Bekijk deze e-mail in uw browser

E-weeknieuws 49 2019

Inhoud

ZORG ALGEMEEN

Nieuw meerjarenbeleidsplan voor Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft voor de komende vier jaar haar strategie uitgestippeld en deze vastgelegd in haar Meerjarenbeleidsplan 2020-2023 (MJB). Hierin staan de thema’s en ambities waar IGJ de komende jaren prioriteit aan wil geven. Het nieuwe MJB borduurt deels voort op het huidige MJB, maar bevat ook nieuwe thema’s.

Zes MJB-thema’s geven prioriteit

Kern van het nieuwe MJB zijn zes thema’s waar IGJ de komende jaren prioriteit aan wil geven. Aan elk thema zijn enkele concrete ambities gehangen die de komende vier jaar richting geven aan het inspectiewerk. Er zijn vier toezichtgerelateerde thema’s:

  1. Kwaliteit van persoonsgerichte zorg
  2. Beschikbaarheid van zorg- en hulpverleners in een veranderende arbeidsmarkt
  3. Technologische vernieuwing in de zorg
  4. Toezicht houden in de globaliserende wereld van producten
Aan deze vier thema’s zijn twee organisatiethema’s gekoppeld die IGJ als voorwaarden ziet om de gewenste toezichtresultaten te kunnen bereiken:
  1. Data gebruik in ons toezicht
  2. Doelmatigheid van onze organisatie

Ronnie van Diemen, Inspecteur-generaal: “Met de gekozen thema’s sluiten we aan op de belangrijkste ontwikkelingen en knelpunten in de gezondheidszorg en jeugdhulp. Zo denken wij met onze inzet het meest te kunnen betekenen voor Nederland. Samen met de zorg- en hulpverleners staan we ervoor dat iedereen zorg krijgt die je je eigen familie en  naasten gunt.“

Totstandkoming

Het nieuwe MJB bouwt voort op het goede van het huidige MJB en is met vereende krachten tot stand gekomen. Zowel met inbreng van de eigen medewerkers als door het betrekken en raadplegen van stakeholders en externe deskundigen: in alle fasen en op diverse manieren (panels, themagroepen, consultatierondes, social media).

Twee verschijningsvormen

Het MJB 2020- 2023 heeft twee verschijningsvormen. Allereerst een interactieve online infographic. Deze infographic beschrijft de zes MJB-thema’s met bijbehorende ambities. Daarnaast is er een printbare PDF met een aantal aanvullende hoofdstukken.
Met het nieuwe MJB heeft IGJ ook gekozen voor een nieuw motto:

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

Ronnie van Diemen, Inspecteur generaal licht de keuze voor een nieuw motto toe: “Het huidige motto ‘Gezond vertrouwen’ heeft een verandering ingezet en een blijvende plek gekregen in onze manier van werken. Het was voor de buitenwereld echter niet altijd duidelijk wat we ermee bedoelden. Daarom is besloten een nieuw motto te zoeken dat nog steeds ruimte laat voor het uitgangspunt ‘Gezond vertrouwen’, maar ook meer recht doet aan de kritische blik die de IGJ heeft. Een motto waardoor men weet wat men van ons kan verwachten. En wel dat wij in ons toezicht, handhaving en opsporing duidelijk, onafhankelijk en eerlijk willen zijn.”

Zorg trekt meer werknemers dan er vertrekken

De zorg trekt al ruim twee jaar meer werknemers aan dan er weggaan. Dat verschil is sinds 2017 groter geworden en daardoor neemt het aantal werknemers in de zorg steeds sneller toe. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers.Tot eind juni trok de zorg in een jaar 50.000 meer werknemers aan dan er weggingen. 116.000 mensen verlieten de sector, bijvoorbeeld omdat ze met pensioen gingen of ander werk gingen doen. Daar stond tegenover dat er 165.000 afstudeerders, zijinstromers en herintreders een baan kregen in de zorg.

