Muziek raakt het hart, ook in oorlogstijd
Anne Haaijman
We staan dit jaar uitgebreid stil bij 75 jaar vrede. Wij, die geen oorlog meer kennen en mogelijk daarom ook wel te zorgeloos vrede als ‘normaal’ beschouwen. Wij, die ons het leed van oorlogsvluchtelingen maar moeilijk kunnen voorstellen en aantrekken. Oorlog. Iets heel engs en onbestuurbaars dat ineens opduikt in mensenlevens. Ik kan me voorstellen dat je het uitbreken ervan eerst niet wilt geloven. In de indrukwekkende muziek die we uitvoeren hoor je de angst, het niet begrijpen, het verdriet en het verlangen naar vrede terug. Oorlog komt zo dichterbij, wordt voor ons invoelbaarder. Muziek raakt het hart. Soms bracht het in de volstrekte waanzin van een oorlog ook wat menselijkheid terug. De kerstliederen in de loopgraven in 1914 bracht Duitse en Engelse jonge jongens ertoe samen kerstfeest te vieren. Voor velen hun laatste.
Muziek raakt het hart. In de concentratiekampen redde dat soms mensenlevens, maar wel op een heel wrange manier. In Auschwitz moest de joodse celliste Anita Lassker Wallfisch (foto) vele malen het door Jozef Mengele zeer geliefde Traumerei van Schumann voor hem spelen. Zo ontkwam zij aan de gaskamers en met haar meer joodse musici. Ze waren nodig om met muziek het hart te beroeren van “hochzivilisierte” naziofficieren.
|