Bekijk deze e-mail in uw browser

E-weeknieuws 7 2020

Inhoud

ZORG ALGEMEEN

Joep van der Wiel heeft de Annemiek Koremansprijs uitgereikt gekregen van het LSR. De prijs wordt verstrekt aan een persoon die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor medezeggenschap via de cliëntenraad. De tweejaarlijkse prijs is in 2013 voor het eerst uitgereikt aan Annemiek Koremans naar wie de prijs is vernoemd.

Het LSR heeft dit jaar de Annemiek Koremansprijs uitgereikt aan Joep van der Wiel. Joep was jarenlang actief als voorzitter van de cliëntenraad Ambulant (vroeger BZW-Haagland) van Humanitas DMH in Den Haag. Daarnaast was hij lid van de centrale cliëntenraad van Humanitas DMH. Ook was hij lid van de agendacommissie en diverse andere commissies van de CCR en werkte hij mee aan congressen van Humanitas DMH.

Ernstig ziek

De Annemiek Koremansprijs is deze keer vervroegd uitgereikt omdat Joep ernstig ziek was. Op 23 januari jl, werd Joep verrast met de prijs en woorden van waardering. De prijs werd door Els van de Ark namens het LSR uitgereikt. Bij de uitreiking waren ook drie familieleden van Joep aanwezig, Eduard Venema, voorzitter van de centrale cliëntenraad, Okke de Groote, ambtelijk secretaris van de centrale cliëntenraad van Humanitas DMH en Lieke Meesters, penningmeester van de locale raad ambulant Den Haag van Humanitas DMH.

Enorme inzet

Joep had een enorme inzet. Hij was heel precies in het lezen van stukken en stelde hele goede vragen over de stukken. Hij dacht steeds mee met alles en kwam met goede ideeën. Joep was heel gedreven en zorgvuldig. Hij heeft zich lang sterk gemaakt voor het inbrengen van het perspectief van de cliënt in het werk en beleid van Humanitas DMH.

Joep is in de nacht van 4 op 5 februari 2020 overleden. Wij zijn erg blij dat we hem nog hebben kunnen verrassen met de Annemiek Koremansprijs.

Jury

Een jury bestaande uit Annemiek Koremans, Astrid van Houwelingen (LSR), Floor van Kraaij (LSR) en Jasper Boele (LSR) heeft Joep de prijs toegekend en bedankt met bovenstaande woorden voor alles wat hij voor de medezeggenschap heeft betekend.

Over de Annemiek Koremansprijs

De Annemiek Koremansprijs wordt tweejaarlijks door het LSR uitgereikt aan een persoon of groep die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor medezeggenschap via de cliëntenraad in zorg en welzijn. De inzet kenmerkt zich door activiteiten die zich richten op het bevorderen van collectieve medezeggenschap en onderlinge solidariteit.

De prijs is vernoemd naar Annemiek Koremans wegens haar enorme inzet voor  medezeggenschap. Koremans  heeft de afgelopen jaren vele functies binnen de medezeggenschap bekleed als voorzitter van de cliëntenraad van Sophia Revalidatie, voorzitter van het  Platform Gehandicapten Westland, lid van de cliëntenraad van verzorgingshuis De Terwebloem, lid van het consumentenpanel Regiotaxi Stadsgewest Haaglanden, vertrouwenspersoon voor cliënten met een lichamelijk beperking van de gemeente, woningbouwcorporaties, Vitis Welzijn, zorgorganisaties in Westland en regio. Verder was zij van 2004 tot voorjaar 2013 voorzitter van de raad van toezicht van het LSR.

De Annemiek Koremansprijs is in 2018 uitgereikt aan Yolanda van der Waart, lid en voorzitter van de cliëntenraad van revalidatiekliniek UMCG-Beatrixoord.

Bron: hetlsr.nl

Drie op de tien Nederlanders heeft lage gezondheidsvaardigheden

Mensen met onvoldoende of beperkte gezondheidsvaardigheden ondervinden vaak negatieve gevolgen hiervan op hun gezondheid. Zij kunnen bijvoorbeeld minder goed omgaan met ziekte, maken vaker fouten met het innemen van geneesmiddelen en hebben meer moeite om de informatie van de zorgverlener te begrijpen. Uit recente cijfers van het Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg blijkt dat drie op de tien Nederlanders lage gezondheidsvaardigheden heeft.

Bij 7,7% van de onderzochte Nederlanders zijn de gezondheidsvaardigheden onvoldoende en bij 21,1% zijn ze beperkt. In Nederland blijft het percentage mensen dat onvoldoende of beperkt gezondheidsvaardig is in het afgelopen decennium schommelen rond de 30%: 28,7% in 2012, 36,4% in 2017 en 28,8% in 2019. De variatie tussen deze percentages is het gevolg van kleine verschillen tussen de steekproeven uit de Nederlandse bevolking. Mannen, mensen met een lager opleidingsniveau, ouderen (65+) en mensen die hun gezondheid als slechter beoordelen hebben vaker lage gezondheidsvaardigheden.

Zorg aan patiënten met lage gezondheidsvaardigheden kan beter

De toegankelijkheid en organisatie van de zorg is van invloed op de mate waarin lage gezondheidsvaardigheden een probleem worden. Hierbij valt te denken aan de wijze waarop informatie wordt aangeboden en de wijze waarop zorgverleners met patiënten en cliënten communiceren. Naarmate de zorg ingewikkelder en onoverzichtelijker is, stelt dit immers hogere eisen aan iemands gezondheidsvaardigheden.

Actieve rol nemen bij je eigen gezondheid en zorg

Gezondheidsvaardigheden (in het Engels health literacy) zijn de vaardigheden van individuen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van aan gezondheid gerelateerde beslissingen. Deze vaardigheden zijn essentieel om een actieve rol te kunnen nemen ten aanzien van je eigen gezondheid en zorg. Gezondheidsvaardigheden worden wereldwijd beschouwd als een belangrijke oorzaak van gezondheidsverschillen tussen mensen.

Mensen met lage gezondheidsvaardigheden:

  • hebben meer moeite om hun weg te vinden binnen de zorg
  • zijn minder goed in staat om zelf thuis om te gaan met gezondheid en ziekte
  • vinden het moeilijker om in een consult met een zorgverlener een actieve gesprekspartner te zijn
  • maken meer gebruik van zorg
  • hebben over het algemeen slechtere gezondheidsuitkomsten

Het onderzoek

Voor het onderzoek hebben 713 leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel een vragenlijst beantwoord. Dit panel bestaat uit bijna 12.000 mensen van 18 jaar en ouder. Het Nivel verzamelt hiermee de meningen over de gezondheidszorg en de ervaringen hiermee van de algemene bevolking.