Trend gekeerd

Ten tijde van de financiële crisis was het omgekeerde aan de hand. Het aantal werknemers dat begon in de zorg nam af en tegelijk vertrokken steeds meer mensen uit de sector. Vanaf 2013 was de uitstroom groter dan de instroom en kromp het werknemersbestand dus. Eind 2016 keerde die trend.

Wisselen binnen de sector

De meeste mensen die in de zorg werken en wisselen van baan, blijven binnen de sector. Werknemers in de jeugdzorg en de sociale zorg wisselen naar verhouding het meest van baan. In deze sectoren is het percentage dat een baan vindt buiten de zorg ook het grootst. (ANP)

Bron: ANP

‘Nederlandse gezondheidszorg van hoge kwaliteit in vergelijking met rest Europa’

Vergeleken met andere Europese landen is de gezondheidszorg in Nederland toegankelijk, zijn de sterftecijfers voor behandelbare aandoeningen laag, en vertoont men beneden gemiddeld risicogedrag. Sterfte ten gevolge van longkanker en chronische longziekten is onder Nederlanders echter relatief hoog, en ons land kampt met lange wachttijden. Dit zijn enkele bevindingen in het rapport ‘Staat van de Gezondheid in de EU 2019’.

Het rapport ‘Staat van de Gezondheid in de EU 2019’, levert een diepte-analyse van de zorgsystemen van EU-lidstaten, met een focus op de populatie en belangrijke risicofactoren, zoals effectiviteit, toegankelijkheid en veerkracht. De publicatie vult een ‘kennisgat’, als het gaat om een contextgevoelige, uitgebreide, analyse en inzichten. Tot dusver ontbraken deze, wat voor beleidsmakers binnen de zorg een groot obstakel is geweest. Het rapport is op donderdag 28 november 2019 gepresenteerd door de Europese Commissie.

Goed toegankelijk

In vergelijking met de rest van Europa, staat de kwaliteit van zorg er in Nederland goed voor. Zo is de zorg goed toegankelijk, ook voor mensen met lagere inkomens. Tevens zijn de Nederlandse sterftecijfers voor behandelbare aandoeningen zeer laag, vergeleken met de rest van Europa. Kijkende naar risicofactoren, zoals roken, obesitas en alcoholgebruik zit ons land onder het Europees gemiddelde.

Sterftecijfers

Het rapport wijst ook minder positieve resultaten uit. Zo is sterfte als gevolg van longkanker en chronische longziekten relatief gezien nog steeds erg hoog. Ook de teruglopende vaccinatiegraad is alarmerend, net zoals de wachtlijsten in de poliklinieken die sinds 2013 weer oplopen. Voor diagnose en behandeling van psychische aandoeningen zijn de wachttijden nog langer, constateren de auteurs. Daarnaast is er in Nederland nog veel winst te behalen als het gaat om eten van voldoende groenten en fruit.

Dreigende personeelstekorten

Op basis van deze onderzoekresultaten waarschuwen de onderzoekers voor de gevolgen van dreigende personeelstekorten, ondanks een actieplan voor de regering. Ook wijzen ze op de toegang van chronische zieke mensen tot medicijnen en zorg, die beperkt zou kunnen worden door de excessief hoge eigen bijdrage. Nederland zit in de top negen EU-landen waar patiënten een eigen bijdrage moeten betalen.

Forse uitgaven verpleeghuiszorg

Ten slotte is het opvallend dat de uitgaven aan verpleeghuiszorg ruim het dubbele van het EU-gemiddelde zijn, ondanks pogingen om meer verantwoordelijkheid bij burgers te leggen. Daarnaast zorgt het kwaliteitsplan van ruim twee miljard euro voor betere ouderenzorg ervoor dat er minder geld is voor andere zaken, zo merken de auteurs op.

Link naar rapport: Health at a Glance: Europe 2018

Bron: zorgvisie.nl

LANGDURIGE ZORG | WMO | WELZIJN

VWS en VGN kijken met ‘Wij willen gezien worden’ naar oplossingen

Medewerkers uit de gehandicaptenzorg ervaren dat de werkdruk steeds verder oploopt door het tekort aan personeel. Zo is het manifest “Wij willen gezien worden” inmiddels ondertekend door meer dan 60.000 mensen uit de gehandicaptensector. Deze is op 26 september aangeboden aan minister Hugo de Jonge.

