Copy
SKILLNET– Sharing Knowledge in Learned and Literary Networks
Beste vrijwilliger,

Dit is de eerste nieuwsbrief van het crowdsourcingplatform CEMROL (Collecting Epistolary Metadata of the Republic of Letters). CEMROL is ontwikkeld door de onderzoeksgroep met de naam SKILLNET waarvan ik teamleider ben bij de Universiteit Utrecht. Met behulp van CEMROL willen we zo veel mogelijk van het brievennetwerk van geleerden uit de periode 1400-1800 in kaart brengen. Duizenden wetenschappers uit die eeuwen onderhielden namelijk intensief briefcontact met elkaar om kennis en ervaringen uit te wisselen, maar ook om over elkaar te roddelen. Die geleerden verwezen dikwijls naar hun eigen wereld met de term 'Republiek der Letteren': een grensoverstijgende internationale wereld van kennis en wetenschap. Historici denken tegenwoordig dat veel geleerden van toen erg kosmopolitisch waren: ze schreven vaak in het Latijn naar elkaar, want die taal was politiek neutraal, en ze pleitten vaak voor gewetensvrijheid en persvrijheid, en tegen censuur door kerk en overheid. Maar hoe ver reikte dit netwerk nu eigenlijk? Dat weten we nog niet. En dat is jammer, want dan kunnen we ook niet inschatten hoe belangrijk deze virtuele internationale gemeenschap in Europa precies was.

Tot nu toe zijn vooral Noordwest-Europese brievennetwerken in kaart gebracht. CEMROL heeft echter tot doel een indruk te krijgen van de geleerde brievennetwerken in héél Europa. Maar we hebben nog meer vragen: hoe ontwikkelde dit netwerk zich door de eeuwen heen? Was het in sommige periodes groter of juist kleiner? En wat was de structuur van het netwerk: waren de netwerken Latijnse netwerken of bestonden er ook meer lokale netwerken in de volkstalen? Waren er misschien subnetwerken van bijvoorbeeld wiskundigen of van historici? Om deze netwerken inzichtelijk te kunnen maken en te kunnen visualiseren, hebben we data nodig. Heel veel data. Deze gegevens zijn eigenlijk vrij eenvoudig: wie stuurde aan wie een brief, wanneer, en van welke plaats naar welke plaats. Met die vijf gegevens per brief kunnen we geografische en sociale netwerken door de tijd heen reconstrueren.

Maar waar zijn die brieven tegenwoordig? Heel veel liggen in hun originele handgeschreven vorm in archieven en bibliotheken. Maar gelukkig zijn ook talloze brieven al in vroeger eeuwen verzameld en uitgegeven, soms zelfs door de briefschrijvers zelf! CEMROL neemt deze gedrukte uitgaven als uitgangspunt en vraagt van vrijwilligers om door deze brievenboeken te bladeren en telkens aan te geven waar op de pagina gegevens te vinden zijn over schrijvers, datums en plaatsnamen. Vervolgens wordt hun gevraagd deze gegevens ook over te typen, zodat we ze met de computer kunnen bewerken. Tegen het einde van het project, in 2022, presenteren we één grote kaart en één grote visualisatie van alle gegevens, waarbij we dan telkens stukjes gebied, kleine periodes of bepaalde namen kunnen selecteren. We werken dus toe naar een interactieve geografische en sociale kaart van een internationale virtuele gemeenschap uit een lange en veelbewogen periode in de Europese cultuurgeschiedenis.

Maar dat kunnen we niet alleen, want het gaat om honderdduizenden brieven. Hoeveel weet niemand, maar over een paar jaar hopen we een goede schatting te kunnen maken. Dankzij jullie hulp!

Dirk van Miert (projectleider)