Bron: nivel.nl

Veel private equity en buitenlandse partijen bij fusies en overnames in de zorg

Bij meer dan de helft van de concentraties in de zorg was een private equity partij betrokken. Bij ruim ruim 40% was een buitenlandse partij betrokken. Dat blijkt uit de informatiekaart ‘Concentraties in de zorg’. In 2018 en de eerste helft van 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit 285 concentraties in de zorg goedgekeurd.

De NZa heeft de wettelijke taak om een zorgspecifieke concentratietoets uit te voeren. We kunnen concentratieplannen alleen procedureel toetsen op de juiste betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders. Ook kijken we naar de effecten voor de cruciale zorg. Met de huidige zorgspecifieke concentratietoets kunnen wij geen conclusies trekken over de gevolgen van een fusie op bijvoorbeeld de kwaliteit van zorg.

Samenwerking

Het huidige zorglandschap vraagt om zorgaanbieders die het lef en het vermogen hebben om vernieuwende samenwerkingsvormen aan te gaan. Daarnaast moeten ze inspelen op veranderende behoeftes van patiënten en regionale verschillen. Een fusie of overname is hiervoor niet per se noodzakelijk. De NZa gaat graag met zorgaanbieders in gesprek als zij belemmeringen ervaren om hun samenwerking goed vorm te geven. 

Private equity en buitenland

De cijfers in de informatiekaart laten een grote betrokkenheid zien van private equity en buitenlandse partijen bij concentraties in de zorg. Op grond van de huidige toets kan niet beoordeeld worden of dat wel of niet in het belang is van patiënten. Private equity is vooral zichtbaar in sectoren die op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) winst mogen uitkeren. De meeste private equity is betrokken bij concentraties in de mondzorg, farmacie en paramedische zorg. Buitenlandse partijen waren het meest betrokken in de mondzorg, farmacie en medisch-specialistische zorg.

Concentraties per sector

Uit de informatiekaart blijkt dat in de mondzorg de meeste concentraties plaatsvinden (114), gevolgd door de langdurige zorg (51) en de medisch-specialistische zorg (41). In die laatste categorie gaat het voornamelijk om afdelingen van het failliete MC Slotervaart en de IJsselmeerziekenhuizen die werden overgenomen door andere ziekenhuizen.

Reden voor concentraties

In de drie sectoren met de meeste concentraties gaven partijen aan dat schaalvoordelen en/of continuïteit de belangrijkste redenen waren voor de concentratie. Als derde reden werd een faillissement genoemd, maar dat speelt vooral in de concentraties in de ziekenhuiszorg.

Bron: nza.nl

ZN: vernieuwing, compassie en solidariteit essentieel voor toekomst van de zorg

“We moeten vernieuwen om onze goede zorg en ons mooie zorgstelsel te behouden”, zegt Petra van Holst, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De zorg heeft te maken met grote uitdagingen, zoals arbeidsmarkt en betaalbaarheid. Actie op die terreinen is er nu al, maar dat zal moeten toenemen, om te waarborgen dat de zorg houdbaar blijft. Dit is in een notendop wat werd besproken tijdens het ZN-symposium ‘Terug naar de toekomst’ op 6 februari. Het symposium stond in het teken van het 25-jarig bestaan van ZN. Maar “we willen niet terugblikken op 25 jaar ZN op dit symposium”, benadrukte de nieuwe ZN-voorzitter Dirk Jan van den Berg. De middag stond in het teken van de toekomst.

Van den Berg blikte vooruit, onder meer aan de hand van zijn bevindingen sinds bekend werd dat hij vanaf 1 februari jongstleden de nieuwe voorzitter van ZN zou worden. Zo ziet hij dat wet- en regelgeving in de zorg soms een obstakel vormen. “Werkt het zo voor de mensen waarvoor we het doen, is de vraag. Er moeten niet meer regels komen, maar lossere regels. Op die manier kun je bijvoorbeeld beter over de domeinen heen werken.”

Herijken

Petra van Holst stelde de vraag of wat we nu doen aan de problemen op de arbeidsmarkt en de transformatie vanuit het idee ‘De juiste zorg op de juiste plek’, voldoende is. “Gaan we op deze manier waarborgen dat iedereen over tien jaar nog de zorg kan krijgen zoals die nu wordt geboden?” Zij is van mening dat zorgverzekeraars, verzekerden, de zorgverleners én de overheid daar gezamenlijk aan moeten werken, willen we daar in slagen. “Om de waarden uit het verleden en heden – compassievolle zorg en solidariteit – te borgen, zullen we de vorm waarin we zorg aanbieden en de manier waarop we solidariteit gestalte geven, moeten herijken. De zorg van de toekomst zal anders zijn, vaak ook op een andere plek, bijvoorbeeld thuis. Compassie en wederkerigheid, ofwel solidariteit, zijn meer dan ooit kernwaarden van de toekomst. Het zijn kernwaarden voor de zorg, voor de samenwerking tussen alle partijen, voor de maatschappij als geheel.”

Gezamenlijk investeren in preventie

Een belangrijke pijler bij het vernieuwen van de zorg is een omslag waarbij we veel meer inzetten op preventie en gezonde leefstijl. “Want daar valt nog veel winst te behalen”, onderstreepte Paul Blokhuis, staatssecretaris van VWS, tijdens het symposium. Er zijn al mooie initiatieven gaande van zorgverleners met de steun van zorgverzekeraars, ziet hij. Ook het vrijwillig afschaffen van het eigen risico door zorgverzekeraars voor patiënten die stoppen met roken via een stoppen met roken programma vanuit de eerstelijnszorg, levert nu al een bijdrage aan de omslag. Het gezamenlijk investeren in preventie komt nog niet breed van de grond, ziet de staatssecretaris. Bij het plan voor de toekomst van de zorg waar de ministers De Jonge en Bruins en staatssecretaris Blokhuis aan werken is daar aandacht voor. “Laten we het lef hebben om samen die omslag te maken. Om uit te gaan van mensen en wat zij nodig hebben om zo lang mogelijk gezond te blijven. Met gezonde zorgverzekeraars die klaar zijn voor de toekomst”, is de oproep van Blokhuis.

