Midden in de nacht brachten ze hem binnen,
dit is de Messias, zeiden de soldaten…
Zal best. Zit hier van alles… een Messias kan er nog wel bij.
Toch, Hij had iets. Het maakte ons, hier beneden in het duister, rustig.
Wij lagen aan kettingen, Hij ook. Hij sprak niet.
Het klinkt vreemd maar Hij gaf ons hoop,
voor God weet wat… hier is alles hopeloos.
Ach, dachten we, die wordt morgen wel vrijgesproken, godslastering! Hoezo?
We kwamen tot de slotsom dat dit alleen maar bangmakerij was.
Dat men Hem met zijn arrestatie wilde zeggen; houd toch op man met de Messias te spelen ..… als Hij dat zou inzien dan kwam het goed, met Hem…
Vanochtend werd hij opgehaald. Hij keek nog eenmaal om en knikte. We knikte vol bemoediging terug. Hij zag er goed uit, krachtig, jong. We missen hem nu al. Er gaat iets… van Hem uit. Weet niet hoe ik het moet zeggen…. Iets goeds of zo? Nee, liefdevol. Ja, dat is het woord, overstromend van liefde is Hij.
Maar zojuist, net voor de middag, hoorden we van de cipier dat de menigte op het plein krijsend had uitgeroepen; aan het kruis met Hem, kruisigen!
Vanmiddag zou het al gebeuren! We waren geschokt… als Hij!!!… Voor het eerst in al die maanden dat ik hier zat, werd het echt stil… we keken elkaar aan… ogen vol ongeloof, angst ook.
Och… het leven gaat door. Ook hier in onze menselijke hel. En op een gegeven ogenblik ga je dood. Zo is het toch? De cipier kwam ons vandaag een gek verhaal vertellen. Hij zei dat zijn volgelingen beweerden dat Hij leefde. Als een soort geest dan? Nee, ze beweren dat Hij leeft en onder ons is. Hoe dan? Hoe kan dat nu?
Lees verder