Het LAATSTE NIEUWS op het gebied van OMGEVINGSRECHT
View this email in your browser

OMGEVINGSFLITS nr. 375

4 november 2022

INHOUDSOPGAVE


Algemeen
   SAM Actualiteiten najaar 2022

Natuur
   Jachtrechten en relativiteit Natura 2000-gebied?

Natuur / Procesrecht
   Bouwvrijstelling in strijd met Europees recht & procesrechtelijke wetenswaardigheid

Planschade
   Planschade: rol bouwverordening en dubbelbestemming 

SAM Actualiteiten najaar 2022
Ook dit najaar zullen wij onze halfjaarlijkse actualiteitenmiddagen organiseren. Deelname is gratis, maar aanmelden is wel noodzakelijk.
Deze middagen zijn bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij overheden.
 
U kunt zich hiervoor opgeven en daarbij kiezen uit één van de onderstaande data:

  • dinsdag 1 november (verzorgd door Monique Blokvoort en Janike Haakmeester) in Baarn (aanmelden via link naar de website)
  • donderdag 10 november (verzorgd door Monique Blokvoort en
    Janike Haakmeester) in Deventer (aanmelden via link naar website)
  • donderdag 1 december de online-versie (verzorgd door Susan Schaap en Rob Wertheim) (aanmelden via link naar e-mailbericht)
TERUG NAAR BOVEN
Jachtrechten en relativiteit Natura 2000-gebied?
In de uitspraak van de AbRvS van 2 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3155 komen appellanten op voor de natuurbelangen in verband met een project. Het meest nabij het plangebied gelegen Natura 2000-gebied is het gebied "Rijntakken". Dat ligt op een afstand van ruim 1,2 km ten zuiden van het plangebied. De afstand tussen dit gebied en de percelen van appellanten bedraagt meer dan 1 km (Echteld) en meer dan 600 m (Ochten).
Appellanten hebben pas ter zitting gesteld dat zij jachtrechten hebben op gronden in of nabij de Rijntakken en dat hen daarom het relativiteitsvereiste niet kan worden tegengeworpen. Hoewel daartoe op zitting in de gelegenheid gesteld, hebben zij deze stelling niet nader geconcretiseerd. Gelet hierop ziet de Afdeling in de stelling over de jachtrechten geen aanleiding voor het oordeel dat sprake is van relevante verweving van de belangen van appellanten met de algemene belangen die de Wnb beoogt te beschermen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan
TERUG NAAR BOVEN
Bouwvrijstelling in strijd met Europees recht & procesrechtelijke wetenswaardigheid
Bouwvrijstelling
In de voor de praktijk belangrijke tussenuitspraak van de AbRvS van 2 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3159, is een oordeel gegeven over de partiële bouwvrijstelling (art. 2.9a Wnb en art. 2.5 Bnb). MOB procedeert in deze zaak over het inpassingsplan dat is vastgesteld en de omgevingsvergunningen die zijn verleend voor het Porthos-project, een project voor het transport en de opslag van CO2.
 
De voor die besluiten toegepaste bouwvrijstelling is niet in overeenstemming met het Europese natuurbeschermingsrecht. In een openbaarmakingszitting is de uitspraak via livestream bekendgemaakt door staatsraad mr. B.J. van Ettekhoven. Deze bekendmaking (en heldere toelichting) is hier nog terug te zien voor de liefhebbers.
 
De vrijstellingsregeling komt erop neer dat de stikstofdepositie die wordt veroorzaakt door een aantal bouwactiviteiten, niet meer afzonderlijk hoeft te worden onderzocht en beoordeeld. In deze zaak hadden de ministers deze regeling ook toegepast bij het nemen van besluiten over het Porthos-project.
 
In de rechtspraak van het Hof zijn voorwaarden gesteld over het meenemen van maatregelen in een voortoets of in een passende beoordeling. Bij het pakket aan maatregelen waarmee de wetgever de partiële bouwvrijstelling heeft onderbouwd, gaat het om zogenoemde ‘instandhoudings- en passende maatregelen’ als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn. Het is nodig dat die maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd en dat de verwachte voordelen daarvan vaststaan op het moment van het onderzoek. Bij het pakket aan maatregelen waarmee de wetgever de partiële bouwvrijstelling heeft onderbouwd, was dit niet het geval. Het overgrote deel van die maatregelen was namelijk nog niet daadwerkelijk uitgevoerd op het moment van het onderzoek.
De Afdeling heeft zich beraden over de vraag of, gelet op de specifieke kenmerken van de activiteiten waarvoor de partiële bouwvrijstelling geldt, in dit geval toch een onderzoek op een hoger schaalniveau mocht worden uitgevoerd (in plaats van een beoordeling op het niveau van individuele Natura 2000-gebieden).
 
