Copy
Wordt deze email niet juist weergegeven klik hier
Nieuwsbrief SWVVO Waterland
Schooljaar 2018 - 2019 - Mei 2019
Beste lezer,

Wel nieuws, geen scholingsagenda.

De oplettende lezer zal m missen: de scholingsagenda.  We werken aan een aparte nieuwsbrief met het scholingsprogramma. Op verzoek onderzoeken we namelijk nog voor dit schooljaar of we extra aanbod kunnen inkopen én we zijn al bezig met planning voor volgend schooljaar. We willen niemand in de war maken met een nu nog incomplete of nog veranderende lijst. De reeds gestarte opleidingen lopen natuurlijk ondertussen gewoon door.

In deze nieuwsbrief dus geen scholingsagenda, maar wel een verzameling van nieuws dat betrekking op ons of ons werk heeft en te belangrijk om jullie te onthouden. Ik wens je veel leesplezier!

Hartelijke groeten,


Marianne van Zanten,


Directeur samenwerkingsverband

Inhoud:


- Aanmeldingen PO-VO,  nieuwe aanvragen toelaatbaarheidsverklaringen prioriteit
- Op weg naar succes
- OUDERS, LEERLINGEN en DOCENTEN GEZOCHT VOOR DE ONDERSTEUNINGSPLANRAAD
- Nieuwe meldcode huiselijk geweld vanaf 1 januari 2019
- Lerarenregister in de ijskast

- Koerswijziging lerarenbeleid kabinet
- Handreiking NT2 voor docenten VO 
- Geloof in de mogelijkheden van je leerlingen
- Samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs
- Ode aan de leerkracht
 

Agenda:

Uitgebreide scholingsagenda is in ontwikkeling.

Aanmelden kan via scholing@swvvowaterland.nl


SWV Waterland Master module:

- Beter samenwerken is beter presteren als team   
  • Dinsdag 12 maart 2019
  • Dinsdag 26 maart 2019
  • Dinsdag 9 april 2019
  • Woensdag 8 mei 2019 
  • Woensdag 22 mei 2019
Cursus locatie: Flexplek Purmerend
Kwadijkerkoogweg 16

1442 LA Purmerend


Tijdstip: 16.30-20.00 uur, inclusief lichte maaltijd

 
 
NT2-leerling

Samenwerkingsverband 
Waterland

Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs/ Speciaal Voortgezet Onderwijs Waterland of afgekort; SWV VO Waterland is van en voor alle VO scholen en leerlingen in Waterland. Het SWV VO heeft als taak scholen te ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen met (complexe) hulpvragen.

Contactgegevens

VO Waterland Loket (Voor informatie, advies, aanvragen arrangementen en TLV’s)
- 06-15065335
loket@SWVVOwaterland.nl
samenwerkingsverbandvowaterland.nl


Voor vragen over het scholingsaanbod 
E: scholing@SWVVOwaterland.nl 

Aanmelden voor een cursus kan eenvoudig door de link onder de data van de betreffende cursus aan te klikken!
 


 

Aanmeldingen PO-VO, nieuwe aanvragen toelaatbaarheidsverklaringen prioriteit

Bij het behandelen van aanvragen van toelaatbaarheidsverklaringen  geven we op het samenwerkingsverband, zoals afgesproken, vanaf 15 maart prioriteit aan nieuwe= eerste aanvragen. Leerlingen die vanuit primair (speciaal) onderwijs de al zeer spannende overstap naar V(S)O gaan maken hebben er recht op om zo snel mogelijk te weten naar welke school zij na de zomervakantie gaan. Verlengingsaanvragen betreffen leerlingen die al op een V(S)O school zitten en kunnen het hele schooljaar ingediend worden. Verlengingsaanvragen die na 15 maart zijn ingediend worden opgepakt nadat nieuwe aanvragen zijn afgehandeld.  Dit is het gevolg van de keuze die we met elkaar in het samenwerkingsverband hebben gemaakt om zoveel mogelijk SWV middelen te bestemmen om ondersteuning op de scholen mogelijk te maken (denk aan inzet Begeleiders Passend Onderwijs, ondersteuningsarrangementen, bijdrage verzuimregistratie en zorg coördinatie, middelen versterking basisondersteuning et cetera…) en dus.. zo min mogelijk geld uit te geven aan deskundigen die aanvragen behandelen op het samenwerkingsverband. Daarmee hebben we onszelf- op de scholen en op het samenwerkingsverband- gedwongen tot spreiding van de werkzaamheden betreffende toelaatbaarheidsverklaringen. Dit schooljaar wordt het extra spannend omdat de zomervakantie dit schooljaar in onze regio vroeg begint, maar als altijd zullen we ons samen met de scholen en niet te vergeten, de TLV commissieleden, inspannen om zo veel mogelijk gereed te hebben voor de vakantie begint.
Op weg naar succes