Artificial Intelligence in de zorg

Deborah Nas, professor of Strategic Design for technology-based innovation aan de TU Delft, gaf een presentatie over artificial intelligence (AI) en wat dat betekent en kan gaan betekenen voor de gezondheidszorg. Het verhaal van Nas bevatte vele voorbeelden verschenen op het scherm. Van een app die de huid checkt op verdachte plekjes tot het thuis doen van fysiotherapie oefeningen met behulp van een virtual reality bril. Of het ontwikkelen van persoonlijke medicijnen met behulp van ‘machinelearning’. Een andere ontwikkeling die we zien is veranderend gebruikersgedrag, ziet Nas. “Dat zou een groot effect kunnen krijgen op de zorgkosten.” Als voorbeeld noemt ze de millennials die actief bezig met hun gezondheid waarbij gezond eten en sporten belangrijk zijn. Ze hebben met behulp van data kennis en inzicht over hun gezondheid. En wat blijkt? “Volgens cijfers van het CBS is in deze groep van 20- tot 40-jarigen is de groei van het aantal huisartsbezoeken sneller dan in andere leeftijdsgroepen. In de afgelopen 10 jaar zijn ze bijna 50% meer naar de huisarts gegaan. Ik denk dat daar een relatie is met het googelen, kennis en wearables en het veranderend gebruikersgedrag.” Volgens Nas is één ding zeker: “Artificial intelligence verandert de relatie tussen patiënt, zorgverlener en zorgverzekeraar.”

Bron: zn.nl

LANGDURIGE ZORG | WMO | WELZIJN

ZorgkaartNederland steeds toegankelijker

Wat kunnen we doen om ZorgkaartNederland toegankelijker te maken? Het is een van de vragen die ZorgkaartNederland en haar partners bezighoudt. Daarom is nu het waarderingsformulier vernieuwd. Hierdoor is dit formulier toegankelijker voor meer doelgroepen waaronder mensen met een beperking. Dit betekent dat nu nóg meer mensen hun ervaringen met de zorg kunnen delen én ervaringen van anderen kunnen lezen.

Zo is in het waarderingsformulier nu bij iedere vraag ter ondersteuning een pictogram toegevoegd. Mensen kunnen op die manier gevoelsmatig beter aangeven hoe zij verschillende aspecten van de zorg waarderen. Zo heeft de cijferbalk bijpassende smileys in de kleur van rood (staat gelijk aan een 1) naar groen (staat gelijk aan een 10). Mensen kunnen direct op het cijfer of op de balk klikken. Over een poosje kunnen de vragen ook worden voorgelezen en er komt een video die stap voor stap het waarderingsproces uitlegt. In het waarderingsformulier staan de vragen in begrijpelijke taal.

Samenwerking met verschillende partners

Het formulier is diverse keren getest onder mensen met een beperking én mensen zonder een beperking. Iedereen kan met het formulier overweg. Ook mensen met gemiddelde tot hoge gezondheidsvaardigheden vinden het vernieuwde formulier prettiger werken. In de toekomst blijven we het waarderingsproces testen onder verschillende doelgroepen.

Om ZorgkaartNederland continu te verbeteren, werken we samen met verschillende partners. In dit project werken we samen met Ieder(in), KansPlus, landelijke belangenorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking (LFB) en het LSR landelijk steunpunt voor (mede)zeggenschap. Stichting Koraal heeft het nieuwe formulier getest. Deze organisatie heeft specifieke kennis van en ervaring met onderzoek onder mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast gaven prof. dr. Xavier Moonen (hoogleraar aan de UvA en verbonden aan Stichting Koraal) en Sandra Overbeek (Buro Opaal) advies op basis van het onderzoek. De pictogrammen zijn ontwikkeld door Spelpartners VOF (Visitaal Pictogrammen).

ZorgkaartNederland is grootste ervaringssite

ZorgkaartNederland is de grootste ervaringssite voor de Nederlandse gezondheidszorg. Op ZorgkaartNederland delen mensen hun ervaringen met de zorg. De website biedt informatie om te kunnen kiezen voor een zorgaanbieder die het beste past bij uw wensen. ZorgkaartNederland is een website van Patiëntenfederatie Nederland. 

Bekijk hier een voorbeeld van het vernieuwde waarderingsformulier

En.... Schrijf zelf ook een waardering (bij voorbaat hartelijk dank!)

Bron: patiëntenfederatie.nl

Eerste landelijke bijeenkomst Casemanager Hersenletsel

Tijdens de eerste landelijke bijeenkomst Casemanager Hersenletsel, op 15 januari 2020, kwamen 135 mensen bij elkaar. Ze bespraken de voorlopige uitkomsten van de pilot gespecialiseerde cliënt ondersteuning voor mensen met hersenletsel en hun naasten. De pilot niet aangeboren hersenletsel is een van de vijf pilots van het programma Volwaardig leven, waarbij onderzocht wordt of gespecialiseerde hulp van een cliëntondersteuner een positief effect heeft op mensen met een beperking en hun naasten.

De casemanager hersenletsel is er voor mensen met hersenletsel en/of hun naasten, die zijn vastgelopen in de bestaande zorg of in hun leven. En die begeleiding heeft meerwaarde, getuige de verhalen van cliënten, naasten en casemanagers op deze bijeenkomst. Cliënten en naasten vertelden op 15 januari dat ze écht gehoord en begrepen worden, dat de casemanager de tijd heeft en doet wat nodig is.

Rouw

Zo hoorden ze het verhaal van naaste Karolien Sternsdorff. De inzet van de casemanager hersenletsel zorgde ervoor dat ze zich eindelijk gesteund voelt door iemand die begrijpt wat hersenletsel teweegbrengt. Daardoor kan ze nu toekomen aan rouw over het verlies van haar man, die door een CVA een heel ander persoon is geworden en nu in een verpleeghuis woont.

Ook wezenlijk is dat de casemanager zich primair op de naasten mag richten, want die krijgen meestal nauwelijks ondersteuning. De casemanager wordt bovendien vaak ingezet om alle betrokken professionals bij elkaar te brengen. Op die manier komt er meer samenhang in de zorg.

Voortgang

Algemeen projectleider Judith Zadoks ging in op de voortgang binnen het project en presenteerde het eerste nummer van het Casemanager Hersenletsel Magazine.