In het kader van het programma Volwaardig leven startten VGN, verschillende beroepsorganisaties en VWS  eerder al een landelijke arbeidsmarkttafel om gezamenlijk acties in gang te zetten. De VGN en het ministerie van VWS herkennen de vraagstukken die genoemd worden in het manifest. Om de krachten te bundelen, is afgesproken dat de initiatiefnemers van het manifest regelmatig aansluiten om input te leveren en hun netwerk in te zetten. Lees hier meer over het gesprek met de initiatiefnemers.

Op de pagina over vakmanschap vindt u meer informatie over welke acties in het kader van Volwaardig leven worden opgepakt. Zoals het opleiden van ambassadeurs om het imago van de sector te versterken. Daarnaast is er vanuit VWS het zorgbrede programma “Werken in de zorg” waarin het arbeidsmarktvraagstuk in de zorg centraal staat.

Bron: volwaardig-leven.nl

Meer instellingen gehandicapten in het rood

Vorig jaar sloten 43 van de 193 instellingen in de gehandicaptenzorg het jaar met verlies af, dat waren er tien meer dan in 2017. Voor de hele gehandicaptensector was 2018 in financieel opzicht een minder goed jaar. Dat staat in een analyse van jaarverslagen, gemaakt door Intrakoop, de inkoopcoöperatie voor de zorg.

De gehandicaptenzorg maakte minder winst, maar is financieel redelijk gezond, luidt de conclusie. De oorzaken van het minder goede jaar liggen vooral in stijgende personeelskosten en een krappe arbeidsmarkt. Ook een hoger ziekteverzuim (6,4 procent) en de sterke toename van inhuurkosten van extern personeel (+26,8 procent) vallen op.

Personeel

Bijna driekwart van de bedrijfslasten bestaat uit kosten voor het personeel. Ook de gehandicaptenzorg heeft grote moeite om gekwalificeerd personeel te vinden en te behouden. Hierdoor zijn de onderzochte instellingen genoodzaakt om hun werknemers extern in te huren tegen hoge kosten.

Vrijwilligers

De onderzochte organisaties hebben in totaal samen zo’n 111.000 fte en worden ondersteund door 59.000 vrijwilligers. Opvallend is dat het aantal vrijwilligers in 2018 (met 1,5 procent) evenals het aantal stagiaires ( met 4,5 procent) daalde ten opzichte van het jaar daarvoor. De sector zag vorig jaar het nettoresultaat teruglopen van 205 miljoen euro in 2017 naar 136 miljoen euro in 2018.

Bron: ANP

'Zorginstelling komt met wet van families af'

Zorginstellingen hebben door een wetswijziging de mogelijkheid om van 'lastige' familieleden af te komen. In enkele gevallen is na de interventie van de instelling het contact tussen familieleden helemaal verbroken. Dat blijkt uit een onderzoek van Trouw, ‘De Monitor’ van KRO/NCRV en het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, mede namens De Groene Amsterdammer. Zorginstellingen als verpleeghuizen en ggz-instellingen misbruiken volgens het onderzoek een wetswijziging uit 2014, terwijl die er juist voor moest zorgen dat mensen zonder familie iemand krijgen om hen te helpen.

Kantonrechter

Instellingen blijken de Wet wijziging curatele beschermingsbewind en mentorschap te gebruiken om financiële conflicten of onenigheid over de kwaliteit van de zorg te beslechten. Dat doen zij door zelf naar de kantonrechter te stappen met een verzoek familieleden te laten ontslaan als bewindvoerder of mentor van bijvoorbeeld een moeder met dementie of een zoon met een verstandelijke beperking, aldus het onderzoek. Volgens betrokkenen honoreren rechters het verzoek van de zorginstelling meestal, hoewel de wet erg zwaarwegende redenen eist om familie te passeren bij mentorschap of bewindvoering.