Het is weer zover, het examenseizoen is begonnen. En ik kom ze op elke school weer tegen, blije en dappere, soms overmoedige leerlingen; zenuwachtige maar supergemotiveerde leerlingen; leerlingen die plots last krijgen van faalangst; leerlingen die ineens doorhebben dat het toch handiger was geweest als ze beter hadden opgelet, nog dingen moeten inhalen en het ineens benauwd krijgen; verschillende leerlingen die op het laatste moment nog even op een positieve of negatieve manier extra aandacht vragen van hun docenten en waarvan een deel zich bij het samenwerkingsverband meld voor extra ondersteuning.  

Sommige zijn al druk met wat er na het examen moet, een deel nadenkend over switchen of doorstroom naar MBO. Kortom, het is als altijd weer een leuke maar ook drukke, enerverende en spannende tijd voor leerling, ouders en docenten en ondersteuners die er hard naar toe hebben gewerkt dat elke leerling toegerust is voor het examen.

We wensen iedere school, docenten en natuurlijk de leerlingen veel succes! 
OUDERS, LEERLINGEN en DOCENTEN GEZOCHT VOOR DE ONDERSTEUNINGSPLANRAAD

Elk samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplanraad. Hierin praten ouders, personeel en soms ook leerlingen mee over de ondersteuning die scholen bieden aan leerlingen met een extra zorgvraag.

Inspraak binnen het samenwerkingsverband

De ondersteuningsplanraad (OPR) is een speciale medezeggenschapsraad van een samenwerkingsverband en spant zich in om de belangen van leerlingen zo goed mogelijk te borgen. Omdat in de OPR vertegenwoordigers van meerdere schoolbesturen plaatsnemen kan de OPR worden aangeduid als een bovenschoolse medezeggenschapsraad. In het SWV VO Waterland is afgesproken dat elke school (MR) een ouder én een leerling én een docent/medewerker mag afvaardigen. De OPR heeft een instemmingsbevoegdheid over (vaststellen of wijzigen van) het ondersteuningsplan. Daarnaast voorziet de OPR de directeur/bestuur van het samenwerkingsverband van gevraagd en –ongevraagd advies en heeft instemmings- en adviesrecht op het beleid, de begroting et cetera van het samenwerkingsverband.

Leden

In de OPR zitten ouders en personeel, en in het voortgezet onderwijs ook leerlingen. De leden van deze raad moeten ouders, personeelsleden en/of leerlingen zijn van een school in het samenwerkingsverband. De leden van de OPR worden afgevaardigd door de medezeggenschapsraden van de scholen die deelnemen in het samenwerkingsverband, maar hoeven zelf niet noodzakelijk uit een van die medezeggenschapsraden afkomstig te zijn.

Vergaderingen

De OPR komt gemiddeld 5 tot 6 keer per schooljaar bijeen. In ons samenwerkingsverband wordt de raad nauw betrokken bij de ontwikkeling van alle plannen. Naast instemming op van overheidswege verplichte onderdelen zoals het 4 jaarlijkse ondersteuningsplan en de begroting en jaarrekening, worden inhoudelijke onderwerpen en plannen besproken en wordt de raad om haar mening gevraagd.

Vacatures, informatie en aanmelden

De ondersteuningsplanraad is altijd op zoek naar nieuwe leden. Hoewel al veel scholen een vertegenwoordiging hebben, zijn er nog steeds die nog vacatures hebben en er zijn regelmatig vacatures ten gevolge van uitstroom/afloop zittingstermijnen. 
Bent u ouder, leerling of medewerker van een VO school in de regio Waterland en overweegt u/ heeft u interesse in deelname in de ondersteuningsplanraad, dan kunt u voor aanmelding of meer informatie terecht bij de voorzitter Patricia Ligthart, e-mail: ligthartpatricia@gmail.com en/of de secretaris van de Raad: Simone Nelis, e-mail: simone_nelis@hotmail.com

Open hier het overzicht van de leden.
Nieuwe meldcode huiselijk geweld vanaf 1 januari 2019

Geweld hoort nergens thuis, maar toch zijn huiselijk geweld en kindermishandeling de meest voorkomende gevallen van geweld die in Nederland plaatsvinden. Hierbij gaat het in veel gevallen – anders dan het spraakgebruik doet vermoeden – niet alleen om fysieke vormen van geweld, maar ook om emotionele mishandeling, zoals vernedering, verwaarlozing en financiële uitbuiting.