Projectleider Flevoland en Utrecht Desiree Bierlaagh nam de aanwezigen mee in het profiel van de casemanager hersenletsel en hoe ze in het project bezig zijn met leren en ontwikkelen.

In verschillende workshops konden de aanwezigen meer horen over aspecten van het project. Zoals De ReMinder, een digitale monitor waarmee mensen met hersenletsel vanaf het ziekenhuis gevolgd kunnen worden. Ook een maatschappelijke businesscase kwam aan bod, die de kosten en baten van de inzet van casemanagers hersenletsel inzichtelijk moet maken.

In de pilot is, in de regio’s Salland, Flevoland en Utrecht nog ruimte voor nieuwe deelnemers . Zie www.casemanagerhersenletsel.nl voor meer informatie

Bron: volwaardig-leven.nl
De voorgestelde wijziging van de Mediawet voor het beter toegankelijk maken van televisie is onder de maat. Te weinig, te vrijblijvend en niet besproken met mensen met een beperking en ouderen. De wetswijziging moet terug naar de tekentafel, zeggen verschillende organisaties, waaronder Ieder(in), in een brief aan de Tweede Kamer.

De belangrijkste kritiek op de voorgestelde wijziging van de  Mediawet van minister Slob (media) is dat die niet voldoet aan de Europese toegankelijkheidseisen voor ‘audiovisuele mediadiensten’.

De minister stelt voor om publieke en commerciële zenders slechts ‘verslag’ uit te laten brengen over de toegankelijkheidsmaatregelen die zij nemen voor mensen met een beperking. ‘Dit is een veel te magere en te vrijblijvende vertaling van de Europese richtlijn’, constateren de teleurgestelde organisaties.

Ook voor mensen met een visuele beperking

Zij eisen dat met de wijziging van de Mediawet ook verplichtingen worden opgenomen voor audiodescriptie voor mensen met een visuele beperking en voor vertaling in Nederlandse Gebarentaal voor dove mensen.
Het vrijblijvende moet eraf, anders gebeurt er te weinig. Met bijvoorbeeld audiodescriptie duikt Nederland al flink onder het Europese gemiddelde: vorig jaar was 1% van het totale daarvoor geschikte aanbod van de NPO voorzien van audiodescriptie, terwijl dit in Europa gemiddeld 15% is.

Goede klachtafhandeling

Als mensen klachten hebben over de toegankelijkheid, moeten ze zonder problemen terecht kunnen bij de toezichthouder, het Commissariaat voor de Media. Het Commissariaat dient klachten serieus te nemen en toegankelijk en begrijpelijker te communiceren over de klachtafhandeling, zeggen de organisaties in hun brief.

Werk samen met mensen met een beperking en hun organisaties

Ondanks een duidelijke verplichting van het VN-verdrag Handicap zijn belangenorganisaties van mensen met een beperking en van senioren niet betrokken geweest bij het opstellen van het wetsvoorstel. Dit moet beter, alleen met hun inbreng komen er goede maatregelen. Ze bieden in de brief ook meteen een reeks verbeterpunten aan voor de aanpassing van de Mediawet en betere toegankelijkheid van televisie.

De brief aan de Tweede Kamer over de wetswijziging Mediawet is verstuurd namens Ieder(in), Bartimeusfonds, KBO-PCOB, Oogvereniging, Divers Doof, Stichting Hoormij, Dovenschap en de minister van gehandicaptenzaken. De brief is hieronder te downloaden.
Reactie op wetsvoorstel wijziging Mediawet (pdf - 246 KB) Reactie op wetsvoorstel wijziging Mediawet (Word) (docx - 265 KB)

Lees ook: Maak televisie toegankelijk voor iedereen

Bron: iederin.nl

Bijeenkomst radicale vernieuwing langdurige ggz

Er moet iets fundamenteel veranderen in de langdurige geestelijke gezondheidszorg en dat kan ook. Daar is een groep mensen van uiteenlopende achtergrond het tijdens een bijzondere bijeenkomst op 16 januari 2020 grondig over eens. De gesprekken gaan over zorgen, dromen en over hoe gezamenlijk tot een aanpak te komen die mogelijk maakt dat alle mensen die bij de ggz betrokken zijn een waardig leven kunnen leiden. Want, zo stelt men, dat is nu nog te vaak niet mogelijk.

Aanleiding van de middag was de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) die vanaf 2021 van kracht wordt. Ongeveer 10.000 mensen die langer dan 3 jaar intensieve geestelijke gezondheidszorg hebben, zullen dan de overgang maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning en/of Zorgverzekeringswet naar Wlz. Dat betekent voor hen zekerheid dat samenhangende zorg voor de lange termijn is geregeld. Tegelijkertijd vraagt dat van de langdurige ggz (lggz) om een verkenning naar het op gang brengen van een vernieuwingsbeweging met specifieke aandacht voor de mensen die met langdurende, intensieve ggz te maken hebben. Want in hoeverre maken we het met elkaar echt mogelijk dat alle mensen die bij de lggz betrokken zijn, dus zowel cliënten, naasten als professionals, een waardig leven kunnen leiden?

Jaap van Weeghel, directeur wetenschap van Phrenos, stelde dat hij zich soms afvroeg of cliënten er wel iets op vooruit gegaan zijn sinds hij in de jaren 70 in de ggz begon. Op het gebied van bejegening en kwaliteit van leven is er nog steeds een wereld te winnen, zo stelt hij. Het gaat in de lggz om een groep mensen met een enorme achterstand. “Laten we nu echt werk maken van wat deze groep kan en wil. Er is heel veel enthousiasme en idealisme in het veld. Met meer bundeling van krachten kunnen we verschil maken. Daarom ben ik vandaag hier.” Een van de aanwezigen in de zaal voegde hieraan toe: “Ik denk dat we als ggz met elkaar een appèl moeten doen om de waarde voorop te stellen dat wij er zijn om mensen met een psychische beperking te helpen bij inclusie. Want daar gaat het nu helaas nog fundamenteel mis.” Jim van Os ondersteunt dit met de oproep: “Laten we vanuit ‘waarden’ verder met elkaar kijken. Als wij iets doen in de ggz, vanuit welke basale overtuigingen willen we dan opereren en waar denken we waarde toe te kunnen voegen? En kunnen we dan vervolgens vanuit die waarden verschillende manieren vinden die kunnen werken?”

