Bij Cring hebben we ervoor gekozen om te beleggen volgens academische principes. Dit is voor ons echt "beleggen"; anders heet het 'speculeren'. 

Wij beseffen wel dat niet iedereen in de beleggingswereld deze principes onderschrijft omdat die soms nogal in conflict kunnen komen met hun business model.  Hierin is het aspect van de kosten een supergevoelig onderwerp. 

Onze beleggingsstrategie is volledig opgebouwd met de verschillende onderdelen die het academische onderzoek over beleggen als "werkend op lange termijn en in alle markten" heeft gedefinieerd. 

Het principe

Beleggen moet je doen met de laagst mogelijke kosten. Dit principe pas je toe op elk aspect van de beleggingsprocedure. Of het nu gaat over het aantal transacties, of over de prijs per transactie of over de jaarlijkse beheerskosten : de kosten hou je zo laag mogelijk. Natuurlijk droomt iedereen van beleggen zonder kosten maar dat blijft voorlopig een theoretische wensdroom. 

De kosten in de Belgische fondsenmarkt

Alhoewel de Belgische markt niet bekend is voor zijn transparantie in het kostenverhaal, waren we toch enigszins verbaasd om op een studie over kosten te stoten op de website van de "Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten " (FSMA).

Hun opzet was drievoudig. 

1. Welke verschillende kosten zijn verbonden aan een fonds?
2. Welk kostenniveau betalen beleggers in Belgische fondsen? 
3. Wat is de impact van de kosten op het rendement?

Over punt 1 kunnen we kort zijn. De studie heeft het over drie soorten kosten. Bij Cring kennen we alleen lopende kosten in de vorm van jaarlijkse beheerskosten. Instap- of uitstapkosten kennen wij niet. Nochtans is het op de Belgische markt heel gewoon om instapkosten te vragen. Uitstapkost bestaat ook maar komt minder voor. 

Bij punt 2 vermelden wij de vork waartussen het gemiddelde zich situeert. Bij een algemeen gemiddeld niveau van 1.4% aan lopende kosten vermeldt de studie ook een laag  (1%) en een hoog gemiddelde (1.8%). Natuurlijk zijn er verschillen per type van fonds. Het gemiddelde voor een aandelenfonds zit op 1.4%, voor een obligatiefonds is het lager met 0.7%. Bij Cring zit een aandelenfonds op 0.35% en een obligatiefonds op 0.25%. Reken uit je jaarlijkse winst aan rendement! En dan maken we nog abstractie van de instapkosten zoals al eerder aangehaald. Daarover vermeldt de studie een gemiddelde van een stevige 2.3%. 

In het derde punt van de studie zit de belangrijkste boodschap. De impact op het rendement op lange termijn wordt gecatalogeerd als 'aanzienlijk'. Neem het voorbeeld uit de studie over een termijn van 10 jaar met een geschat rendement van 5% en een gemiddelde kost van 1.5%. Dan zouden de kosten ongeveer 40% van de gecreëerde meerwaarde 'opeten'. Er zijn nog veel andere berekeningsscenario's denkbaar die eigenlijk allemaal in dezelfde richting wijzen. Doe iets aan je kosten en je werkt aan je rendement.  

Conclusie van Cring

• De beleggingsmarkt is veel groter en veel gediversifieerder dan de Belgische fondsenmarkt. De wereld van fondsen met een Europees paspoort die perfect in België te koop zijn, staat open voor iedere particuliere belegger. 
• Er zijn op dat internationaal niveau fondsen verkrijgbaar die alles doen wat Belgische fondsen claimen te doen maar tegen veel lagere lopende kosten. 
• Geen instapkosten vragen is niet alleen een academisch gefundeerd principe maar kadert ook in een lange termijn relatie met de klant. 
• Beleggen zonder kosten blijft theorie. 
• Beleggen met zo laag mogelijke kosten op alle aspecten van het proces is een realiteit bij Cring. 

Tot binnenkort. Meer weten over onze fondsen, onze kosten of over onze aanpak? Kijk op onze website en boek je afspraak. 

Tot binnenkort. 

Lieven

Master in de personal financial planning

Antwerp Management School