Eén op de twintig kinderen wordt thuis mishandeld, verwaarloosd of misbruikt

Bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling zijn veel professionals en organisaties betrokken, ook vanuit het onderwijs. Wanneer er zorgen over en signalen van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling zijn, moet er snel en zorgvuldig gehandeld worden. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling biedt professionals ondersteuning en houvast bij dat handelen. Sinds 1 juli 2013 zijn onderwijsorganisaties al verplicht deze meldcode te hebben en gebruiken. 

De verbeterde meldcode die vanaf 1 januari 2019 geldt bestaat uit de volgende 5 stappen:
  • Stap 1:   In kaart brengen van signalen

  • Stap 2:   Overleggen met collega en/of (anoniem) raadplegen van Veilig Thuis

  • Stap 3:   Gesprek met de betrokkene(n)

  • Stap 4:   Wegen (per 1 januari 2019: a.d.h.v. vijf afwegingsvragen)

  • Stap 5:   Beslissen: melden bij Veilig Thuis en/of zelf hulp verlenen

In het afwegingskader staat beschreven welke situaties de veiligheid van de gezinsleden zodanig bedreigen dat de melding bij Veilig Thuis altijd noodzakelijk is. Hiermee wordt melden minder vrijblijvend.
 
Lerarenregister in de ijskast

In het Regeerakkoord is afgesproken dat een lerarenregister alleen succesvol kan zijn als dit ‘van, voor en door alle leraren’ is. In hun brief aan de Tweede Kamer constateren de ministers dat een breed gedragen beroepsgroep-organisatie van leraren op korte termijn niet van de grond zal komen. Daarom wordt deze kabinetsperiode geen werk meer gemaakt van een verplicht register en de (her)registratie. Om de professionele ontwikkeling van leraren wel beter te verankeren willen de ministers strategisch personeelsbeleid en professionaliteit als deugdelijkheidseisen opnemen in de wet, zodat de Inspectie van het Onderwijs hierop toezicht kan gaan houden bij besturen.

Koerswijziging lerarenbeleid kabinet

Het lerarenbeleid gaat een nieuwe fase in. Dat is de ondertoon van de jaarlijkse rapportage van de ministers Slob en Van Engelshoven aan de Tweede Kamer. De VO-raad juicht deze koerswijziging toe: het terugdringen van het lerarentekort en het vergroten van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep vragen om structurele oplossingen. 
In hun brief aan de Kamer nemen de bewindslieden afstand van eerder ingezet beleid. De ministers willen tot minder gedetailleerde afspraken komen op landelijk niveau en niet langer sturen op vaardigheden van individuele leraren of organiseren hoe zij hun werk moeten doen. Leraren verdienen (meer) ruimte om gezamenlijk vorm te geven aan hun beroepsgroep.

Lerarentekort

Voor het terugdringen van het lerarentekort in het vo blijft aandacht nodig. Nieuwe arbeidsmarktramingen laten zien dat het lerarentekort in het vo zich concentreert bij specifieke vakken; bij deze vakken lijkt de situatie nijpender te worden. De belangrijkste maatregel op de korte termijn is de regionale aanpak van het lerarentekort, waarvoor op 15 januari jl. een subsidieregeling is opengesteld. De VO-raad roept schoolbesturen op elkaar in de regio op te zoeken om aan de slag te gaan met en gebruik te maken van de mogelijkheden die de regeling biedt.

