Beste <<First Name>>,
Al jaren hoor ik het rondzingen: ‘Burgerschapsvorming’ als nieuwe opdracht voor ouders en het onderwijs. Binnenkort wordt de wet aangescherpt, waar onder andere in staat dat het onderwijs kernwaarden van de samenleving moet overdragen en dat kinderen hiermee kunnen oefenen als actieve burgers. Als docente Humanistisch Vormingsonderwijs en bestuurslid van Huis van Erasmus heb ik het hele proces met belangstelling gevolgd. Maar ook met zorg, want burgerschap zou meer moeten zijn dan een mooie zeepbel, die glanzend opstijgt en dan knapt.
Zonder ‘wat’ geen ‘hoe’
Het lijkt wel of er oneindig veel interpretaties van dit begrip zijn: in de politiek, op scholen en op straat. Allemaal met andere definities over wat we leerlingen met burgerschapsvorming willen meegeven. Het einddoel kan variëren van het creëren van aangepaste modelburgers tot autonome kritische burgers. Uit deze definities komt de utopie van ieders ideale maatschappij naar voren: het moet gaan over democratie, milieu, meedoen en integratie. Maar wat burgerschapsvorming precies is, blijft onduidelijk. Het wordt aan de samenleving, en dan met name het onderwijsveld, overgelaten om burgerschapsvorming naar eigen inzicht te interpreteren en uit te voeren. En wanneer men het eens wordt over de interpretatie van het begrip ‘Burgerschap’, volgen er de discussies over de te kiezen methode en lesmateriaal. Want ‘hoe’ vorm je een burger?
Leerlingen alleen volstoppen met regels die passen bij de huidige status quo is volgens mij niet zinvol. De maatschappij verandert immers voortdurend. Kinderen hebben recht op onderwijs dat hen voorbereidt op die samenleving. Ze hebben recht op sociale, emotionele en morele vorming. Op onderwijs dat normen en waarden niet oplegt, maar hen de kans geeft die vanuit zichzelf te ontwikkelen, met hun medemens als maatstaf. Zij gaan samen de maatschappij van de toekomst vormgeven. En daarbij hebben ze een kompas nodig, want ze reizen naar onbekend gebied.
Erasmiaans burgerschap
Morgen, 28 oktober, is het de geboortedag van Erasmus. De ideeën van Erasmus zijn zeer geschikt voor het ontwikkelen van zo’n moreel kompas. Zijn gedachtegoed is nog verassend bruikbaar in de hedendaagse samenleving. Erasmus pleitte voor een tolerante samenleving, waar echter ook grenzen werden gesteld. Hij wilde een vreedzame samenleving en wees alle vormen van geweld af, behalve het recht om je te verdedigen. Hij was kritisch en idealistisch en hechtte veel belang aan opvoeding en onderwijs. Hij windt er geen doekjes om, onderwijs moet meer zijn dan alleen kennis vergaren: ‘Niemand wordt voor zichzelf geboren’ en ‘Het is beter een varken te zijn dan een mens zonder beschaving en geweten’. Kortom: Burgerschapsvorming met als doel het ontwikkelen van een moreel kompas.
Huis van Erasmus ontwikkelt lesmateriaal dat juist hier handvatten voor biedt. Digitaal, modulair, voor de kleine uurtjes, maar wel met veel vragen aan de kinderen waardoor ze met elkaar in gesprek gaan. Leren van en met elkaar. Verschillende standpunten leren kennen en waarderen en zelf tot nieuwe inzichten komen. Met morele kwesties, waar ze samen over kunnen praten. Waarbij ze zelfkennis, een empathische houding en een ‘open mind’ kunnen ontwikkelen. Op deze manier hopen wij bij te dragen aan een inhoudelijke visie op burgerschap die je tegelijk heel praktisch kunt oefenen. Burgerschap als meesterschap.
Louise Langelaan
Huis van Erasmus
|