Het SKILLNET-team stelt zich voor

Karen Hollewand (postdoc)
Mijn onderzoek concentreert zich op de conceptuele geschiedenis van het ideaal van kennisdeling in de vroegmoderne Republiek der Letteren. Sommige historici hebben betoogd dat de uitwisseling van ideeën en documenten in deze gemeenschap van geleerden gebaseerd was op een bewust utopisch idee, terwijl anderen erop hebben gewezen dat het delen van kennis gebaseerd was op pragmatische noodzaak. Hebben geleerden ideeën en documenten met elkaar gedeeld vanuit een ideologisch oogpunt of vooral om praktische obstakels te overwinnen? Door de taal van vroegmoderne geleerden wanneer zij het ideaal van kennisdeling bespreken te analyseren, probeer ik een chronologische en semantische kaart te maken van de belangrijkste ethische noties die deze intellectuele gemeenschap bij elkaar hielden. Ik zou graag willen weten of deze begrippen in de loop van de tijd zijn veranderd of verschilden naargelang van bijvoorbeeld regio, taal, religie en geslacht. Voor mijn onderzoek zijn niet alleen de metadata van brieven (de basisinformatie over afzender, ontvanger, datum, etc.), maar vooral de inhoud (de volledige tekst) van groot belang. Daarom werk ik momenteel aan de opbouw van een grote database van full-text vroegmoderne brieven, die in vroegmoderne of moderne edities zijn gepubliceerd of die al gedigitaliseerd (en online gedeeld) zijn. Als deze database klaar is, zal ik experimenteren met digitale methoden, zoals textmining, en programma's (zoals AntConc, Mallet en ShiCo) om de brieven te analyseren.

Manuel Llano (promovendus)
Mijn onderzoek gaat over de geleerde gemeenschap in de Nederlandse Republiek (1575-1715) vanuit een sociaal perspectief. Dat wil zeggen dat mijn interesse niet zozeer uitgaat naar de onderzoeksoutput en de ideeën van geleerden, maar eerder naar hun sociale structuur, hun gemeenschappelijke kenmerken als groep, hun statusladder, hun gedragspatronen en hun positie in de Nederlandse samenleving. Om dit te kunnen doen, stel ik een database samen uit archiefmateriaal en bewerkte bronnen met persoonlijke en professionele informatie van alle geleerden die werkzaam waren in een instelling voor hoger onderwijs, namelijk, universiteiten, illustere scholen en Latijnse scholen. Naast deze collectieve biografie gebruik ik aanvullende gegevens zoals brieven, inscripties in albums, en publicaties om mijn analyse verder uit te diepen. Dit stelt mij in staat om een bottom-up benadering te volgen: in plaats van me te richten op bekende figuren als Erasmus en Constantijn Huygens, kan ik geleerden bestuderen die, hoewel nu obscuur, het grootste deel van de zogenaamde Republiek der Letteren vormden.
Koen Scholten (promovendus)
Mijn onderzoek richt zich op de manieren waarop geleerden in de vroegmoderne tijd een cultureel zichtbare, Europese, wetenschappelijke gemeenschap begonnen te vormen. Vanaf de zestiende eeuw zien we een sterke toename in de hoeveelheid monumenten voor geleerden, zoals grafmonumenten in kerken en beelden op stadspleinen, zoals het standbeeld voor Erasmus dat al enkele jaren na zijn dood pontificaal midden in Rotterdam werd geplaatst. Ook verschijnen er in de zestiende eeuw steeds meer gedrukte verzamelingen van geleerdenbiografieën, waarin hun bijdrage aan de Republiek der Letteren werd benadrukt. In het kort verschijnen in deze bronnen de geleerden als een aparte sociale en culturele klasse. Ze zijn deugdzaam en dragen bij aan het aanzien van naties en staten. In mijn onderzoek staat deze gemeenschapsvorming van geleerden centraal. Omdat bij het ontstaan en ontwikkelen van elke gemeenschap een collectieve identiteit, geschiedenis en rolmodellen van cruciaal belang zijn, focus ik op deze aspecten van de geleerde gemeenschap.

Momenteel bevind ik me in Florence om precies deze vragen te beantwoorden. Door grafmonumenten voor geleerden hier te vergelijken met die in Leiden probeer ik te achterhalen wanneer het herinneren van geleerden begon in deze steden. Praalgraven in het midden van grote kerken maakten een grote indruk, omdat ze bezoekers keer op keer herinnerden aan het belang van de betreffende figuur. Veel van deze praalgraven voor geleerden werden tegen de wil van de overledene opgericht. Dit roept interessante vragen op, zoals wie er belang had bij grote praalgraven, zoals die van Galileo Galilei (zie foto) in Florence. Het graf van de veertiende-eeuwse humanist Leonardo Bruni geeft beeldend antwoord op deze vraag: na zijn dood konden de rouwende muzen, de godinnen van de kunsten en wetenschappen, hun tranen niet meer bedwingen.
En verder bestaat het team uit:

Robin Buning (projectassistent)


Isabelle Buhre (onderzoeksassistent)

