Haagse Borstvoedingsgroep Bijeenkomst woensdag 09 maart 2022 
(corona proof)

Van het boek "Ouderschap vanuit je hart" door Lida van Ruijven
6.5 Over middagdutjes en slapen
Over middagdutjes en slapen heb ik het volgende ervaren:
–  Kinderen slapen overdag maar één keer diep, de rest zijn hazenslaapjes. Je hoeft dan ook niet bezorgd te zijn als je baby of peuter na een korte tijd weer wakker wordt.
–  Grote baby’s en peuters rusten van een middagdutje niet echt uit, ze worden vaak moe wakker. Als je kindje niet blij uit bed komt, kun je na het drinken misschien beter met je kind naar buiten gaan.
–  Kinderen die ’s middags heel lang slapen, zijn ‘s avonds niet moe genoeg om weer te gaan slapen. Als je daarvan last hebt, dan is vijf kwartier voor een middagslaapje lang genoeg. Maak dan je kindje wakker, geef hem te drinken en ga daarna naar buiten. De buitenlucht verfrist het kind en maakt hem weer vrolijk.
–  Een baby die gaat kruipen, kan daar ‘s nachts niet mee stoppen. Hij droomt van de nieuwe bewegingen en kruipt door het bed. Dat maakt onrustig. Je kunt proberen de baby dan goed vast te houden als hij naast je ligt.
Tot wanneer kun je naast je kind liggen?
Ik heb gemerkt dat ik zelf erg uitrustte van een kwartiertje naast mijn kind. Het is een onmisbaar stukje rust na de drukke dag. Ook als ik wist dat er in de keuken nog rommel stond, zei ik altijd: ‘Pak me dat kwartiertje niet af!’ Je kunt het gebruiken om samen wat te praten, om voor te lezen, om gewoon maar lekker te liggen. Als je moe bent, kun je natuurlijk gemakkelijk in slaap vallen, maar ik werd altijd weer snel wakker omdat ik mijn kleren aan had. Of ik zei tegen mijn man: ‘Roep mij over een uur, dan kom ik weer thee drinken.’
Door de kinderen leerde ik genieten van korte slaapjes op een dag. Tijdens de borstvoeding kun je gemakkelijk in slaap vallen door het rustgevende hormoon en na de borstvoedingsperiode kun je even tot rust komen naast een slaperig kinderlijf.
Gedurende de gehele lagereschooltijd kon ik ‘s avonds naast de kinderen liggen in hun tweepersoonsbed of in ons tweepersoons bed waar je zo lekker de ruimte had. Toen de kinderen naar de middelbare school gingen, kregen ze een eigen kamer en werd de behoefte aan ouders langzamerhand minder.
Samen slapen in de ochtend kan vermoeiend zijn. Als de kinderen eenmaal wakker zijn, dan willen ze spelen, bewegen en stoeien. Dan is het beter als ze dat in hun eigen tweepersoonsbed doen.
De hoogslaper: het eenzame bed
Het is hoog mode om voor kinderen hoogslapers te kopen, zodat het kindje daaronder speelruimte heeft. Deze hoogslapers zijn tamelijk duur en eigenlijk heel kind-onvriendelijk. Ik kwam erachter doordat mijn dochtertje zei: ‘Mama, ik heb een eenzaam bed.’
Kinderen vinden het heerlijk als er ‘s avonds iemand naast hen komt liggen. Je kunt dan samen wat praten, een beetje rug wrijven en samen in slaap vallen. Doordat het kind hoog ligt in de hoogslaper, blijf je als ouder staan of je staat op een krukje. Hierdoor missen beiden het broodnodige contact van aanraken.
Mochten ouders toch een hoogslaper willen kopen, dan doen ze er goed aan een hele sterke te kopen, zodat een volwassene er met een gerust hart bij kan klimmen. Mijn buurvrouw zei eens lachend: ‘Ik heb het eenzame bed opgeruimd, mijn zoontje slaapt nu in een gewoon bed.’
Ook ken ik mensen die een tweepersoonshoogslaper hebben gemaakt; heel stevig, zodat er ook een volwassene bij de kinderen kan liggen.
Een tweepersoonsbed voor kinderen
Na veel praten en lezen hadden wij besloten een tweepersoonsbed te kopen voor de kinderen. Dit is een van de beste keuzes van ons leven geweest.
Kinderen worden samen en vaak lachend wakker en gaan onmiddellijk spelen. Ook is er ruimte genoeg voor een van de ouders om even naast de kinderen te gaan liggen totdat de kinderen in slaap zijn gevallen. Als vader of moeder in bed voorleest met de kinderen tegen zich aan, is er plek genoeg om ruggetjes te wrijven of beentjes of buikjes.