Ook heeft zij zich beraden over de vraag of in dit geval toch alvast mocht worden vooruitgelopen op de verwachte voordelen van maatregelen die nog niet zijn uitgevoerd. De Afdeling kan deze vragen op dit moment - uitgaande van de regeling zoals die nu voorligt en zoals deze is onderbouwd - niet zelf met 'ja' beantwoorden. En hoewel de algemene belangen in deze zaak zeer groot zijn, ziet de Afdeling op dit moment ook geen aanleiding om hierover prejudiciële vragen aan het Hof te stellen.
Voor de praktijk betekent dit dat vooralsnog teruggevallen moet worden op de regeling zoals die vóór 1 juni 2021 gold.
 
Procesrecht
Procesrechtelijk is nog het volgende interessant. De initiatiefnemers van het Portos-project hadden 13 dagen voor de zitting in deze zaak nog een rapport met een ecologische beoordeling van de stikstofeffecten ingebracht. Daaruit volgde volgens hen dat er geen significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden waren. Zij bepleitten daarom instandlating van de rechtsgevolgen van de besluiten. Ministers noch MOB hebben zich daarover kunnen uitlaten. De AbRvS stelt MOB daarom in de gelegenheid te reageren op het rapport. Dat gebeurt dus met de onderhavige tussenuitspraak. Dat is bijzonder, want een tussenuitspraak kent de Awb alleen bij toepassing van de bestuurlijke lus, die bedoeld is om een bestuursorgaan een gebrek in het bestreden besluit te laten (artikelen 8:51a en 8:80a Awb).

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan en Rob
TERUG NAAR BOVEN
Planschade: rol bouwverordening en dubbelbestemming
Op 2 november 2022 heeft de AbRvS twee vergelijkbare uitspraken gewezen over planschadeverzoeken met betrekking tot de herontwikkeling van het Kerkplein in Arnhem. Het Kerkplein was voorheen onbebouwd. Het nieuwe bestemmingsplan staat bebouwing toe, waaronder een filmtheater. Twee aanliggende horecabedrijven vrezen omzetderving omdat het zicht op hun bedrijven is verminderd en de voormalige weekmarkt en evenementen op het Kerkplein niet meer mogelijk zijn. Het college van B&W wijst de verzoeken af omdat de schade voorzienbaar zou zijn vanwege de bouwverordening.
 
Bouwverordening
Het oude planologische regime wordt gevormd door de bouwverordening. Op grond van de bouwverordening was op het Kerkplein geen bebouwing toegestaan. In de bouwverordening was echter een ontheffingsmogelijkheid opgenomen, op basis waarvan – onder voorwaarden – bebouwing was toegestaan. In navolging van de planschadeadviseur oordeelde het college dat vanwege deze ontheffingsmogelijkheid de schade voorzienbaar was. De Afdeling overweegt dat aan één van de voorwaarden (evident) niet is voldaan. Om die reden hoefden de bedrijven geen rekening te houden met de ontwikkeling en was de schade dus niet voorzienbaar. Verderop in de uitspraak overweegt de Afdeling dat in de bouwverordening opgenomen ontheffingsmogelijkheden buiten beschouwing moeten worden gelaten bij de planvergelijking.
 
Dubbelbestemming nieuwe planologische regime
In het nieuwe bestemmingsplan is aan het Kerkplein (hoofdzakelijk) de bestemming Centrum toegekend. Op deze gronden is bebouwing toegestaan van maximaal 13 of 16 meter. Op grond van de dubbelbestemming zijn bij recht uitsluitend bouwwerken tot 30m² toegestaan of bouwwerken waarvoor niet dieper dan 40 cm gegraven moet worden. Bij omgevingsvergunning (voor een binnenplanse afwijking of voor het aanleggen) kan grotere bebouwing of kunnen omvangrijkere werkzaamheden toch worden toegestaan. Volgens de Afdeling is de bouw van onder andere het filmtheater dus bij recht niet toegestaan vanwege de dubbelbestemming. De omgevingsvergunningen zijn zelfstandige schadeoorzaken (art. 6.1 lid 2 en lid 6 Wro). Dit heeft het college niet onderkend. De Afdeling vernietigt de besluiten en draagt het college op om nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak. AbRvS 2 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3138 en ECLI:NL:RVS:2022:3142

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke
TERUG NAAR BOVEN
(0570) 760571
Monique Blokvoort
(026) 7024787
Ineke van Leeuwen
(035) 5431333
Janike Haakmeester
(06) 46842717
Susan Schaap
(038) 7601383
Rob Wertheim
(026) 7024787
Eelco de Jong
(033) 4656240
Jan Veltman
Bezoek onze website
Twitter SAM Advocaten
Website SAM Advocaten
LinkedIn SAM Advocaten
twitter over dit nieuws twitter over dit nieuws
stuur door stuur door
deel op je LinkedIn deel op je LinkedIn
Copyright © 2022 SAM Advocaten, All rights reserved.


Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list

Email Marketing Powered by Mailchimp