Halfdan Simonsen (stagiair)


Leonie Price (geassocieerd onderzoeker)

Facebook van de Republiek der Letteren – verslag lancering CEMROL 14 december

Op vrijdag 14 december vond de lancering van ons crowdsourcingplatform Collecting Epistolary Metadata of the Republic of Letters (CEMROL) plaats. Het SKILLNET-team had zijn best gedaan een programma samen te stellen dat interessant zou zijn voor zowel collega-onderzoekers als het brede publiek met sprekers uit Nederland en het buitenland. Hoewel veel collega's die dag aan het demonstreren waren tegen de onderfinanciering van het hoger onderwijs, was de zaal in het Utrechtse Universiteitsmuseum met veertig aanwezigen goed gevuld.

In de voorafgaande weken was er al veel aandacht voor de lancering geweest, met onder meer een promotiefilmpje dat universiteitsbreed was gedeeld en op de ochtend van de lancering was Dirk van Miert op RTV Utrecht in de show Utrecht is Wakker (vanaf 08:36) om over het project te vertellen. Het doel van de middag was natuurlijk de lancering van het platform, maar ook om het belang van publieke wetenschap in het algemeen te benadrukken.

Na de ontvangst met lunch trapte projectleider Dirk van Miert af. Hij legde uit dat het SKILLNET-project onderzoek doet naar het vroegmoderne ideaal van kennisdeling binnen de sociale netwerken van Europese geleerden die religieuze, politieke en taalgrenzen overstegen. Deze geleerden spraken zelf over de ‘Republiek der Letteren’. Hun sociale netwerken willen we in kaart brengen aan de hand van hun briefwisselingen: het ‘vroegmoderne Facebook’. Veel van deze briefwisselingen zijn al in de vroegmoderne tijd in druk verschenen, maar de brieven daarin zijn nog niet ontsloten. Omdat het om honderdduizenden brieven gaat roepen we de hulp van vrijwilligers in. Crowdsourcing is essentieel voor ons onderzoek naar de vroegmoderne Republiek der Letteren!

Om het tastbaarder te maken liet Van Miert ondertussen een paar zeventiende eeuwse gedrukte brievenverzamelingen uit zijn eigen collectie door de zaal rondgaan.

Na Van Miert was het de beurt aan Hans Bots, de ‘founding father’ van het onderzoek naar de Republiek der Letteren, die onlangs een boek over zijn levenswerk heeft gepubliceerd. Bots definieert de Republiek der Letteren als een vrijplaats waar geletterden elkaar ontmoeten en samen de wetenschap beoefenen. Het draait er allemaal om vriendschap en het delen van kennis. Hij liet zien dat het zwaartepunt van de Republiek der Letteren eerst in Italië lag en dat het zich vervolgens met het humanisme langzaam naar Frankrijk, de Nederlanden, Engeland en Zweden verspreidde. De Duitse landen stonden vanwege de Dertigjarige Oorlog op achterstand, terwijl Spanje en Portugal nooit een grote rol van betekenis hebben gespeeld. Vanaf het einde van de zeventiende eeuw breidde de Republiek der Letteren zich verder uit naar het noordoosten: naar Polen en steden als Berlijn en Sint-Petersburg. In de grote steden ontstonden intellectuele centra en kruispunten rondom bibliotheken, drukkershuizen en universiteiten. De geleerden communiceerden via reizen, kranten en natuurlijk brieven, waarin ze elkaars werk bediscussieerden en hun ideeën deelden.

Vervolgens bekeek Scott Weingart van de Carnegie Mellon University Library het onderzoek naar de Republiek der Letteren vanuit het gezichtspunt van de digital humanities en hoe we moderne methodes om sociale netwerken te analyseren kunnen toepassen op de vroegmoderne periode. Weingart benadrukte dat het succes van deze analyses afhangt van je inzicht in de dataset en in de beperkingen ervan: je moet je ervan bewust zijn wat de gegevens die je verzameld hebt wel en wat ze je niet kunnen vertellen. Als er tussen twee geleerden bijvoorbeeld geen brieven werden uitgewisseld hoeft dit niet te betekenen dat ze geen contact hadden. Het kan namelijk zijn dat ze naast elkaar woonden en elkaar dus persoonlijk spraken. Belangrijk bij de reconstructie van vroegmoderne correspondentienetwerken is volgens Weingart het begrijpen van de 'mesh': het bos zien (het volledige bereik van het netwerk) en niet alleen de bomen (de bekende geleerden). De grootste uitdaging hierbij is niet alleen om meer data te verzamelen, waarvoor CEMROL is gebouwd, maar deze ook met elkaar te verbinden en rekening te houden met de gegevens die nog ontbreken en de verschillende vooroordelen die hebben gespeeld bij de overlevering van de bron en bij het onderzoek ernaar.

