Copy
Het telseizoen zit erop!
View this email in your browser




Nieuwsbrief Meetnet Urbane Soorten (MUS)

25 juli 2022

Ha <<First Name>>,

De derde telperiode zit erop en daarmee ook het zestiende seizoen van MUS. De telomstandigheden tijdens de afgelopen periode waren heel goed. Neerslag van betekenis viel er alleen op 24-27 juni. Een groot aantal tellers heeft de resultaten al ingestuurd. Moet je de resultaten nog invoeren of uploaden, doe dan binnenkort. Ze zitten nu nog vers in je geheugen en dat is handig als er bijvoorbeeld een validatievraag wordt gesteld in de app.

Ik wil je vragen om de resultaten voor 15 september te hebben ingestuurd. Ik dank je voor de inzet en hoop dat je volgend jaar ook weer van de partij bent.

Deelname 2022

Op basis van de al ingevoerde tellingen denk ik dat de deelname ongeveer gelijk is aan die van vorig jaar rond deze tijd (tussen haakjes weergegeven). Op dit moment zijn van de 1e, 2e en 3e telperiode respectievelijk 821 (829), 781 (772) en 705 (698) tellingen doorgegeven. De ervaring leert dat er nog 5-10% aan tellingen bijkomt. Vooral de gegevens van de derde telling zullen nog aangevuld worden.

Tabel 1. Voorlopig gemiddeld aantal per soort per postcodegebied bij de 1e, 2e en 3e telling in 2021 en 2022. Groen toename en rood afname van >5%.

Zoals gewoonlijk vergelijk ik van een deel van de soorten het gemiddelde aantal per postcodegebied met dat van vorig jaar. Dit komt meestal overeen met de trend die door het CBS berekend wordt. In de tabel zie je de resultaten.

Drie zwaluwen

De meeste soorten hebben tijdens de eerste en tweede telronde de hoogste aantallen. Die heb ik in de vorige nieuwsbrieven behandeld. Maar zwaluwen horen vooral bij de zomervogels en daarvoor is de derde telling dus belangrijk.

De Gierzwaluw, weliswaar geen familielid van de andere zwaluwen, is veruit de meest getelde soort (27.510 exemplaren in 640 postcodegebieden) tijdens de derde telling. In vergelijking met vorig jaar zijn de aantallen iets groter. De vliegende sikkel is in de afgelopen 15 jaar licht afgenomen, maar schurkt aan tegen een stabilisatie. Dat zou met dit jaar wellicht zijn beslag kunnen krijgen.

De Huiszwaluw is met 2.570 exemplaren in bijna 200 postcodegebieden duidelijk minder algemeen. Naast in urbaan gebied broedt de soort ook daarbuiten.

De Boerenzwaluw (1.875 geteld in 245 postcodegebieden) is van de drie de meest agrarische soort en wordt in verhouding tot de landelijke populatie het minst geteld in steden en dorpen. De aantallen Huis- als Boerenzwaluwen zijn stabiel in de afgelopen 15 jaar. Kijken we naar de indexen (figuur 1) van deze drie zwaluwen, dan valt op dat die in grote lijnen hetzelfde verlopen. Zo valt het dieptepunt in2012 en 2013 op, waarna bij alle drie een herstel tot en met zeker 2018 volgde. Interessant gegeven en dat kan zijn oorzaak hebben in het broedgebied, tijdens de trek en/of in de overwinteringsgebieden.

Figuur 1. Aantalsontwikkeling (index) van een aantal soorten in MUS 2007-21.

Overige soorten

Een andere soort die bij de derde telling wordt gezien is de Boomvalk. Maar hij blijft schaars! Er werden er slechts 14 genoteerd in deze telperiode, evenveel als vorig jaar. Vergelijk je dit aantal echter met de 45 Torenvalken, een soort die landelijk gezien acht keer zo talrijk is, dan blijkt dat de Boomvalk als vooral typische vogeljager (ook libellen) meer op zijn plek is in urbaan gebied. In sommige regio's zijn Boomvalken het stedelijk gebied ingetrokken, waarschijnlijk om Haviken te vermijden.
 
Ganzen, eenden en meeuwen zijn tijdens de 3e telling ook nog in redelijke aantallen aanwezig, al dan niet met jongen. De Kleine Karekiet laat in de avond ook geregeld zijn karakteristieke lied horen. Voorlopig zijn de gemiddelde aantallen van deze karekieten net iets lager dan vorig jaar. De grootste winnaar dit jaar is de Cetti’s Zanger: vorig jaar bij de 1e en 2e telling nog 24 en 27 vogels, dit jaar 46 en 39! De soort is aan een indrukwekkende opmars bezig in ons land en die blijkt dus niet meer uitsluitend voorbehouden aan natuurterreinen.
 
De Huiskat was dit jaar tijdens de 3e telling het algemeenste (bijna 740 ex) zoogdier, terwijl dat in voorgaande jaren meestal bij de 2e telling was.  Het zoogdier dat op nummer vier staat, de Eekhoorn, wordt vooral tijdens de eerste twee telperiodes gezien. In de derde telperiode zijn er veel minder waarnemingen. De eerste indruk van deze soort is niet zo gunstig: vorig jaar 102 en 51 ex en dit jaar 59 en 39 ex in MUS tijdens de 1e en 2 telling.

Voor 15 september insturen


Een groot deel heeft de tellingen al ingestuurd. Ik vraag degene die het nog moet doen om dat voor 15 september te doen. We willen namelijk de tijd tussen afsluiten van het telseizoen en het verschijnen van het jaarrapport verkorten.

Ook eens iets ander proberen?

Voorlopig ben je uitgeteld voor MUS. Misschien doe je al mee aan andere projecten van Sovon. Er zijn allerlei mogelijkheden om vaker het veld in te gaan. Je kunt daarbij denken aan de volgende tellingen: de Jaarrond Tuintelling, het Jaar van de Merel, LiveAtlas, PTT, Slaapplaatsen en Watervogeltellingen. Je vind ze via deze overzichtspagina: Alle projecten | Sovon

Veel plezier in het veld en laat me weten wat je boeit.

Met vriendelijke groet,
Jan Schoppers
jan.schoppers@sovon.nl
Copyright © 2022 Sovon Vogelonderzoek Nederland, Alle rechten voorbehouden.


Wil je deze e-mails niet langer ontvangen? Meld je dan hier af van onze mailinglijst.

Kreeg je deze mail doorgestuurd van een vriend en wil je de nieuwsbrief vaker ontvangen?
Meld je dan aan voor de verzendlijst.

Email Marketing Powered by Mailchimp