viel onder een CAO. 

*Werkloosheidswet (WW).
**Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA), onderdeel van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
 

Uitspraak Rechtbank Rotterdam en Den Haag


Procederen bij het opleggen van een maatregel door de gemeente is taak bewindvoerder
Op grond van artikel 1:431, eerste lid, van het BW voert de bewindvoerder bewind over alle goederen die aan eiser (zullen) toebehoren, vanaf het moment van de onderbewindstelling. Onder die goederen worden niet alleen begrepen geacht de stoffelijke dingen, maar ook vermogensrechten. Het bewind strekt dus tot het veilig stellen van de vermogensrechtelijke belangen van eiser, waaronder zijn toekomstige vermogensrechten.

Het procederen over een verlaging van de bijstand raakt, in het licht van artikel 1:431, eerste lid, van het BW, een vermogensrechtelijk belang. Immers, het nalaten van het indienen van een bezwaarschrift kan leiden tot een verslechtering van de vermogensrechtelijke positie van eiser.

De rechtbank is daarom van oordeel dat het maken van bezwaar en het voeren van een beroepsprocedure tegen de aan eiser opgelegde maatregel, handelingen zijn die de onder bewind staande goederen betreffen. Deze handelingen vallen daarmee onder de aan de bewindvoerder opgedragen taak (zie in dit kader ook de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 juni 2018).

Geen proceskostenvergoeding
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank met verweerder geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Daartoe overweegt de rechtbank dat een bewindvoerder die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van een natuurlijk persoon niet kan worden gelijkgesteld met een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleend, omdat het voeren van procedures onderdeel is van een door de rechtbank benoemde bewindvoerder. Dit betekent dat het salaris van een bewindvoerder mede is bedoeld om de kosten te dekken die procederen met zich brengt. 

Lees hier de hele uitspraak. 

Uitspraak proceskostenvergoeding rechtbank Den Haag oktober 2019. 
De kantonrechter weigert om een machtiging te verlenen aan de beschermingsbewindvoerder die tevens beroepsmatig rechtsbijstand voor zijn cliënt wil verlenen en in dat kader aanspraak wil maken op een proceskostenvergoeding in een bestuursrechtelijke bezwaarprocedure.

De beschermingsbewindvoerder is zelf de formele procespartij en kan niet gelijkgesteld worden met een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Indien de beschermingsbewindvoerder een proceskostenvergoeding zou ontvangen, zou hij bovendien handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, aanhef en sub d, en derde lid van het Besluit kwaliteitseisen CBM, omdat hij een ander voordeel geniet uit zijn positie als bewindvoerder. De bewindvoerder die niet (langer) voldoet aan het Besluit kwaliteitseisen CBM is niet (meer) benoembaar als bewindvoerder en kan ontslagen worden (artikel 1:435, zevende lid, juncto artikel 1:448, tweede lid, BW).

Lees hier de hele uitspraak. 



Taal en communicatie met de klant


Het kabinet gaat zo'n honderd extra taalexperts inzetten om teksten van de overheid aan burgers begrijpelijker te maken. Volgend jaar moeten minstens duizend overheidsteksten verbeterd zijn.

De extra inzet is onderdeel van een campagne die het ministerie van Binnenlandse Zaken vorig jaar is gestart. Het kabinet meldt dat sindsdien 200 ambtenaren van verschillende overheidsinstanties aan taalbijeenkomsten hebben deelgenomen. Ook is er een website ontwikkeld met schrijftips, voorbeeldbrieven en controlelijstjes.

Ook voor bewindvoerders, mentoren en curatoren is het belang van schriftelijke communicatie natuurlijk groot. In Nederland zijn er 2,5 miljoen laaggeletterden en analfabeten dus onze teksten mogen wel wat makkelijker. Overigens geldt dat niet alleen voor schriftelijke communicatie! 
 



Wijzigingen Wmo 2015


Resultaatgericht beschikken 
In december 2018 heeft de CRvB zich uitgesproken over resultaatgericht indiceren. Zij geven aan dat dit leidt tot rechtsonzekerheid bij mensen omdat zij niet goed weten waar ze aan toe zijn. Als een gemeente in uren beschikt, wordt het aantal uren in het ondersteuningsplan opgenomen. Kiest de gemeente voor resultaatgerichte bekostiging, dan bepalen de burger en aanbieder samen hoe het resultaat bereikt wordt en wat de burger van de ondersteuning mag verwachten. De activiteiten en hoe vaak die plaatsvinden, leggen zij vast in het ondersteuningsplan. Het aantal uren leggen zij niet vast, want die zeggen niets over het eindresultaat. De gemeente kijkt mee en neemt uiteindelijk het besluit, waarbij het ondersteuningsplan onderdeel uitmaakt van de beschikking. Het resultaat is dan bijvoorbeeld een schoon en leefbaar huis.

