De uitnodiging wordt deze week verstuurd.
Dit is een passieve zin. Je vraagt je af: wie gaat die uitnodiging versturen? Het lijkt alsof de schrijver geen verantwoordelijkheid neemt. Dat komt door de passieve vorm, die je herkent aan het werkwoord worden (of zijn). Je kunt beter zo min mogelijk passieve zinnen gebruiken. Want die maken een tekst vaag en afstandelijk. Er ontbreekt belangrijke informatie. Maak de zin actief en persoonlijk met de woorden ik of wij:
We sturen u deze week de uitnodiging.
Nu spreek je je lezer aan en weet hij van wie hij de uitnodiging kan verwachten.
Dus schrijf niet: In deze Taaltip wordt het verschil tussen actieve en passieve zinnen uitgelegd.
Maar: In deze Taaltip leg ik je het verschil uit tussen actieve en passieve zinnen.
Schrijf niet: Een vastzittende hoest mag niet onderdrukt worden.
Maar: U mag een vastzittende hoest niet onderdrukken.
Schrijf niet: U wordt vriendelijk verzocht uw telefoon uit te zetten.
Maar: Wij vragen u vriendelijk uw telefoon uit te zetten.
Of nog vlotter: Wilt u alstublieft uw telefoon uitzetten?
Tot slot een voorbeeld dat ik vond op de website van een therapeut:
Tijdens het eerste consult vindt een intakegesprek plaats waarin de klacht, de algehele gezondheid en het functioneren in kaart worden gebracht.
Kan het nog afstandelijker? Als je deze zin actief maakt, maak je jezelf zichtbaar als therapeut. Praat met je lezer, spreek hem aan en vervang de moeilijke woorden. Bijvoorbeeld zo:
Tijdens uw eerste bezoek vraag ik naar uw klachten, uw gezondheid en hoe u functioneert.
Dan ben je persoonlijk en schep je een band met je lezer. Je betrekt hem bij de tekst en je vergroot de kans dat hij klant bij je wordt.
Lees ook mijn Taaltip over schrijven alsof je praat.
|