Structurele oplossingen in beeld

Meer dan in andere jaren bieden de ministers perspectief op structurele oplossingen voor het terugdringen van het lerarentekort en het vergroten van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep. Eerder constateerde de VO-raad dat het overheidsbeleid toch vooral neerkomt op ‘pleisters plakken’, terwijl het lerarentekort bij de wortel moet worden aangepakt. Met de nu voorliggende kabinetsvoornemens komt de totstandkoming van noodzakelijke en meer fundamentele oplossingen in beeld.
Handreiking NT2 voor docenten VO 

Leerlingen die vanuit de internationale schakelklas (ISK) het reguliere onderwijs instromen, zitten nog midden in het proces van het verwerven van een tweede taal. In de ISK is een goede basis gelegd voor hun Nederlands, binnen het regulier onderwijs kan en moet de Nederlandse taalvaardigheid zich verder ontwikkelen. In een reguliere klas krijgen de leerlingen verschillende vakken aangeboden, afhankelijk van de gekozen opleiding en richting. De leerlingen moeten zich niet alleen de inhoud van deze vakken eigen maken, maar tegelijkertijd werken aan de ontwikkeling van hun Nederlandse taalvaardigheid.

Hiervoor is het van cruciaal belang dat er binnen het reguliere onderwijs voldoende expertise is in het lesgeven van het Nederlands als tweede taal (NT2).
De handreiking met onderwijssituaties biedt docenten de nodige NT2-kennis zodat zij verantwoorde keuzes kunnen maken bij de invulling van hun onderwijsprogramma en het NT2-didactisch handelen in de klas. De handreiking is bedoeld voor docenten Nederlands en voor theorie- of praktijkdocenten die lesgeven in het voortgezet onderwijs of in het mbo.

De handreiking is hier te vinden.
Geloof in de mogelijkheden van je leerlingen

Mindset
Staan onze intelligentie en vaardigheden vast of niet? Carol Dweck (2006), verbonden aan de Stanford University deed onderzoek naar de motivatie van prestaties van leerlingen en concludeerde dat er twee soorten denkstijlen (mindsets) zijn: De ‘fixed mindset’ (vast) en de ‘growth mindset’ (groeien): Mensen met een growth mindset zijn in staat om te leren van feedback en kritiek. Waar precies de limiet ligt is onduidelijk, maar het IQ (of de Cito-uitslag) is geen vast gegeven maar een momentopname. Mensen met een fixed mindset hebben de overtuiging dat hun capaciteiten vaststaan. Als je ergens succes in hebt, heb je daar talent voor en dingen waar je niet zo goed in bent probeer je te vermijden. Perfectionisme of faalangst kunnen een grote rol gaan spelen en nieuwe ervaringen in de weg staan. Iemand kan dan snel opgeven. Vanuit deze relatieve onzekerheid wordt bevestiging gezocht voor iemand zijn of haar intelligentie of persoonlijkheid: Ze proberen soms slim over te komen en willen zeker niet dom lijken. 

In de praktijk toont het merendeel van de recente onderzoeken aan dat de intelligentie een combinatie is van Nature (aangeboren, fixed) en Nurture (aangeleerd, omgeving, growth). 

Het hebben van een growth mindset heeft volgens onderzoek een positief effect op leerlingen:
  • Growth mindset-training kan voor betere prestaties zorgen;
  • Leerlingen met een growth mindset gebruiken leervaardigheden als kritisch denken, samenwerken, etc. en herstellen zo makkelijker van het halen van een laag cijfer;
  • Het prestatieverschil tussen leerlingen met een growth mindset wordt kleiner of verdwijnt tussen stereotype groepen die normaal slechter presteerden zoals jongens of achtergestelde groepen. 
Om het bovenstaande te bereiken is het wel belangrijk dat leerlingen begrijpen dat ze in staat zijn om zichzelf te ontwikkelen het is belangrijk dat leerlingen rondlopen met een growth mindset. Dit lijkt een logisch gegeven, maar het komt geregeld voor dat leerlingen roepen “dat kan ik niet” of “daar ben ik nooit goed in”. Dit kan een blokkade vormen om tot leren te komen. Met name bij VMBO leerlingen kán dit een sterke rol spelen: Zij zijn er immers aan gewend dat zij op basisschool achterop liepen als het gaat om cognitie.