Na een korte koffiepauze vertelde Andrea Sangiacomo van de Universiteit Groningen over de onderwerpen waarover de inwoners van de Republiek der Letteren spraken vanuit een filosofisch perspectief. Met behulp van methodes uit de digital humanities heeft hij onderzoek gedaan in het brievencorpus van het Electronic Enlightenment-project naar de vraag waarom de belangrijke rol die vrouwen in de natuurfilosofie hebben gehad, vergeten is en waarom ze geen deel van de canon meer zijn. Volgens Sangiacomo droegen deze vrouwen slechts in beperkte mate bij aan de uitwisseling van kennis in correspondentienetwerken. Vrouwen die zich bezighielden met natuurfilosofie waren ‘bekende vreemden’: ze werkten aan dezelfde onderwerpen en stonden in contact met dezelfde mannelijke natuurfilosofen, maar niet met elkaar. Daarnaast ontvingen ze meer brieven dan ze verstuurden; het was slechts een kleine minderheid die zowel brieven stuurde als ontving. De methodes die Sangiacomo heeft toegepast kunnen ook gebruikt worden om onderzoek te doen naar andere ‘vergeten’ groepen.

De laatste spreker was Miranda Lewis van ons zusterproject, de Oxfordse online brievencatalogus Early Modern Letters Online. Deze database beoogt alle brieven uit de vroegmoderne tijd bijeen te brengen en speelt daardoor een sleutelrol in de reconstructie en interpretatie van de Republiek der Letteren. Lewis ging dieper in op de verschillende 'metadata' van brieven die in de database verzameld worden: de gegevens over wie aan wie schreef, waar en wanneer. Een grote uitdaging daarbij is dat er bijvoorbeeld in Engeland ontelbaar veel mensen met de naam ‘John Smith’ waren. Het kan lastig zijn om te achterhalen of het in verschillende brieven om dezelfde John Smith gaat. Andersom kan het door spellingsvarianten van een naam lijken of het om twee verschillende personen gaat. Het disambigueren hiervan kan in grote mate geautomatiseerd worden, maar handmatige disambiguatie blijft noodzakelijk, wat veel tijd kost. Lewis benadrukte ten slotte dat het allemaal om connecties draait, in de vroegmoderne tijd maar ook in de 21e eeuw: onderzoekers moeten samenwerken en hun kennis over de mensen die ze bestuderen delen.

En daarna was het grote moment aangebroken: de lancering van CEMROL: https://cemrol.hum.uu.nl!

Met de aanwezigen doorliep Van Miert de mogelijkheden van CEMROL en de twee opeenvolgende taken van het crowdsourcen. De eerste is het markeren van de velden met metadata en de tweede is het transcriberen van deze gegevens. Handleidingen op het platform geven de nodige informatie over de bijzonderheden die je kunt tegenkomen in vroegmoderne boeken, zoals de 'lange s' (ſ, bij de meeste mensen bekend in samenstelling met een tweede s als de Duitse ß). En het bevat ook hulpmiddelen die je helpen bij het omrekenen van Romeinse datums, christelijke feestdagen en de Juliaanse/Gregoriaanse kalender. Tot slot riep Van Miert Sheean Spoel naar voren, die als ontwikkelaar voor het Digital Humanities Lab van de Universiteit Utrecht werkt en CEMROL heeft gebouwd. Dirk bedankte hem uitvoerig, waarna het tijd was voor de borrel.

Even later sloot het museum en moest iedereen het pand verlaten, maar voor wie tot het eind was gebleven was er als kers op de taart nog een wandeling langs het huis van de zeventiende-eeuwse geleerde vrouw Anna Maria van Schurman door Van Schurman-kenner Pieta van Beek!

CEMROL-nieuws
Sinds de lancering van ons crowdsourcingplatform CEMROL in december 2018 is er veel gebeurd. Een enthousiaste groep vrijwilligers is begonnen met het markeren en transcriberen van de brieven en we hebben ons best gedaan om het platform achter de schermen te perfectioneren. Er is nog veel werk te doen, maar het wordt tijd dat we de eerste resultaten delen.