Ontslag bewindvoerder

Volgens het onderzoek groeit de neiging van zorginstellingen om zelf te vragen om aanstelling of ontslag van een bewindvoerder of mentor van cliënten. In 2014 gebeurde dat 414 keer, inmiddels gaat het om 934 per jaar. Hoe vaak dit gebeurt tegen de zin van de familie, wordt niet geregistreerd.

'Zorgelijk'

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) noemt volgens Trouw enkele voorbeelden die in het onderzoek naar voren komen 'zorgelijk'. Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat weten "met de rechtspraak te bespreken hoe de betrokkenheid van de familie in de praktijk beter kan worden geborgd bij instellingsverzoeken en ontslag van de vertegenwoordiger". Het ministerie zegt de in het onderzoek genoemde voorbeelden daarbij te betrekken.

Bron: ANP

Mensen met een beperking zijn doorgaans tevreden over de zorg die ze krijgen van hun huisarts, specialist of fysiotherapeut. Het aantal mensen met een beperking dat tevreden is over de ondersteuning die de gemeente biedt, is aanzienlijk lager. Dit blijkt uit onderzoek van Ieder(in) onder ruim 700 mensen met een chronische ziekte of beperking.

Ieder(in) heeft deze zomer via het eigen panel onderzocht hoe tevreden mensen met een beperking of chronische ziekte zijn over de verschillende vormen van zorg die ze krijgen. Daarbij is gekeken naar de zorg van medische hulpverleners en naar de zorg en voorzieningen die gemeenten bieden. De meest opvallende uitkomst is, dat mensen met een beperking aanzienlijk tevredener zijn over de zorg die ze krijgen van curatieve hulpverleners dan over de zorg die ze ontvangen van hun gemeente.

Zo is ruim 70% van de deelnemers tevreden over de zorg die ze krijgen van huisarts of medisch specialist. En over de fysiotherapeut is bijna 80% tevreden. Het aantal mensen dat ontevreden is over deze medische hulpverleners ligt rond de 10%.

Zorg en voorzieningen uit de Wmo

Veel mensen met een beperking hebben echter niet alleen met medische hulpverleners – zoals huisarts en specialist – te maken, maar zijn ook afhankelijk van hun gemeente voor zorg en ondersteuning. Het aanvragen van Wmo-voorzieningen bij de gemeente blijkt voor veel mensen moeizaam te verlopen.

Rond een derde van de mensen is ontevreden over de bejegening door de gemeente, de deskundigheid van de gemeentelijke medewerkers en over de mogelijkheden om zelf inbreng te leveren. Over de snelheid waarmee de gemeente de aanvraag heeft behandeld, is zelfs 45% ontevreden.

De panelleden is ook gevraagd hoe tevreden ze zijn met de uitkomst van hun aanvraag. Daarbij is opvallend dat ze over de uiteindelijk gekregen voorziening vaak tevredener zijn dan over het proces van zorg of voorzieningen aanvragen. (Al is het aantal tevreden mensen nog steeds niet erg hoog.) 54% is tevreden over het uiteindelijk besluit van de gemeente en 19% is ronduit ontevreden.

Jeugdwet

63 panelleden hadden een kind waarvoor een voorziening uit de Jeugdwet is aangevraagd. Met hun tevredenheid over het proces van aanvragen is het doorgaans slecht gesteld. Zo is bijna 50% ontevreden over de deskundigheid van de gemeentelijke medewerkers en 42% is ontevreden over de bejegening.

Opvallend is verder dat gemeenten heel vaak nalaten om aanvragers van zorg te wijzen op de mogelijkheid een onafhankelijke cliëntondersteuner in te schakelen, terwijl ze dat wettelijk verplicht zijn. Slechts 31% van de Wmo-aanvragers is door de gemeente op deze mogelijkheid gewezen, bij de Jeugdwet slechts 24%.

