• lndiening aanmelding Project-MER
• Advisering Project-MER door het team Mer
• Ontheffing Project-MER
• Grensoverschrijdende procedure
• Gevolgen van de plan-m.e.r.-rechtspraak van het Hof van Justitie voor stedenbouwkundige verordeningen

Indiening aanmelding Project-MER

Vóór men een omgevingsvergunning aanvraagt waarbij een project-MER gevoegd wordt, moet men eerst een aanmelding indienen bij team Mer van het Departement Omgeving. In deze aanmelding moet men duidelijk aangeven welk proceduretraject men wil volgen. Als men een publieke consultatie houdt, dan moet men dat ook  duidelijk vermelden.

Vraag tot voorlopige goedkeuring Project-MER door het team Mer – vraag tot scopingadvies aan het team Mer

Vóór men een omgevingsvergunning aanvraagt waarbij een project-MER gevoegd wordt, moet men een aanmelding indienen bij team Mer van het Departement Omgeving. In deze aanmelding geeft men aan welke (facultatieve) stappen men wil volgen voor het indienen van de omgevingsvergunning. Men kan aan het team Mer onder meer een scopingadvies vragen, een voorlopige goedkeuring van het MER,…. De vraag tot voorlopige goedkeuring van een MER-rapport en de vraag tot scopingadvies moet sowieso worden aangevraagd en gegeven voor de start van de vergunningsprocedure. 
Als bij het dossier een (voortoets van) Passende Beoordeling moet worden gevoegd, dan adviseert het team Mer om steeds een scopingadvies te vragen. 

Als men kiest om het minimale traject te volgen, namelijk het traject zonder scopingsdvies, dan geeft het team Mer geen voorlopige goedkeuring van het MER-rapport. De adviesinstanties worden ook niet betrokken bij een voorlopige goedkeuring.

Vermijd de procedure zonder vraag van scopingadvies zoveel mogelijk. Als je het ontwerp-MER zonder scopingadvies en zonder voorlopige goedkeuring rechtstreeks indient in het omgevingsloket bij het begin van de omgevingsvergunningsaanvraag, dan is er veel minder tijd en ruimte om onverwachte problemen te remediëren.

Ontheffing Project-MER

Een ontheffing van een project-MER mag men niet zonder voorafgaande goedkeuring door het team Mer indienen bij de vergunningsprocedure. 
De ontheffingsaanvraag en de goedkeuring van deze aanvraag moeten samen worden ingediend in het omgevingsloket. 

Grensoverschrijdende procedure

Vóór men een omgevingsvergunning aanvraagt waarbij een project-MER gevoegd wordt, moet men een aanmelding indienen bij team Mer van het Departement Omgeving. Als  het voorgenomen project aanzienlijke effecten op mens en/of milieu kan hebben in een ander gewest of lidstaat, dan moet steeds de verlengde termijn van 60 dagen in acht worden genomen voor een beslissing over de aanmelding kan worden genomen door het team Mer.
Vraag in dat geval dan best ook een scopingadvies, want de termijn voor een aanmeldingsbeslissing met scopingadvies is toch dezelfde. 

Gevolgen van de plan-m.e.r.-rechtspraak van het Hof van Justitie voor stedenbouwkundige verordeningen

In een arrest van 7 juni 2018 (nr. C-671/16) heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat een stedenbouwkundige verordening van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voor de Europese wijk in Brussel als een ‘plan of programma’ in de zin van de Europese plan-m.e.r.-richtlijn (richtlijn 2001/42/EG) kan worden beschouwd en dat voor deze verordening een planmilieueffectenrapport (plan-MER) noodzakelijk was. 

 Het Hof van Justitie lijkt dus een ruime interpretatie te geven aan het begrip ‘plan en programma’. Eerder werd in het zogenaamde arrest D’Oultremont (van 27 oktober 2016 - nr. C-290/15) ook al geoordeeld dat een Waals besluit rond sectorale milieuvoorwaarden voor windturbineparken onder het toepassingsgebied van de plan-m.e.r.-richtlijn valt en dat hiervoor een plan-MER moest worden opgemaakt. 

Er zijn nog geen arresten over de Vlaamse regelgeving. Bij een aantal procedures bij de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt wel al beroep gedaan op deze nieuwe Europese rechtspraak. Het is afwachten hoe deze zaken aflopen. De kans bestaat dat ook in deze dossiers prejudiciële vragen worden gesteld aan het Hof van Justitie. 

Door het arrest van het Hof van Justitie van 7 juni 2018 wordt uit voorzorg best aangenomen dat stedenbouwkundige verordeningen, zowel op gewestelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau, een plan of programma zijn, zoals gedefinieerd in de plan-m.e.r.-regelgeving. Voor elke stedenbouwkundige verordening die het kader vormt voor de toekenning van vergunningen voor projecten of waarvoor een passende beoordeling vereist is, moet dan een plan-MER of plan-m.e.r.-screening opgemaakt worden. 
 
Wij houden u op de hoogte over nieuwe evoluties in de rechtspraak hierover. Vragen vragen over deze recente rechtspraak van het Hof van Justitie en de mogelijke gevolgen hiervan stelt u aan BJO.omgeving@vlaanderen.be.