Voor u ligt de nieuwe nieuwsbrief van MCA Brabant. Graag wilde ik met in dit voorwoord even terugkijken op vorig jaar en alvast vooruit kijken naar het komende jaar.
Het afgelopen jaar kenmerkte zich bij MCA Brabant door een aantal grote wijzingen. In samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat en een aantal gemeenten werd een nieuw meerjarenplan opgezet. Hierbij werd gekozen voor een opzet van 3 jaar, hetgeen MCA Brabant een stevigere basis gaf om haar activiteiten uit te voeren. Zowel de Provincie als Rijkswaterstaat arrangeerden zich voor de volle 3 jaar.
Inhoudelijk wordt ingezet op een vijftal thema’s, waaronder verschillende projecten en activiteiten plaatsvinden. Deze thema’s betreffen:
Betere benutting vaarwegen
Betere benutting spoorwegen
Versterken van Logistieke hot spots
Efficiënter vervoer van containers van en naar de Zeehavens.
Informatie en digitalisering.
Onder deze thema’s zijn reeds verschillende projecten gerealiseerd of hebben een gewijzigd karakter gekregen.
Ook qua organisatie hebben veranderingen plaatsgevonden. Het team van MCA Brabant is nagenoeg geheel vernieuwd. Na Cees van Elk besloot ook Ad Verhoeven zijn werkzaamheden buiten MCA Brabant verder voort te zetten. John Huizing trad toe in zijn plaats als projectmanager.
Voor het komende jaar gaat MCA Brabant verder op de ingeslagen weg. We willen onze relaties met onze stakeholders (Met onder andere verladers, transport- en overslagbedrijven, kennisinstellingen, Provincie, Gemeenten, Rijkswaterstaat, samenwerkingsverbanden) verder aanhalen om zo verder te werken aan het bevorderen van de modal split.
Het gaat een mooi jaar worden.
Hendrik-Jan van Engelen
Verslag jaarvergadering MCA Brabant
Aan het slot van de MCA Brabant-jaarvergadering bleek tijdens de paneldiscussie hoe duidelijk de koers is. De drie panelleden waren het volledig eens over de noodzaak van multimodaliteit in het goederenvervoer. Niet alleen in Brabant. In Brabant zit het wel goed. “Multimodaliteit zit in jullie DNA”, aldus Henrik Hololei, de Estlandse directeur-generaal van MOVE, het directoraat voor Mobiliteit en Transport van de Europese Commissie.
Henrik Hololei was te gast bij de jaarvergadering in het Koning Willem II stadion in Tilburg, waar hij een heldere uiteenzetting gaf van het Europese transportbeleid. Maar allereerst sprak hij zijn waardering uit over hoe het transport in Brabant en Nederland is georganiseerd. “Ik kom uit een land dat even groot is als Nederland. Alleen hebben we iets meer dan één miljoen inwoners, waar jullie 17 miljoen mensen herbergen en ook nog plaats hebben voor goederentransport en mobiliteit.”
Op 21 en 22 november heeft het jaarlijkse BO-MIRT (Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) plaatsgevonden. Tijdens dit overleg wordt zo’n 6 tot 8 jaar vooruitgekeken naar investeringen in infrastructuur in de ruimste zin van het woord ten behoeve van vervoer en transport. Aan dit overleg nemen de minister van Infrastructuur en Waterstaat en gedeputeerden van de provincies deel.
Belangrijk voor Noord-Brabant is het MIRT Onderzoek Goederencorridors Oost en Zuidoost Nederland uit 2017. Landelijk hebben inmiddels verschillende uitkomsten de media gehaald. Voor Brabant is een groot aantal initiatieven bekrachtigd, gehonoreerd dan wel is opdracht gegeven tot nadere studie. De initiatieven zijn allemaal gericht op het verbeteren van de doorstroming, het stimuleren van de mobiliteit en de verduurzaming van transport. Het is een veelvoud van initiatieven, waarvan er zeker een aantal zeer relevant is voor de individuele lezer. Het voert te ver om deze initiatieven uitputtend te beschrijven. De volledige afsprakenlijst vindt u hier.
Aan de voet van de IJzertoren heeft het vaartuig de ‘Cogge’, met succes de eerste proefvaart tot een goed einde gebracht. Het gebruik van autonome vaartuigen biedt volgens de initiatiefnemers heel wat nieuwe toekomstmogelijkheden voor de (kleine) binnenvaart: vermindering van de operationele kosten, optimalisatie van het onderhoud, daling aantal de ongevallen, vermindering van de brandstofkosten en minder zoektochten naar geschikt personeel.