De staatssecretaris gaat nu het resultaat gericht beschikken vormgeven door het ondersteuningsplan een plek te geven in de wet. In het ondersteuningsplan wordt dan de «frequentie x activiteit» benoemd. Wanneer een gemeente in uren beschikt, worden in het ondersteuningsplan ook de uren opgenomen. Met deze in de wet te verankeren systematiek wordt niet alleen de rechtszekerheid van de cliënt geborgd, het geeft ook een impuls aan het gesprek dat aanbieder en cliënt zouden moeten voeren gericht op de invulling van de ondersteuning in de betreffende situatie.

Het wetsvoorstel moet dit najaar met spoed behandeld worden en zou dan per 1-1-2020 ingaan. Hier lees je er meer over. 

Wijzigingen in de eigenbijdragesystematiek = abonnementstarief Wmo
Deze wijzigingen zijn bedoeld om stapeling van eigen betalingen in te perken. De eigen bijdrage Wmo was inkomensafhankelijk. Er waren al wat wijzigingen in 2019 en nu volgt het laatste deel. 

Er geldt vanaf 2020 een vast tarief van 19 euro per maand voor huishoudens zolang zij gebruik maken van algemene voorziening (met duurzaamheidsrelatie) of maatwerkvoorzieningen/ pgb.

Het abonnementstarief geldt niet bij beschermd wonen en maatschappelijke opvang en bij algemene voorzieningen zonder duurzame hulpverleningsrelatie.

Dit onderdeel is al aangenomen en wordt ingevoerd per 1-1-2020.


Vraag/ casus van de maand: Geld van je ex!

Casus
Elise en Bert zijn 15 jaar getrouwd geweest en zijn sinds 2014 gescheiden. Elise is sinds 2010 minimaal 45% arbeidsongeschikt. In hun echtscheidingsconvenant is afgesproken, dat Elise partneralimentatie ontvangt ter hoogte van € 600,00 per maand. In juli 2019 overlijdt Bert en valt de partneralimentatie weg. Elise meldt zich voor een bijstandsuitkering.

Heeft Elise recht op bijstand of is er een mogelijk een andere regeling waar zij een beroep op kan doen?
Elise kan mogelijk een gedeeltelijk beroep doen op de Algemene nabestaandenwet (Anw). Omdat haar ex-man overleden is en zij ten minste 45% arbeidsongeschikt is kan zij aanspraak maken op deze wet ter hoogte van maximaal het bedrag aan alimentatie, in dit geval maximaal € 600,-. Dit betekent dat zij wel een bijstandsuitkering kan krijgen en de Anw hierop in mindering wordt gebracht. Als extra voorwaarde geldt wel dat de partneralimentatie moet zijn vastgelegd in een uitspraak van de rechter of een convenant ondertekend door een advocaat, mediator of notaris. 

Let wel op want je moet dit zelf aanvragen bij de SVB.
 
TMA-analyse. Handig instrument met toegevoegde waarde!

Wil je iemand aannemen en weet je niet of die persoon over de juiste competenties beschikt? Iemand wil doorontwikkelen of een opleiding volgen en je vraagt je af of dit goed is? Zet dan een TMA-analyse in. Meer weten over hoe het werkt? Kijk eens op onze website en lees wat je ermee kan. (Of bel Mark.)
In de agenda vind je nog meer goede opleidingen en trainingen. Deze kunnen allemaal ook in company worden gegeven! Neem eens een kijkje!
Joost Jaspers van Jaspers overheidsrecht pakt bezwaar en beroep voor onderbewindgestelden op. Dit gebeurt meestal met een toevoeging zodat het de bewindvoerder en de onderbewindgestelde niets kost behalve het indienen van een verzoek bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage rechtshulp.

Joost is naast advocaat ook docent Algemene Wet Bestuursrecht, o.a. bij De Wijsmaker.

Meer informatie? Neem dan contact met ons op via info@dewijsmaker.nl of bel 06.43022961.



Uitspraak van de maand door Thijs van Lierop

Kiezen uit twee schulden!
Is een bewindvoerder aansprakelijk als met de bijzondere bijstand voor kinderopvang  preferente schulden worden betaald in plaats van de schuld aan de kinderopvangorganisatie?

De rechter meent van niet. Hoewel de bewindvoerder onzorgvuldig handelt door geen strak financieel beleid te voeren en door de “geoormerkte” gelden te besteden aan een ander doel, zijn de gelden wel aangewend om de financiële positie van de rechthebbende beheersbaar te krijgen en te houden. De totale schuldpositie is afgenomen. Dit houdt in dat de rechthebbende er in financieel opzicht niet slechter van geworden is. Er is geen sprake van causaal verband tussen de handelwijze van de bewindvoerder en de door de onderbewindgestelde aangevoerde geleden schade, aldus het gerechtshof.

Lees hier de hele uitspraak. 

Website
LinkedIn
Twitter

De Wijsmaker is ook hier te vinden!

Copyright © 2019 De Wijsmaker, All rights reserved.