We zijn trots en blij te kunnen melden dat een kleine maar actieve groep vrijwilligers zich consistent heeft beziggehouden met de vroegmoderne brievenedities op het platform. In de maand februari 2019 hebben 76 unieke gebruikers brieven gemarkeerd of getranscribeerd en in de afgelopen drie maanden zijn er meer dan 226 sessies ondernomen. Tijdens deze sessies, die soms meer dan zes uur achter elkaar duurden, droegen de vrijwilligers tussen de 1 en 2600 classificaties bij (waarbij één classificatie gelijk is aan één veld dat gemarkeerd of getranscribeerd is). Sinds de lancering van CEMROL werden meer dan 37.000 classificaties afgerond, twee ongelooflijke getallen.
De toekomst ziet er rooskleurig uit voor CEMROL. Op dit moment werken we bijvoorbeeld aan het toevoegen van meer informatie over de brieven en geleerden op het platform en aan het opzetten van een optionele persoonlijke login, zodat mensen hun persoonlijke statistieken kunnen bijhouden en eventueel in contact kunnen komen met andere vrijwilligers op een forum. Op 12 april hebben we een aantal van onze vrijwilligers voor het eerst ontmoet en hebben we met veel plezier hun vragen beantwoord en hun input ontvangen (zie ‘Geslaagde eerste CEMROL-publieksmiddag’). We horen graag hoe we CEMROL verder kunnen verbeteren om onze vrijwilligers een optimale ervaring bij het gebruik van het platform te bieden.

Uit de brievencollecties in CEMROL: een brief van Locke aan Molyneux

Één van de brievencollecties die momenteel in CEMROL beschikbaar is om te worden gemarkeerd en getranscribeerd is getiteld Some Familiar Letters Between Mr. Locke, and Several of His Friends. John Locke (1632-1704) was een Engelse filosoof, bekend om zijn staatstheorie en zijn steun aan religieuze tolerantie. Veel brieven die in deze specifieke editie van zijn correspondentie zijn gepubliceerd, werden gewisseld met William Molyneux (1656-98), een Ierse geleerde die geïnteresseerd was in natuurfilosofie, wiskunde en politiek. De twee mannen spraken over politieke en filosofische onderwerpen, maar ze bespraken ook hun persoonlijke leven en uit de brieven blijkt dat ze goede vrienden waren.

De laatste twee brieven die tussen Locke en Molyneux werden gewisseld en die werden afgedrukt in de collectie Some Familiar Letters (pp. 272-274), zijn in september 1698 verzonden. Molyneux liet Locke weten dat hij net terug was in Dublin, nadat hij Locke voor het eerst in Londen had ontmoet. Molyneux beschreef hun ontmoeting als "the happiest scene of my whole life" en prees hun vriendschap. De brief is vrij kort: Molyneux maakte er een einde aan door te zeggen dat hij bezig was met "some business that is thrown upon me since my arrival". Negen dagen later schrijft Locke terug. Hij was erg blij te horen dat Molyneux veilig in Ierland was aangekomen en legde uit dat sinds Molyneux Londen had verlaten hij dagelijks naar het weer had gekeken, omdat het stormachtige weer gevolgen kon hebben voor de reis van Molyneux. Hij sprak de oprechte hoop uit dat Molyneux hem volgend jaar opnieuw zou bezoeken. Hij sloot de brief af met de mededeling dat hij de "silence concerning your health" van de kant van zijn vriend echter niet kon vergeven. Locke had gelijk om naar het welzijn van zijn vriend te informeren. Molyneux, die zijn hele leven al last had van nierproblemen, overleed een paar weken later.

De briefwisseling tussen Molyneux en Locke toont hun goede relatie. Ze vragen naar elkaars gezondheid en familie, en prijzen elkaar overmatig. Uit hun correspondentie blijkt echter ook dat ze niet terugdeinzen voor verhitte discussies over wetenschappelijke onderwerpen. Ze bespraken Locke's Essay concerning Human Understanding (1689/1690) en uiteindelijk waren Molyneux’ suggesties voor Locke aanleiding om bepaalde delen van het werk te herzien en zelfs een aantal secties toe te voegen aan latere uitgaven. Ook werd er gediscussieerd over Locke's Some thoughts concerning Education (1693) in relatie tot de opvoeding van Molyneux’ zoon Samuel, omdat Molyneux het niet eens was met het harde regime dat Locke propageerde. Hun verschillende opvattingen over filosofie en politiek werden echter het meest fundamenteel op de proef gesteld tegen het einde van hun vriendschap, toen Molyneux in 1698 zijn The Case of Ireland's being Bound by Acts of Parliament in England liet drukken.

