Het LAATSTE NIEUWS op het gebied van OMGEVINGSRECHT
View this email in your browser

OMGEVINGSFLITS nr. 338 - 10 december 2021

INHOUDSOPGAVE

Bestemmingsplannen
   Is een motorcrossterrein een stedelijke ontwikkeling?
   Vergoeding kosten deskundige in het omgevingsrecht

Awb/procesrecht
   Let op je inbox!

Planschade
   Toepassing handvatten voor NMR

Is een motorcrossterrein een stedelijke ontwikkeling?
Onder meer deze vraag lag voor in AbRvS 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2839. De Afdeling is van oordeel dat het plan niet voorziet in een stedelijke ontwikkeling. Het motorcrossterrein valt niet onder een van de in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro uitdrukkelijk genoemde ontwikkelingen. Het kan ook niet worden aangemerkt als een andere stedelijke voorziening als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro, gelet op de aard van de ontwikkeling. Hierbij betrekt de Afdeling dat in dit geval sprake is van een grotendeels onverhard terrein van ongeveer 7 hectare, met zandbanen in de buitenlucht en bouwwerken die daarbij horen, zoals geluidschermen. Weliswaar maakt het plan ook gebouwen mogelijk zoals een kantine, loods en jurygebouw, maar de omvang van deze van het terrein deel uitmakende en bij het motorcrossterrein behorende bebouwing, is - afgezet tegen de omvang van het gehele terrein - beperkt. Onder deze omstandigheden is het motorcrossterrein naar het oordeel van de Afdeling niet aan te merken als een ontwikkeling waarvoor artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is bedoeld.

In de uitspraak wordt ook ingegaan op het mogelijk tonale karakter van motorcrossgeluid. Verder wordt o.a. ingegaan op de Nota Limburg, die tot doel heeft het waarborgen van de spraakverstaanbaarheid in de woning. Deze nota wordt in de praktijk vaak wordt gebruikt voor het normeren van geluid van muziekevenementen, maar zij mocht ook hier gebruikt worden in het kader van stap 4 van de toetsingssystematiek van de VNG-brochure voor de beoordeling of ter plaatse van de woning van appellant sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, tijdens wedstrijden.


Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eelco
TERUG NAAR BOVEN
Vergoeding kosten deskundige in het omgevingsrecht
In AbRvS 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2833, wordt een voor de praktijk relevante uitspraak gedaan over de vergoeding van deskundigenkosten. De Afdeling begint met de hoofdregel: de kosten van een deskundige komen op de voet van artikel 8:75 van de Awb voor vergoeding in aanmerking als het inroepen van die deskundige redelijk was en ook de deskundigenkosten zelf redelijk zijn. De zogenoemde dubbele redelijkheidstoets. Vervolgens wordt overwogen dat of er wel of geen vergoeding plaats moet vinden van deskundigenkosten, in beginsel niet afhangt van het antwoord op de vraag of een deskundigenrapport over een voor de uitkomst van dat geschil mogelijk relevante vraag uiteindelijk heeft bijgedragen aan de rechterlijke beslissing. In beginsel, want er kan zich een uitzondering voordoen, die zich in het bijzonder kan voordoen in zaken in het omgevingsrecht. In die zaken kan het voorkomen - aldus de Afdeling - dat beroepsgronden zijn gericht tegen zeer verschillende aspecten van hetzelfde besluit. Zo kunnen in beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan of tot verlening van een omgevingsvergunning gronden worden aangevoerd over aspecten zoals geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstof, natuur, landschap, externe veiligheid en/of de volksgezondheid. Wanneer ter onderbouwing van een beroepsgrond over bijvoorbeeld het aspect geluid een rapport door een deskundige wordt opgesteld en de Afdeling komt na een inhoudelijke bespreking tot de slotsom dat die beroepsgrond niet slaagt, dan komen de kosten in verband met het geluidsrapport niet voor vergoeding in aanmerking. Dat is ook niet in het geval het bestreden besluit om andere redenen voor vernietiging in aanmerking komt, bijvoorbeeld vanwege een ambtshalve te toetsen aspect of vanwege een andere beroepsgrond over een ander aspect van het bestreden besluit, bijvoorbeeld over geurhinder, en die beroepsgrond wel slaagt.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eelco
TERUG NAAR BOVEN

Let op je inbox

AbRvS 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2841, is alleen opgenomen als procedurele waarschuwing. De samenvatting van de feiten blijven dan ook achterwege. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij de uitnodiging om de zitting bij de rechtbank via Skype bij te wonen, niet heeft ontvangen. Uit door de rechtbank overgelegde informatie blijkt echter dat de uitnodiging om de zitting via Skype bij te wonen op 12 oktober 2020 naar het e-mailadres van appellant is verzonden. Appellant betwist dat deze uitnodiging is ontvangen, maar dat is niet  voldoende voor het aannemelijk achten van het niet hebben ontvangen van een uitnodiging om de zitting  bij te wonen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike

TERUG NAAR BOVEN

Toepassing handvatten voor NMR
In de uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2402, heeft de Afdeling handvatten gegeven voor de beoordeling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico. De uitspraak van 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2829, geeft een goed beeld van de toepassing van deze handvatten. Wat was er aan de hand? De gemeenteraad van Zoetermeer heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld voor de verlenging van een skibaan van SnowWorld. Partijen discussiëren over de vraag wat de omvang moet zijn van het NMR. Volgens de uitspraak van 3 november jl. zijn daarbij in beginsel twee indicatoren doorslaggevend:

  1. Past de ontwikkeling in de ruimtelijke structuur van de omgeving;
  2. Past de ontwikkeling in het beleid, dat in een reeks van jaren is gevoerd.  

 
Ten aanzien van de eerste indicator overweegt de Afdeling dat de skibaan ligt in een landelijke omgeving met bestemmingen, die natuur, volkstuintjes en agrarische activiteiten toelaten. De aanwezigheid van SnowWorld, als enige hoogbouw, maakte daar nadrukkelijk inbreuk op. Door de aard en omvang van de uitbreiding die het nieuwe bestemmingsplan mogelijk maakt, is die inbreuk nog groter geworden. Gelet hierop past de ontwikkeling niet binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving. Voor wat betreft het gevoerde beleid heeft het college ter zitting toegelicht dat de ontwikkeling op zichzelf paste binnen het twee beleidsdocumenten. De ontwikkeling past echter niet in een derde beleidsdocument, de zogenoemde Groenkaart van de gemeente. Deze Groenkaart is speciaal aangepast om de verlenging van de skibaan mogelijk te maken. Dit betekent volgens de Afdeling, dat de ontwikkeling slechts gedeeltelijk in het gedurende een reeks van jaren gevoerde beleid past. In deze zaak is dus slechts aan één van beide indicatoren gedeeltelijk voldaan. Dit betekent dat toepassing van het minimumforfait van 2 procent in dit geval is aangewezen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke

TERUG NAAR BOVEN
(0570) 760571
Monique Blokvoort
(026) 7024787
Ineke van Leeuwen
(035) 5431333
Janike Haakmeester
(06) 46842717
Susan Schaap
(038) 7601383
Rob Wertheim
(026) 7024787
Eelco de Jong
(033) 4656240
Jan Veltman
Twitter SAM Advocaten
Website SAM Advocaten
LinkedIn SAM Advocaten
twitter over dit nieuws twitter over dit nieuws
stuur door stuur door
deel op je LinkedIn deel op je LinkedIn
Copyright © 2021 SAM Advocaten, All rights reserved.


Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list

Email Marketing Powered by Mailchimp