Laat ons maar gelijk met de deur in huis vallen: Ann Veronica Janssens’ Blue, Purple and Orange (2018), een soort gekleurdemistkamer, is een bizarre en fantastische ervaring. In deze kamer zie je geen hand voor ogen: er is alleen maar een oneindigheid aan kleur. En al die kleuren zitten zo dicht op je, dat je bijna het gevoel heb dat je ze bijna aan kunt raken. Een zwembad vol. Ga erin en probeer even aan niets anders te denken dan aan wat je ziet.
We zagen het deze maand in Museum De Pont en we wisten bijna niet wat ons overkwam: wat zien we eigenlijk als we kijken?
Het museum wijdt een hele tentoonstelling aan Janssens. De kunstenaar werkt graag met licht en speelt met je waarneming. Ze laat licht zien met mist, met glitters, of ‘gewoon’ met beamers. Zo is er een werk dat zo agressief kleuren op je afvuurt dat je je niet meer kunt focussen. Het reinigt hardhandig (en met zichtbaar genoegen) je ogen en je zicht. Het heet dan ook niet voor niets Scrub Colour 2 (2002). Het is gecontroleerd, maar heeft ook iets beestachtigs. Terwijl de andere werken in de tentoonstelling veel meer op schoonheid en sereniteit leunen.
Neem nou – ooooh! – dat werk van alleen een schijnwerper die met een verticale lichtbundel een kamer met mist in tweeën splijt. Je twijfelt of je er doorheen mag lopen, maar dat mag. Van de ene helft van de kamer naar de andere. Door de lichtgrens heen. Dat eenmaal gedaan is het moeilijk om te stoppen om te spelen met het licht, om het te proberen te begrijpen.
Voor alle werken in de tentoonstelling geldt: bij Janssens wordt licht materie. Licht wordt zo tastbaar als iets ontastbaars ooit zou kunnen worden. Haar oeuvre is een ode aan het licht. Het is het eerste wat god schiep (even een Bijbelse verwijzing mag wel in deze dagen dachten we), maar toch vergeten we soms hoe vet licht eigenlijk is. Na deze tentoonstelling is weet je het weer: Hup licht!
Te zien t/m 31 maart
|