De middag brengt een aantal essentiële ontwikkelingen en uitgangspunten in kaart die als basis kunnen dienen voor verdere verkenning van de mogelijkheden voor een vernieuwing in de lggz. Het brede perspectief van waardevolle ggz voor alle betrokkenen (cliënten, naasten en professionals) verbindt en enthousiasmeert de aanwezigen. En het smaakt naar meer. Zo wordt er met veel bijval gesteld: ‘Er wordt nog te weinig multideskundig gereflecteerd zoals vandaag, dit is fantastisch.’

De eerst volgende stap is het in kaart brengen van gedeelde waarden. LOC, Phrenos, Trimbos, Valente en GGZ-Nederland geven aan de uitkomsten van deze middag uit te willen werken en met een voorstel te komen voor een vervolg. Daarnaast worden als vervolgstappen het vormen van een lerend netwerk genoemd, bijeenkomsten in en tussen organisaties: (‘Een kijkje in elkaars keuken’), goede voorbeelden delen, enz. Vanuit de inspectie en VWS komt de vraag of waarde gedreven zorg ook als toetsingskader kan dienen voor landelijke partijen. Dat is echter een vraag die nu nog niet beantwoord kan worden, maar tijdens volgende inspiratiebijeenkomsten zal deze zeker weer ter sprake komen!

Bron: ggznieuws.nl

Hacker had toegang tot patientendossiers bij Pro Persona

De grote Gelderse ggz-instelling Pro Persona is gehackt. De cybercriminelen hebben toegang gehad tot de privégegevens van honderden cliënten met psychische problemen, waaronder hun diagnose. Dat schrijft RTL Nieuws, dat door een anonieme tipgever op de hoogte werd gesteld van de hack. Pro Persona heeft het bericht tegenover RTL Nieuws bevestigd. Volgens de organisatie zijn er geen aanwijzingen dat de gegevens zijn misbruikt. 

Alle getroffen cliënten zijn door de instelling op de hoogte gebracht middels een brief. Het datalek is gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

In januari van dit jaar trapten vier medewerkers van Pro Persona in een phishingmail. De e-mail leek op een interne e-mail waarin stond dat de inbox vol was. De cybercriminelen kregen via deze phishingmail toegang tot de mailboxen van de werknemers. De criminelen hebben ongeveer één nacht toegang gehad.

Volgens de woordvoerder is de schade ’zeer beperkt gebleven’. De firewall herkende de inbraakpoging en daarop is ’heel snel geacteerd’ door alles ’dicht te zetten’ wat met de phishingmail te maken had. ”Wij hebben een heel sterk vermoeden dat er geen informatie is gelekt”, zegt de woordvoerder.

Pro Persona heeft de ’paar honderd slachtoffers’ per brief op de hoogte gesteld van de hack. De wachtwoorden van de werknemers zijn aangepast en de ’technische beveiliging’ is aangescherpt. ”We vinden het bijzonder vervelend dat persoonsgegevens (van cliënten, red) op deze manier mogelijk bij derden zijn beland”, staat in de brief.

Bron: ggznieuws.nl

CURATIEVE ZORG | GGZ

Kamer zet eerste stappen met doorzettingsmacht en ervaringsdeskundigheid

Dinsdag 4 februari is er in de Tweede Kamer gestemd over 11 moties die de ggz betreffen. De meest in het oog springende moties gaan over het regelen van doorzettingsmacht en de vergroting van de inzetbaarheid van ervaringsdeskundigen.

Inzet van ervaringsdeskundigen in contractering verzekeraars

De motie over ‘ervaringsdeskundigen’ is breed gesteund (D66, CDA, VVD, PvdA en 50plus) en verzoekt de regering om in gesprek met verzekeraars en ervaringsdeskundigen te gaan om de inzetbaarheid van ervaringsdeskundigen te vergroten.

De motivatie van de indieners is dat 'ervaringsdeskundigen een krachtig signaal geven dat je van een psychische aandoening kunt herstellen en zij een belangrijke rol spelen bij destigmatisering'. De indieners stellen ook dat verzekeraars nog geen gebruik hebben gemaakt van de door de NZa gecreëerde mogelijkheid om de inzet van ervaringsdeskundigen in de contractering op te nemen.

De strekking van de motie is een goede zaak en maakt een begin om ervaringsdeskundigheid nog beter en breder in te zetten. MIND zal naar aanleiding van deze motie de Kamerleden nader informeren over haar visie op de inzet, nut en noodzaak van ervaringsdeskundigheid.

Doorzettingsmacht moet er nu komen

In het kader van de wachtlijsten pleit MIND al jaren voor een stevige regionale doorzettingsmacht die naast de patiënt en naasten gaat staan. In het bijzonder de moties Motie Diertens (D66) en Van den Bergen (CDA) en Motie Renkema (GroenLinks) en Kuiken (PvdA) gaan hierover.

De eerste motie is aangenomen. Dat betekent dat de Staatssecretaris nog voor de zomer per regio zoveel mogelijk op eenzelfde wijze doorzettingsmacht moet organiseren en daar probleemeigenaarschap aan toe moet kennen. In het debat vorige week was de Staatssecretaris afhoudend en stuurde aan op overleg met zorgverzekeraars en aanbieders. Hoe deze ‘plannen van aanpak’ tot stand gaan komen, zal de Staatssecretaris volgende week per brief aan de Kamer laten weten.

Motie Noodmaatregel

MIND is blij dat zaken in beweging zijn gebracht, maar vraagt zich af of de motie van D66 en CDA echt gaat werken in de praktijk. Wat als er nog steeds niets verandert, na de gesprekken van de Staatssecretaris? In dat kader hoopt MIND dat de motie met als titel ‘Noodmaatregel’ van GroenLinks en PvdA ook wordt aangenomen. Deze motie is vooralsnog aangehouden door de indieners, om meer steun te verkrijgen.

De motie verzoekt de regering de regie op het wegwerken van de wachtlijsten te nemen en een voorstel tot wetgeving te doen waarin bovengenoemde doorzettingsmacht aan de Staatssecretaris wordt gegeven. Opdat hij ongehinderd door deelbelangen beslisruimte krijgt om in individuele gevallen een noodmaatregel te treffen. De motie verzoekt de regering tevens de eerste contouren van dit wetsvoorstel uiterlijk op 27 februari naar de Kamer te sturen.

De motie ‘Noodmaatregel’ is in de ogen van MIND een mooie stok achter de deur indien de motie van Diertens c.s. tot onvoldoende resultaat in de praktijk leidt.