Molyneux' werk is geschreven als reactie op de spanningen tussen de Engelse en Ierse regeringen in die tijd. Het Britse parlement wilde Ierland zowel binnenlands als internationaal besturen, waarbij het de betrekkingen tussen Ierland en andere delen van het Engelse rijk onder controle nam. In zijn The Case of Ireland verdedigde Molyneux het standpunt van de Ierse regering: hij pleitte voor gelijke rechten voor Ierland, waarbij het Ierse parlement niet gebonden zou moeten zijn aan Engelse parlementaire wetten. Deze vraag over het politieke gezag hield rechtstreeks verband met de productie van en de handel in wol: Engeland betoogde dat de wolindustrie in Ierland moest worden onderdrukt, omdat de Engelse industrie te lijden had onder de concurrentie met Ierland. Molyneux heeft deze kwestie in zijn verhandeling aan de orde gesteld: hij stelde dat het Ierse parlement terecht niet had voldaan aan de vernietiging van hun succesvolle handel in wol en dat het weigerde in plaats daarvan te investeren in de linnenindustrie. Hij was zich ervan bewust dat zijn betoog zou leiden tot wrevel in Engeland, maar de felle reacties die zijn werk opriep had hij niet verwacht: The Case of Ireland werd door veel politici verworpen en het Londense parlement beval dat het verbrand moest worden. Onder de aanvallers van Molyneux' verhandeling waren veel van Locke’s vrienden en in een brief aan een kennis noemde ook Locke het werk dwaas. In zijn rol als Commissioner for Trade van de Engelse Board of Trade, waarin hij in 1696 was benoemd, besprak hij vaak de handelsbetrekkingen tussen Ierland en Engeland en pleitte hij voor de belangen van het 'moederland' Engeland, die altijd vóór de behoeften van individuele rijksdelen als Ierland moesten gaan.

Ondanks de afkeuring van het betoog van zijn vriend, heeft Locke Molyneux in zijn brieven nooit bekritiseerd of zelfs maar zijn ware mening over de zaak gedeeld. Zich terdege bewust van de vele brute aanvallen die al op Molyneux waren gericht, had hij misschien besloten om zijn eigen kritiek er niet aan toe te voegen en in plaats daarvan zijn vriend te steunen. Het lijkt erop dat hun vriendschap uiteindelijk belangrijker was dan hun politieke mening.


John Locke

William Molyneux

Geslaagde eerste CEMROL-publieksmiddag

Vier maanden na de lancering van het CEMROL-platform kwam op vrijdagmiddag 12 april de kern van een groeiende crowd bijeen voor de eerste publieksmiddag. De middag was bedoeld om de vrijwilligers te informeren over de laatste stand van zaken, maar vooral om elkaar beter te leren kennen en feedback te krijgen over de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van het platform.

Na de presentatie van het project door Dirk van Miert, liet Karen Hollewand zien hoeveel gebruikers er op het platform actief zijn, hoeveel werk deze al verzet hebben, wat er sinds de lancering aan het platform is verbeterd en welke functionaliteiten er in de nabije toekomst geïmplementeerd zullen worden (zie ‘CEMROL-nieuws’). De aanwezige vrijwilligers gaven nuttige tips om de workflow verder te verbeteren en het transcriberen minder repetitief te maken. Ook lieten ze weten dat de uitleg die op het platform gegeven wordt over hoe het platform werkt en wat er van de gebruikers verwacht wordt duidelijker mag. Tot slot bleek er onder de vrijwilligers een grote behoefte te bestaan aan meer aandacht voor de inhoud van de brieven. In deze nieuwsbrief en in toekomstige activiteiten, zoals een bezoek aan de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht en een publiekslezing, zal hieraan tegemoet gekomen worden.

The research leading to these results is part of a project that has received funding from the European Research Council (ERC) under the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme (grant agreement No 724972).

 
Copyright © 2019 SKILLNET, All rights reserved.


Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list.
View our privacy policy.

Email Marketing Powered by Mailchimp