Verontrustend

Directeur Illya Soffer van Ieder(in) vindt de hoge ontevredenheidsscores voor gemeenten zeer verontrustend: “Voor de meeste mensen met een chronische ziekte of beperking is voldoende passende ondersteuning vanuit de gemeente minstens zo belangrijk als goede medische zorg. Voorzieningen als ondersteunende begeleiding, respijtzorg, dagbesteding, hulpmiddelen of woningaanpassingen zijn voor hen essentieel om mee te kunnen doen in de samenleving. Passende gemeentevoorzieningen zijn een voorwaarde om met een beperking zelfredzaam te kunnen zijn. Uit dit onderzoek blijkt dat de toegang tot deze vormen van hulp ook nog vijf jaar na de decentralisaties zeer moeizaam verloopt. Dat moet veranderen. Gemeenten moeten niet tegenover mensen met een beperking staan maar naast hen bij het zoeken naar passende oplossingen.”

Hieronder kunt u het panelonderzoek downloaden.

Onderzoek Ieder(in) – Krijgt u de juiste zorg en ondersteuning (2019)

Bron: iederin.nl

CURATIEVE ZORG | GGZ

Hulpverleners zien nieuwe psychiatriewet niet zitten

Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening kunnen met ingang van 2020 ook thuis een gedwongen behandeling krijgen. Nu wordt verplichte zorg alleen in klinieken gegeven. Zowel psychiaters als verpleegkundigen hebben grote bezwaren tegen de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg waarin dit geregeld is. Nandl Lokhorst, voorzitter van de 1300 sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen die zijn aangesloten bij beroepsvereniging V&VN, noemt de verplichte zorg aan huis niet goed uitvoerbaar en on­ethisch. Zij merkt veel bezorgdheid en onduidelijkheid onder de hulpverleners in de ggz op dit punt. Verpleegkundigen vrezen zowel voor hun eigen veiligheid als voor de effecten van gedwongen zorg op de behandelrelatie met de patiënt in kwestie. Lokhorst: “Wij komen bij mensen thuis, dat is hun veilige haven en deze wet kan dat ontzettend beschadigen”.

Onterechte angst

Verplichte zorg mag alleen toegepast worden als een patiënt geen hulp wil en er een situatie ontstaat waarin hij ‘ernstig nadeel’ aan zichzelf of anderen toe kan brengen. Op basis van dit criterium en na wederhoor bij de patiënt, besluit de rechter tot de gedwongen zorg. In crisissituaties zijn de psychiater en burgemeester aan zet. 

Het overgrote deel van de mensen met psychische problemen aanvaardt vrijwillig hulp. Soms is dwang nodig: vorig jaar oordeelde de rechter over ruim 27.000 aanvragen voor onvrijwillige opname in een kliniek. Dit gaat om mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, zoals depressies. Deze patiëntengroep kan vanaf 2020 in plaats van een opname verschillende gradaties van onvrijwillige zorg aan huis opgelegd krijgen: het toedienen van medicatie of medisch onderzoek, maar ook het doorzoeken van de woning op drugs of gevaarlijke voorwerpen.

Vorige week sprak ook de psychiatervereniging NVvP zich in een brandbrief uit tegen de nieuwe wet. Volgens voorzitter Elnathan Prinsen is de wet te veel een ‘beveiligingswet’ in plaats van een ‘behandelwet’ en is de wettekst sterk beïnvloed door het publieke debat en de volgens hem onterechte angst voor ‘verwarde personen’. Prinsen pleit voor terughoudendheid van het inzetten van dwang in de thuissituatie.

Bron: trouw.nl

Bruins reactie op bericht ‘Wie gluren er allemaal in mijn medisch dossier?’

Minister Bruins geeft zijn reactie op het bericht ‘Wie gluren er allemaal in mijn medisch dossier?’ naar aanleiding van een verzoek hierover van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van de Tweede Kamer.