Kamer houdt vinger aan de pols: twee AO’s GGz voor de zomer

Goed nieuws is in elk geval dat de Kamer vaker over de ggz in debat wil en nog voor de zomer twee maal een Algemeen Overleg GGZ heeft ingepland: op 25 maart en op 18 juni. De brief van Staatssecretaris is nu het eerst volgende ijkpunt.  

Alle moties zijn te vinden op de website van de Tweede Kamer.

Bron: mindplatform.nl

​Advies revalidatieteam leidend bij verstrekking hulpmiddelen

De overgang van revalidatiecentrum naar huis verloopt voortaan soepeler dankzij het Normenkader Hulpmiddelen. Hierin is vastgelegd dat het advies van het revalidatieteam voortaan leidend is bij de verstrekking van hulpmiddelen. Dat is goed nieuws voor de honderdduizend mensen die jaarlijks onder behandeling staan van een revalidatiearts. Om na een revalidatiebehandeling thuis en in hun eigen omgeving te kunnen functioneren zijn passende hulpmiddelen en woningaanpassingen onmisbaar. 
 
Op vrijdag 31 januari 2020 hebben cliëntenorganisaties, aanbieders van zorg, de VNG en het ministerie van VWS het Normenkader Hulpmiddelen en het actieplan hulpmiddelen vastgesteld. Minister Hugo de Jonge heeft de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. Het actieplan en de implementatie van het normenkader moeten ertoe leiden dat patiënten minder problemen ervaren bij de verstrekking van hulpmiddelen en woningaanpassingen. Daarnaast zorgt het ervoor dat de toegang, levering en het gebruik (en onderhoud) van hulpmiddelen voor cliënten verbetert.
 
Er hebben meer dan 50 partijen meegewerkt aan de totstandkoming van het actieplan en het normenkader; van gemeenten en zorgverzekeraars tot aan ergotherapeuten en cliënten. Bij de ontwikkeling van het normenkader hebben Revalidatie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) zich er hard voorgemaakt dat het revalidatieteam leidend is in het advies rondom de hulpmiddelen voor patiënten. Dit team kent de patiënt en zijn situatie immers het beste, kan daarom het beste adviseren wat passend is en kan ervoor zorgen dat de behandeling en de thuissituatie op elkaar aansluiten. Bovendien voorkomt dit kostbaar tijdverlies omdat er geen nieuw advies opgesteld hoeft te worden. Om ervoor te zorgen dat de overgang van het centrum naar huis soepel verloopt is bovendien in het normenkader vastgelegd dat er eerder contact wordt gelegd tussen het revalidatiecentrum en de gemeente, zorgkantoor of zorgverzekeraar. Het advies van het revalidatieteam wordt opgevolgd, tenzij partijen een onderbouwing hebben om hiervan af te wijken.
 
Het normenkader en actieplan treden per direct in werking. De betrokken partijen hebben bestuurlijk onderschreven zich gezamenlijk verantwoordelijk te voelen voor het uitvoeren van het actieplan en het toepassen van het normenkader hulpmiddelen, dit te monitoren en waar nodig bij te sturen. In de kamerbrief ‘Actieplan verbetering verstrekking van hulpmiddelen’  en het ‘landelijk normenkader hulpmiddelen’  van 31 januari 2020 vindt u alle informatie.

Bron: revalidatie.nl

'Honderden ziekenhuisbedden onnodig bezet'

Iedere dag worden er minimaal 560 ziekenhuisbedden bezet gehouden door een patiënt die allang ontslagen had moeten worden, meldt RTL Nieuws vandaag. De Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) herkent zich in het beeld, en zegt bovendien dat dit probleem al jaren speelt.

Het gaat dan volgens de NVZ bijvoorbeeld om mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, maar 'te goed' zijn voor een verzorgingstehuis. Het kan ook gaan om mensen die geen thuiszorg kunnen ontvangen of geen aanspraak kunnen doen op hun netwerk. Een ziekenhuis kan geen opvang zijn voor mensen die elders niet terecht kunnen, maar tegelijkertijd zet een ziekenhuis mensen ook niet zomaar op straat, aldus de NVZ.

Stijging van 31 procent wachtenden op plek in verpleeg- of verzorgingstehuis

RTL Nieuws analyseerde cijfers van iWlz/Zorginstituut Nederland en concludeerde: het aantal wachtenden op een plek in een verpleeg- of verzorgingstehuis is in een jaar tijd met 31 procent toegenomen. Bestuursvoorzitter Sophia de Rooij van het Medisch Spectrum Twente zegt tegen de nieuwszender dat verpleeghuizen te maken hebben met personeelstekorten en stelt dat dat de belangrijkste reden is dat er geen doorstroming mogelijk is.

Volgens RTL Nieuws leidt het 'zorginfarct' ertoe dat andere zorg stagneert: ziekenhuizen moeten bedden op de spoedeisende hulp sluiten en operaties uitstellen. Het personeelstekort in de zorg speelt ook ziekenhuizen parten. Het is lastig om voldoende ambulances in te zetten, en die ambulances kunnen patiënten weer moeilijker kwijt op een overvolle spoedeisende hulp.

Bron: zorgnu.avrotros.nl

Patiënttevredenheid lager bij psychische klachten ziekenhuismedewerkers

Ziekenhuizen waar veel medewerkers zelf psychische zorg gebruiken, scoren lager op patiënttevredenheid. De patiënten geven de ziekenhuizen lagere cijfers voor de uitleg die ze krijgen, voor de bespreking van voor- en nadelen van een behandeling en voor het gezamenlijk nemen van beslissingen over de zorg. Dat blijkt uit onderzoek van Stichting IZZ in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland.

Stichting IZZ analyseert jaarlijks hoeveel psychische zorg en fysiotherapie zorgmedewerkers zelf gebruiken en welke effecten dit heeft op factoren als verzuim, uitstroom en werkdruk. Deze cijfers zijn nu vergeleken met de patiënttevredenheidsgegevens van ZorgkaartNederland, verstrekt door Patiëntenfederatie Nederland.

Uit deze vergelijking blijkt een verband tussen het gebruik van psychische hulp van ziekenhuismedewerkers en de patiënttevredenheid. Patiënten oordelen slechter over de informatie die ze in het ziekenhuis krijgen en over het besluitvormingsproces rond de behandeling. Patiënten bevelend deze ziekenhuizen ook minder snel aan bij andere mensen met dezelfde gezondheidsklachten.  

