In de Indiase mythologie is Ganesh de God van Succes en de vernietiger van obstakels en het kwaad. Hindoes bidden tot Ganesh voordat ze aan iets nieuws beginnen. Daarom vereert men Ganesh ook als beschermer van reizigers en nieuwe projecten (zoals het bouwen van een nieuw huis). 
Ganesh is de zoon van de God Shiva en zijn vrouw Parvati. Het verhaal gaat als volgt: zijn vader Shiva is jaren weg van huis om oorlog te voeren en bij thuiskomst denkt hij een indringer te onthoofden, maar het blijkt zijn zoon Ganesh te zijn. Zijn vrouw is zeer bedroefd en hij beloofd zijn zoon een nieuw hoofd te geven en wel van het eerste levende wezen dat langskomt. Dat bleek echter een olifant te zijn. En zo komt Ganesh aan het hoofd van een olifant.

Het hoofd van Ganesh symboliseert de Atman, het hogere zelf dat de ultieme waarheid van het menselijk bestaan symboliseert. Zijn menselijk lichaam vertegenwoordigt Maya, het aards bestaan van de mens. Zijn hoofd symboliseert ook Wijsheid en zijn slurf OM, de oerklank waaruit alles is ontstaan. In zijn bovenste rechterhand houdt hij een ‘goad’ die de mensheid helpt vooruit te gaan en die obstakels verwijdert op het eeuwige pad. De ‘noose’ in Ganesh’ linkerhand is een zacht hulpmiddel om alle moeilijkheden te overwinnen.
Hij houdt zijn gebroken slachttand in zijn onderste rechterhand als symbool van offering. De rozenkrans in zijn onderste linkerhand geeft de continue drang naar kennis aan. De zoetigheid die hij in zijn slurf draagt vraagt ons de zoetheid van de Atman te ontdekken.
Met zijn waaiervormige oren laat hij zien dat hij ‘een en al oor’ is voor zijn volgelingen. De slang om zijn middel geeft zijn energie aan in alle vormen.
En hij laat zien nederig genoeg te zijn om op een van de laagste diersoorten te rijden, en wel op een muis of rat!