Bron: rijksoverheid.nl

Inspectie: patiënt liep risico’s na faillissement Slotervaartziekenhuis

Het plotselinge faillissement van het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis heeft geleid tot onveilige situaties. Dat er geen ongelukken zijn gebeurd, is te danken aan de zorgverleners in het ziekenhuis. De chaos heeft het vertrouwen in de zorg geschaad. Dat is een risico voor de kwaliteit van de zorg. Deze snoeiharde conclusies trekt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in haar rapport Gevolgen faillissement MC Slotervaart vooraf onderschat. Het Slotervaartziekenhuis ging op 25 oktober 2018 failliet, twee dagen nadat uitstel van betaling was verleend.

Het rapport levert de eerste munitie voor een Kamerdebat waarin minister Bruno Bruins voor Medische Zorg verantwoording moet afleggen over het faillissement en de afwikkeling daarvan. Bij eerdere debatten werd al twee keer een motie van wantrouwen tegen Bruins ingediend die alleen steun kregen van een deel van de oppositie. Er volgen binnenkort nog rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, van de curatoren, van de toezichthouder NZA en IGJ samen over het bestuur van het ziekenhuis en een rapport van een onderzoekscommissie die het ministerie zelf heeft ingesteld.

Vertraging en verstoring

De Inspectie onderzocht de gevolgen voor de zorg en de patiëntveiligheid. ‘Het heeft’, schrijft de IGJ, ‘ lang geduurd voordat patiënten, zorgverleners binnen MC Slotervaart en andere betrokken zorgaanbieders duidelijkheid hadden over belangrijke aspecten van de overdracht van zorg. Hierdoor zijn risico’s voor de continuïteit van individuele patiëntenzorg ontstaan, die hebben geleid tot vertraging en verstoring van zorgprocessen.’

Het was volgens de inspectie ‘onvoldoende mogelijk om afspraken te maken over het overdragen en overnemen van zorg en patiënteninformatie was niet altijd beschikbaar bij de overdracht van zorg’. Andere ziekenhuizen in de omgeving hadden zich niet kunnen voorbereiden op het overnemen van zorg. ‘Hierdoor zijn grote risico’s voor patiëntveiligheid ontstaan. Dat dit niet tot meer schade heeft geleid is te danken aan de inzet, deskundigheid en flexibiliteit van betrokken zorgverleners’, schrijft de IGJ.

Maar de chaos heeft niet tot ongelukken geleid. ‘De inspectie heeft niet vastgesteld dat het faillissement van MC Slotervaart heeft bijgedragen aan ernstig letsel of overlijden van patiënten. ‘Wel is er sprake geweest van risicovolle situaties met risico’s voor kwaliteit en voor continuïteit van individuele patiëntenzorg. Patiënten hebben wel hinder ondervonden van de gang van zaken na het faillissement.’

Onrust en onduidelijkheid

In de eerste weken na het faillissement waren de voorwaarden voor ‘goede en veilige zorg niet aanwezig’, concludeert de inspectie. ‘Dat komt doordat het ziekenhuis en andere betrokkenen zoals huisartsen en de omliggende ziekenhuizen geen tijd hebben gehad en ook niet voldoende geïnformeerd waren om zich voor te bereiden op het afbouwen en overdragen van de patiëntenzorg. Dat heeft geleid tot onveilige situaties en onnodig veel onrust en onduidelijkheid.’

Dat er geen ongelukken zijn gebeurd is volgens de inspectie te danken aan de inzet van de zorgverleners van het Slotervaartziekenhuis. ‘Dat hoort bij de verantwoordelijkheid van een zorgverlener – maar in een periode waarin zij zelf ook hun eigen verdriet en verlies meemaakten en onzeker waren over de toekomst, was dit toch niet vanzelfsprekend. Zorgverleners moesten meewerken aan het overdragen van zorg en voor sommigen van hen was dit extra wrang, omdat zij lange tijd bleven hopen op een doorstart of overname van het ziekenhuis.’

Bron: volkskrant.nl

Gevolgen faillissement MC Slotervaart vooraf onderschat november 2019

In dit rapport beschrijft de inspectie haar onderzoek, hoe onder deze omstandigheden de zorgverlening doorgang heeft gevonden en in hoeverre sprake is geweest van goede zorg.
 