Zorg voor medewerkers van belang

Volgens Stichting IZZ wijst dit erop dat wanneer het geestelijk welzijn van medewerkers onder druk staat, zij vanuit het perspectief van de patiënt minder goede zorg verlenen. “Ziekenhuismedewerkers willen hun patiënten de beste zorg verlenen”, zegt Roland Kip, directeur van Stichting IZZ. “Maar dat is moeilijk als je zelf psychische klachten hebt. Dit benadrukt nog eens extra hoe belangrijk het is om goed voor de huidige zorgmedewerkers en hun psychisch welzijn te zorgen.”

De stichting publiceert ieder jaar cijfers over het zorggebruik onder zorgmedewerkers. Hieruit blijkt dat het zorggebruik in alle leeftijdscategorieën is gestegen. In vier jaar tijd is het gebruik van fysiotherapie onder zorgmedewerkers met 25 procent toegenomen. Het aandeel zorgmedewerkers dat psychische zorg gebruikt is in vier jaar tijd met meer dan 40 procent gestegen. Met name jonge zorgmedewerkers gebruiken de meeste psychische zorg.

Bron: skipr.nl

NZa start open consultatie voor nieuwe facultatieve prestatie ziekenhuiszorg

De Nederlandse Zorgautoriteit roept partijen in de ziekenhuiszorg op om te reageren op het voorstel voor een facultatieve prestatie. Met deze prestatie kunnen zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken maken over nieuwe (lokale) initiatieven die lastig te bekostigen zijn met de reguliere dbc’s. Wij denken dat een facultatieve prestatie meer ruimte biedt voor innovatie. Daarnaast geeft het zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer flexibiliteit die naar verwachting leidt tot betere zorg voor de patiënt. 

We horen graag hoe bijvoorbeeld zorgverleners, vertegenwoordigers van patiënten en zorginkopers denken over de invoering van zo’n facultatieve prestatie. De NZa wil op basis van de uitkomsten van de consultatie het ministerie van VWS adviseren over een concreet voorstel om per 2021 meer maatwerk, innovatie en flexibiliteit mogelijk te maken in de bekostiging van de ziekenhuiszorg. We zien deze facultatieve prestatie in de MSZ als opmaat naar een domeinoverstijgende facultatieve prestatie, waarmee er meer ruimte ontstaat om zorg over de schotten heen te organiseren en betalen. Meer informatie over het voorstel vindt u in de informatiekaart 'Facultatieve prestatie medisch-specialistische zorg'.

Het monitoren van patiënten die onder behandeling zijn in het ziekenhuis, kan bijvoorbeeld ook thuis. Maar zorgaanbieders en zorgverzekeraars vinden het soms lastig om dit te bekostigen. Terwijl dit in het belang is van de patiënt, die zo niet onnodig naar het ziekenhuis hoeft. In de monitor inhoud contracten medisch-specialistische zorg 2018 hebben we daarnaast vastgesteld dat de contractafspraken die zorgverzekeraars en ziekenhuizen maken, nog niet altijd aansluiten bij de ambitie om te belonen voor goede uitkomsten voor de patiënt en samenwerking.

We nemen daarom zelf maatregelen. We willen de flexibiliteit van de bekostiging verbeteren via deze facultatieve prestatie. Deze maakt het mogelijk dat één ziekenhuis en één zorgverzekeraar samen een nieuwe dbc aanvragen bij de NZa. Partijen bepalen zelf welk specifiek knelpunt zij lokaal willen oplossen met deze nieuwe betaaltitel. De NZa toetst een dergelijke prestatie snel en marginaal. Zo ontstaat er ruimte voor samenwerking en maatwerk in de regio en sluit het voorstel aan op de ‘juiste zorg op de juiste plek’.

We benadrukken dat het gaat om een aanvullende mogelijkheid voor lokaal maatwerk naast de reguliere bekostiging. Ziekenhuizen, artsen en zorgverzekeraars mogen er gebruik van maken, maar hoeven dat zeker niet. Ook andere sectoren als de huisartsenzorg, wijkverpleging en fysiotherapie kennen inmiddels deze vrijheid om op individueel niveau een maatwerkprestatie aan te vragen bij de NZa. Met dit voorstel wordt de ziekenhuiszorgsector gelijkgetrokken met deze zorgsectoren en werken we toe naar een domeinoverstijgende facultatieve prestatie. 

Wij roepen in het bijzonder individuele partijen op om te reageren op dit voorstel. U kunt online reageren in de periode van 10 februari tot en met 2 maart door te klikken op deze link: https://fd10.formdesk.com/nederlandsezorgautoriteit/facultatieveprestatie

Bron: nza.nl

Zorgaanbieders langer nodig om digitale patiëntendossiers te bundelen

Over een krappe vijf maanden had het mogelijk moeten zijn om in een paar klikken online toegang te krijgen tot je volledige patiëntendossier. Maar zorgaanbieders krijgen dat niet op tijd geregeld en hebben nog zeker een half jaar langer nodig. 'De invoeringsdatum van deze wet is al meer dan drie jaar bekend, de vertraging hadden ze eerder kunnen zien aankomen', zegt Marcel Heldoorn, manager digitale zorg bij Patiëntenfederatie Nederland.

Luister ook | 'Politie kan straks bij jouw medische gegevens'

De vertraging wordt veroorzaakt doordat het complex is om alle patiëntgegevens van verschillende zorgaanbieders met elkaar te bundelen. Dat bevestigt OPEN –aangesteld om huisartsen te helpen bij de realisatie van die online inzage – tegenover BNR.

Wettelijke verplichting

Het idee is dat iemand via één app of website toegang krijgt tot al zijn medische gegevens van verschillende zorgaanbieders: een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Deze gegevens kunnen afkomstig zijn van huisartsen, ziekenhuizen en apotheken.

De wet die burgers digitaal inzage geeft in het eigen dossier is in 2016 aangenomen door het parlement. Na het inwerking treden van de wet kregen zorgaanbieders nog drie jaar de tijd om de digitale inzage te regelen, die deadline loopt op 1 juli 2020 af. Het is wel al mogelijk om je papieren dossier op te vragen in het ziekenhuis of bij de huisarts.