Kortom: er is veel plek voor het broodnodige huidcontact met de ouders of de kinderen met elkaar en dat bevordert de harmonie.
11.1 Enkele voordelen van lang voeden
Zoals bekend bevat moedermelk allerlei verteringsenzymen die de vertering en opname van voedingsstoffen uit de (vaste) voeding bevorderen. Dus borstvoeding verbetert de waarde van vaste voeding. Daarom is er alles voor te zeggen om na de eerste verjaardag door te gaan met het geven van borstvoeding.
Tussen maand 6 en 24 kan de moedermelkhoeveelheid ongeveer 500 ml per dag/nacht zijn. De moedermelk kan dus een groot gedeelte van de calorieën leveren die een kindje op deze leeftijd nodig heeft. De melkproductie kan worden verhoogd en ook een kindje dat normaal al bijvoeding krijgt, kan bij ziekte weer volledig door moedermelk worden gevoed.
Moedermelk levert 70 kcal per 100 ml; dit is twee keer de energiewaarde van een papje. Kinderen die op de leeftijd van dertien tot achttien maanden borstvoeding krijgen, ontvangen 25 procent meer energie dan kinderen die dat niet krijgen; oudere kinderen ontvangen 17 procent meer energie.
Veel kinderen eten in het tweede levensjaar vaak maar weinig. Ze hebben gewoon geen tijd om te eten, de wereld om hen heen is veel interessanter. Het is daarom ook dat moedermelk in het tweede levensjaar nog meer energie kan leveren; de natuur speelt perfect in op het eetgedrag van het kindje.
Als de borstvoeding voor het tweede levensjaar wordt afgebouwd, heeft het kind natuurlijk veel meer vaste voeding nodig dan daarvoor. Omdat vast voedsel voor het kind minder energie bevat dan de moedermelk, kan het kindje daardoor een tekort aan energie krijgen.
Borstvoeding heeft ook een positief effect op de vorming van de kaken. De kaken passen beter op elkaar. Vooral lang voeden geeft een groot voordeel voor de ontwikkeling van de stand van de kaken. Gebitsafwijkingen waardoor het dragen van een beugel nodig is, komen vaker voor bij kinderen die flesvoeding hebben gehad én bij kinderen die minder dan een jaar borstvoeding hebben gehad.
Gedurende de groei van de mond van het kind kan het kind aan de borst happen en altijd zoveel huid van de tepel en tepelhof nemen als het nodig heeft om de mond goed gevuld te krijgen. Hierdoor groeit de kaak perfect mee. Een speen groeit echter niet mee met het mondje van de baby, waardoor tijdens het drinken leemtes in de mond ontstaan met als gevolg een minder perfecte groei van de kaken.
8.2 Een boodschap aan de jonge baby
De vader en moeder kunnen de pasgeboren baby een levensboodschap meegeven. Iets wat voor het kind belangrijk is én voor de buitenwereld. Bijvoorbeeld: ik wens je toe dat je gelukkig wordt en dat je ooit ook andere mensen gelukkig zult maken. Iedereen weet wel iets te bedenken wat je aan je kind wilt meegeven. En het is ook iedereen toegestaan om het kind een boodschap mee te geven: opa’s, oma’s, andere familieleden, vrienden en kennissen.
De rebirthingtherapeute C. Keijzer vertelde me dat elke boodschap ook overkomt bij de baby. Helaas komt zij in haar praktijk tegen dat er na een geboorte soms ook (onbewust) een negatieve boodschap werd meegegeven. Een gynaecoloog bijvoorbeeld had bij de geboorte van een jongetje onbewust gezegd: ‘Wat een kleintje. Dat zal later niks worden.’ Toen het kind was opgegroeid en een volwassen man was, moest hij in therapie omdat hij last had van faalangst.
Een ander voorbeeld dat zij heeft meegemaakt is het volgende. Bij de geboorte van een tweeling was één kindje al overleden omdat het in groei erg achtergebleven was. De kinderarts merkte op: ‘Het lijkt erop dat ze door haar zusje is opgegeten.’ Toen de vrouw 47 was, werd ze ziek en kwam ook bij de therapeute terecht. Daar kwam huilend deze zin eruit: ‘Ik heb mijn zusje opgegeten.’
Zelf heb ik altijd een positieve boodschap meegegeven bij de geboorte van elk van mijn kinderen. Ik zei tegen ons tweede zoontje: ‘Ik wens je toe dat je iets kunt betekenen voor het milieu.’ Later bleek het zijn grote interesse te zijn. Zelf was ik deze wens ondertussen totaal vergeten. 
Lees verder: 
11.1 Verdere voordelen van lang voeden (de tweede helft van de tekst)
8.2 Hoe leert een kind om intieme relaties aan te gaan