Bron: toezichtdocumenten.igj.nl

Ziekenhuis Winterswijk 'volwaardige status kwijt' door verlies afdelingen

Ziekenhuis Winterswijk verliest de intensive care, kinderafdeling en verlosafdeling. Hiermee raakt het ziekenhuis de volwaardige status kwijt, aldus De Gelderlander. Wethouder Elvia Schepers maakt zich grote zorgen: "Sinds de fusie is altijd gezegd dat wij een volwaardig ziekenhuis zouden houden", aldus Schepers tegen Tubantia. Ook zegt ze nog 'duizenden vragen' te hebben, onder andere of de spoedeindehulp en cardiologie überhaupt in Winterswijk kunnen blijven, als er geen intensive care afdeling meer is.

Ingelicht

Het personeel van het SKB en het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem is vandaag op de hoogte gesteld van de toekomstplannen. Medewerkers zijn ingelicht door de raad van bestuur.

Bron: skipr.nl

Artsen Delft zeggen vertrouwen op om fusieplan

De medische staf van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft heeft het vertrouwen opgezegd in de Raad van Toezicht van de overkoepelende ziekenhuisgroep. Volgens de staf is de geplande juridische fusie met het HagaZiekenhuis in Den Haag en het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer niet verantwoord. "De Raad van Toezicht neemt essentiële randvoorwaarden, die nodig zijn om de kwaliteit en de continuïteit van de zorg voor patiënten in de regio Delft en omstreken te garanderen, niet mee in dit proces", stelt de staf. Ook zien zij nadelige gevolgen voor medewerkers en voor de organisatie als geheel.

Vertrouwen

De visie van de medische staf van het Reinier de Graaf ziekenhuis is dat het belang van de patiënt en de medewerker altijd voorop moet staan. Een juridische fusie mag volgens hen geen doel op zich zijn wanneer een samenwerking wordt geintensiveerd. Een samenwerking tussen de ziekenhuizen zou gebaseerd moeten zijn op vertrouwen en respect. 

Randvoorwaarden

Volgens de staf zou er bij het zetten van stappen naar verdere samenwerking aan een aantal vooraf geformuleerde randvoorwaarden moeten worden voldaan. Allereerst dienen de ziekenhuizen financieel gezond te zijn. Ten tweede willen ze dat de onafhankelijke opleidingen en opleidingscapaciteit voor de twee STZ-ziekenhuizen (Reinier de Graaf en Haga) voor kennis en kwaliteit van zorg behouden worden.  

Nadelige gevolgen

Als niet aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, is de kwaliteit en continuïteit van zorg voor de patiënt in de regio Delft en omstreken volgens de medische staf niet gewaarborgd. Daarnaast zien zij ook nadelige gevolgen voor medewerkers en voor de organisatie als geheel. Het standpunt dat de medische staf van het Reinier de Graaf ziekenhuis inneemt, staat naar eigen zeggen verdere samenwerking tussen de drie ziekenhuizen, die nu bestuurlijk zijn gefuseerd, niet in de weg.

Bron: ANP

NFU over rol umc’s in het medisch zorglandschap

Op donderdag 28 november 2019 is er in de Tweede Kamer een Algemeen Overleg over het medisch zorglandschap. Op de agenda staat onder meer de Kamerbrief die minister Bruins (Medische Zorg en Sport) heeft geschreven over de maatschappelijke rol van de universitair medische centra. Ter voorbereiding op dit debat heeft de NFU de leden van de vaste Kamercommissie van VWS een brief gestuurd met daarin haar visie op de geïntegreerde kerntaken van de umc’s voor het leven van morgen.

Lees de brief van NFU-voorzitter Willy Spaan aan de leden van de vaste Kamercommissie VWS.

Bron: nfu.nl

Twitter
Website
Copyright © 2019 Bezoekadres LSR, Alle rechten voorbehouden


Wilt u aanpassen hoe u deze e-mails ontvangt?
U kan uw voorkeuren aanpassen of u afmelden voor deze lijst.