Luister ook | Medische app moet veilig én toegankelijk zijn

Juridische consequenties

Ondanks de vertraging zouden zorgaanbieders per 1 juli toch voldoen aan de wet. De wet zegt strikt genomen alleen dat het verplicht is om patiënten kosteloos digitale inzage te geven in hun eigen medische gegevens. Op wat voor manier dat gebeurt, kan verschillen. Iemand zou bij wijze van spreken bij de huisarts kunnen vragen om zijn gegevens op een USB-stick te laten zetten, dat kan al voldoende zijn.

Zorgaanbieders zullen ook een eigen platform hebben waarop gezondheidsgegevens worden verzameld, een zogenoemde portaal. Daarop kan iemand dan alleen de gegevens vinden die bij die specifieke aanbieder bekend zijn. 'Maar de intentie was juist om het met deze wet eenvoudiger te maken voor patiënten die op veel verschillende plekken zorg krijgen’, zegt Marcel Heldoorn van Patiëntenfederatie Nederland. 'Dan helpt het als je al je gezondheidsgegevens kunt verzamelen en bundelen in één overzicht. Dat geeft hen meer regie en helpt bij de voorbereiding op het gesprek met de dokter. En precies dáár moeten ze nu nog langer op wachten, dat vind ik heel jammer.'

Luister ook | Bruins wil zorgaanbieders verplichten patiëntengegevens digitaal te delen

Reactie ministerie

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) laat in een reactie aan BNR weten dat uitstel tot aan het einde van het jaar ‘niet direct’ consequenties heeft voor de subsidie waar OPEN recht op heeft om de digitale inzage te realiseren. 'VWS kijkt samen met de huisartsen naar oplossingen om digitale gegevensuitwisseling via persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) mogelijk te maken.'

Bron: bnr.nl

'Patiëntenstop bij huisartsen in vier steden door tekort aan opvolgers'

Inwoners van Enschede, Middelburg, Kampen en Emmen moeten maandenlang wachten voordat zij een vaste huisarts vinden, schrijft de Volkskrant vrijdag op basis van eigen onderzoek. Nog eens elf steden lijken binnenkort in dezelfde situatie te komen.

Het gaat om Rotterdam, Leeuwarden, Almelo, Goes, Vlissingen, Bergen op Zoom, Tilburg, Waalwijk, Oss, Den Bosch en Eindhoven. In alle steden dragen huisartsen wel de zorgplicht om mensen in acute nood te helpen, maar een vaste praktijk vinden blijkt volgens het dagblad vrijwel onmogelijk.

De Landelijke Huisartsen Vereniging waarschuwde in eerdere rapporten al dat Nederland in 2023 met een ernstig huisartsentekort te maken krijgt en dat de situatie in 2028 nog nijpender zal zijn. Vooral de regio's Zeeland, Drenthe, Drechtsteden, de Achterhoek en het noorden van Noord-Holland krijgen het zwaar te verduren.

Het kabinet heeft de laatste jaren steeds meer ingezet op huisartsen om kosten binnen ziekenhuizen te drukken. Huisartsen krijgen te maken met meer werkdruk en een nieuwe praktijk vinden blijkt in veel gevallen lastig, aldus de Volkskrant.

Zoektocht naar opvolger blijkt lastig

Ten minste tweehonderd praktijken, vooral aan de uiterste grenzen van het land, zoeken intensief naar nieuwe huisartsen. De regio Twente en de provincies Zeeland en Friesland probeerden medio 2019 al huisartsen te strikken door middel van prikkelende campagnes.

De aanwas bestaat echter vooral uit vrouwelijke huisartsen, die veelal in deeltijd werken en geen eigen praktijk willen beheren, schrijft de Volkskrant.

Het Capaciteitsorgaan Utrecht adviseerde in 2016 al het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen fors te vergroten: naar 879. Het kabinet hield tot nu toe vol aan een verhoging van 650 naar 750 plaatsen.

Bron: nu.nl

Zorgpartijen tekenen intentieverklaring: ‘Behandel verslaving als een ziekte’

Veertien zorgpartijen, waaronder de NFU, tekenden woensdag 5 februari 2020 de intentieverklaring ‘Behandel verslaving als een ziekte’. Hiermee beloven zij zich hard te maken voor een gezond en veilig werk- en leerklimaat voor zorgprofessionals waarin verslaving als ziekte wordt behandeld en middelengebruik en verslaving bespreekbaar zijn.

Behandel verslaving als een ziekte

Verslaving is een te behandelen ziekte die iedereen – dus ook zorgprofessionals – kan overkomen. Middelengebruik en verslaving zijn van invloed op iemands functioneren en gezondheid en gaan daarom niet samen met werk. Het is belangrijk mensen die hiermee te maken hebben zo goed en zo vroeg mogelijk te begeleiden en behandelen. Mensen met een verslaving durven zich vaak – uit angst of schaamte – niet over hun ziekte te uiten. Het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving waarin middelengebruik en verslaving bespreekbaar zijn, is belangrijk om het taboe te doorbreken. Naast ziekte en uitval, is er bij zorgverleners een risico voor de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg. Door hen vroegtijdig een helpende hand te bieden, worden de gezondheid van de zorgprofessional en de patiëntveiligheid geborgd.  

Wij zetten het op de agenda

Met het ondertekenen van de intentieverklaring is een brede beweging in de zorg in gang gezet met als gezamenlijk doel dat verslaving als behandelbare ziekte wordt gezien én hiernaar wordt gehandeld. KNMG, GGD GHOR Nederland, GGZ Nederland, Ineen, NFU, NVZ, Verslavingskunde Nederland, KNGF, KNMP, KNMT, KNOV, LVVP, NAPA en NIP hebben de intentieverklaring ondertekend. Het initiatief wordt mede ondersteund door IGJ en VWS.

De ondertekening vond plaats tijdens de bijeenkomst ‘Problematisch middelengebruik en verslaving: waar staat het op de agenda?’ van de KNMG en ABS-artsen. Deelnemers kregen handvatten om in de eigen organisatie aan de slag te gaan met het bespreekbaar maken van middelengebruik en verslaving.

Bron: nfu.nl
I.v.m. de voorjaarsvakanties zal in week 8 en 9 het e-weeknieuws niet verschijnen.
Het eerstvolgende e-weeknieuws verschijnt weer in week 10.
 
Twitter
Website
Copyright © 2020 Bezoekadres LSR, Alle rechten voorbehouden


Wilt u aanpassen hoe u deze e-mails ontvangt?
U kan uw voorkeuren aanpassen of u afmelden voor deze lijst.