Maar op welke manier kun je er nu tijdens je lessen of begeleiding van leerlingen er voor zorgen dat zij niet met een sterke fixed mindset rondlopen? Enkele belangrijke tips kunnen zijn:
  1. Zorg voor nuttige succeservaringen
Laat leerlingen succes hebben: Op die manier wordt leren leuker, worden leerlingen meer betrokken en bouwen ze meer zelfvertrouwen op. Zorg er wel voor dat leerlingen nét boven hun kunnen leren presteren. Te makkelijke taken kunnen leerlingen zien als tijdverspilling én daarbij maken zij dusdanig weinig fouten dat zij er niet van kunnen leren en groeien.
  2. Creëer een risico-vrije leeromgeving
Laat leerlingen in zien dat het wordt gewaardeerd dat zij een uitdaging aan gaan, leren en voor perfectie gaan: fouten maken mag – het maakt je alleen maar beter.
  3. Geef feedback op het proces (waarover zij controle hebben)
 Al langer is bekend dat feedback geven op het proces belangrijk(er) is in vergelijking met het eindresultaat. Het is daarbij wel belangrijk dat je leerlingen feedback geeft op datgene waarover zij directe controle hebben: Geef dus feedback op hun genomen acties in plaats van bijvoorbeeld hun cognitie.
  4. Geef breinles
Leer leerlingen dat je hersenen constant in ontwikkeling zijn. Geef les over de werking van je hersenen en op welke manieren je er invloed op hebt. Leerlingen vinden dit ook vaak erg interessant. Door hier les over te geven leren leerlingen begrijpen dat een growth mindset bestaat.
Uiteraard is het niet alleen aan docenten om hier mee bezig te zijn. Ook ouders kunnen helpen. Zij kunnen bijvoorbeeld inzet belonen, niet te veel aandacht besteden aan het resultaat van te makkelijke taken, de focus leggen op het (verbeteren van het) leerproces en het goede voorbeeld zijn.

Meer over de Growth Mindset

Wil je meer weten over de growth mindset? Dit boek van Dweck zelf – waarvan de nieuwste editie in 2018 is uitgekomen – is dan zeker een aanrader. Dweck legt in dit boek uit dat het niet alleen onze vaardigheden en talenten zijn die voor succes zorgen, maar ook onze statische of op groei gerichte mindset. Ze maakt duidelijk waarom het prijzen van de intelligentie en het talent van onze kinderen niet bevorderlijk is voor hun zelfvertrouwen en prestaties, maar hun succes zelfs in de weg kan staan. Met de juiste instelling kunnen we onze kinderen motiveren en hen helpen op school beter te presteren, en tegelijk op persoonlijk en professioneel vlak onze eigen doelen bereiken. Dweck onthult wat alle goede ouders, leerkrachten, topmanagers en sportlieden al weten en laat zien hoe een simpel idee over de werking van de hersenen, liefde voor leren en veerkracht kan creëren, die de basis vormen voor prestaties op elk terrein.
Samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs

Om ook kinderen die wat meer aandacht of zorg nodig hebben een passende plek te geven die aansluit bij hun mogelijkheden en kwaliteiten is samenwerking tussen partijen essentieel. Dat kan niemand alleen, een betere aansluiting tussen onderwijs, jeugd en zorg is nodig. Deze samenwerking krijgt overal in Nederland vorm, maar de snelheid en het resultaat laat op veel plekken nog te wensen over. Zowel het Rijk als de veldpartijen en koepels maken zich zorgen en willen verbetering en versnelling. Om die reden hebben achttien partijen zich verenigd in de coalitie onderwijs-zorg-jeugd (zie adviespunt 7). In de vorige nieuwsbrief stond al aangegeven dat René Peeters, oud wethouder jeugdzorg en onderwijs in Almere, opdracht had gekregen om te onderzoeken hoe onderwijs, zorg en jeugd beter met elkaar zouden kunnen samenwerken. Inmiddels is het rapport verschenen waarin de volgende adviezen nader worden onderbouwd en toegelicht:
  1. Het verbreden van teams (interprofessioneel). Om tijdig de goede inschatting te maken van wat een kind nodig heeft en waar nodig laagdrempelige ondersteuning te bieden, is het van belang de juiste expertise voorhanden te hebben, dichtbij het kind. De leerkracht kan dit niet altijd alleen, het verbreden van teams met andere expertises is van belang. De samenstelling van de bredere teams zal overal anders zijn, en moet daarom op microniveau worden bepaald. Investeren in kwaliteit en expertise aan de voorkant leidt tot preventie in tw3ee richtingen: meer lichte in plaats van zware jeugdhulp en versnelde opschaling bij ernstige problematiek.
  2. Inperken vrijstellingen op basis van artikel 5a.  Uit de praktijk blijkt dat de vrijstellingen op basis van artikel 5a leiden tot perverse prikkels en verkeerd worden gebruikt. Om dit aan banden te leggen adviseren we om het vierogen-principe te omarmen en het uitgangspunt ‘nee, tenzij’ te hanteren.
  3. Betrekken ouders en kinderen is essentieel om resultaat te behalen. Om tot een effectieve aanpak te komen en/of een passende plek te vinden voor het kind is de betrokkenheid van ouders en kind essentieel. Het gaat immers om de kindere n en hun ouders. Als zij niet ahcter de aanpak staan of ontevreden zijn over de plek, dan is het geen duurzame oplossing. Ouders hebben veel expertise als het gaat om de omgang met hun kind, dit wordt niet altijd voldoende benut. Anderzijds wordt er in sommige situaties juist teveel op ouders geleund.
  4. Brede lokale afspraken over jeugd onder regie gemeente. Elke gemeente zou met de betrokken partijen moeten komen tot een gezamenlijke gedragen visie over de jeugd, vertaald naar heldere afspraken en resultaten. Deze basisafspraken fungeren vervolgens als “grondwet” voor alle afspraken die gemaakt worden. Uit de gesprekronde blijkt dat met de gemeente de aangewezen partij vindt op de verbindende regisseur (niet hiërarchisch) hierin te zijn. Dit vraagt grote aandacht voor de kwaliteit van de regie van de gemeenten, Belangrijks partijen die vaak onderbelicht blijven, zijn kinderopvang, mbo, jongerenwerk, zorgverzekeraars en zorgkantoren. 
  5. Monitoring op het niveau waarop gezamenlijke afspraken zijn gemaakt. Goede gezamenlijke monitoring leidt tot lerende organisaties. Monitoring moet betrokken raken! De indicatoren moeten samen worden bepaald, zodat uitkomsten van de monitor bijdragen aan het gezamenlijke leerproces. 
  6. Budgetten en beleid moeten poreuze randen hebben. Er is behoefte aan flexibiliteit en snelheid in klemmende situaties. De wens is om lager in de organisatie mensen met mandaat te hebben om snel maatwerk te leveren. Hier is flexibele financiering nodig. Een deel van de onderwijs- en zorgbudgetten moeten gezamenlijk ingezet kunnen worden. 
Coalitie omvormen: van denken naar DOEN. De coalitie moet dienend zijn aan de werkvloer. Dit vraagt om een kanteling en een verbreding van de coalitie. De coalitie kan met het uitvoeringsprogramma bijdragen aan de beweging in het werkveld. Om de coalitie mere slagkracht te geven is er meer eigenaarschap nodig, een trekker, een kerngroep die bijdraagt aan het naleven van de adviezen en meer focus op afspraken en resultaten. Hierbij is het van belang om de activiteiten in samenwerking en afstemming met het programma Zorg voor Jeugd en afspraken rond het thuiszitterspact op te pakken.
Ode aan de leerkracht

 

woordjes leren

Jongens, heb je verdriet,
sprak toen de leraar Grieks,

dan moet je woordjes leren, woordjes
leren. Hij knikte energiek

zodat er as viel op zijn vest,
maar dat was toch al vies.

Wij lachten half vertederd,
half meewarig, want tragiek

daar wist je alles van en hij,
heel oud, haast vijftig, niets.

En dat het overging als je maar
woordjes leerde, dat was iets

zo absurds, zo dolkomieks
dat het in omloop kwam als een

gevleugeld woord. Het klapwiekt
nu verdrietig om mij heen

omdat ik later woordjes leerde
waarmee je 't monster kunt bezweren

en ik hem niet meer zeggen kan
hoe ik soms naar die stem verlang,
naar dat onhandige advies

Schrijver: Jan Eijkelboom
AVG: niets doen is geen optie meer! Het “ Zwitsers Zakmes “ als hulpmiddel om te bepalen waarom je privacygevoelige informatie (niet of juist wel) moet uitwisselen.
Website
Email
Doorsturen
Contactgegevens:

Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Waterland

Postadres: Postbus 890, 1440 AW Purmerend

Bezoekadres: Flevostraat 257, 1442 PX Purmerend

Afmelden voor de nieuwsbrief






This email was sent to <<E-mailadres>>
why did I get this?    unsubscribe from this list    update subscription preferences
SWVVO Waterland · Ampèrestraat 13-a · Purmerend, Noord-Holland 1446 TP · Netherlands

Email Marketing Powered by Mailchimp