Beste Lezer,
Sinds afgelopen donderdag is het definitief. Op 8 mei mag ik mij verhouden tot verlammende, doorsnijdende, verdovende en andere krachten van een ziekenhuisopname en bijbehorende operatie. Naast de liefdevolle zorgzaamheid van het personeel en dierbaren.
Het bracht mij in gedachten onder andere even terug naar een ervaring 20 jaar geleden. Naar een spontane bewegingssessie op een qigong seminar met wijlen Shen HongXun. Tijdens het spontane bewegen kreeg ik een visioen waarin ik in mootjes werd gehakt, in een hele grote pan werd gegooid en gaar gekookt als offer aan zij die wat nodig hadden. Een merkwaardige ervaring. Zeg nou zelf. Voor sommigen is het misschien al vreemd om een visioen te hebben, maar voor mij was het ook zeker vreemd om er eentje te hebben met zo’n gruwelijk tafereel. Ik kan mij namelijk uit mijn hele leven zo 1-2-3 maar één nachtmerrie herinneren en die ging alleen maar over een onvoorbereid natuurkunde examen. Waarschijnlijk heb ik er meer gehad, maar veel indruk hebben ze dan dus niet gemaakt. Deze intense en indringende dagdroom, c.q. visioen, echter wel en vooral omdat het een ongekend diep bevrijdend gevoel gaf. Niet wat ik er destijds van zou verwachten.
Tien+ jaar later leerde ik over het bestaan van een Tibetaanse meditatie oefening met de naam ‘chöd’. ‘Chöd’ betekent letterlijk ‘doorsnijden’ en staat voor het doorsnijden van de gehechtheid aan je ikje met alles er op en er aan en de angst die je met je meedraagt voor als dat ikje gekwetst wordt, stuk gaat of helemaal over de railing van het leven vliegt. Je stelt je hierbij voor – even kort door de bocht – dat je vanuit iets dat veel groter en liefdevoller is dan je vastgegrepen ikje - je je lichaam in mootjes hakt, laat koken en dat alles - je raadt het misschien al - als offer aanbiedt aan behoeftigen.
Op zijn minst een extreem vrijgevige fantasie. Maar menigeen weet inmiddels vast al wel dat veel van wat we voor waar aannemen ook gewoon fantasie is en dat vrijelijk fantaseren veel van ons zelf of zelfs van ons Zelf tot leven kan brengen, nietwaar? Nou wisten die oude Tibetanen ook wel dat fantaseren, net als stellig zijn over wat waar is, soms een valkuil kan zijn en dus deden ze dat soort meditaties op plekken die ronduit angstaanjagend waren. Op een ‘kerkhof’, op het randje van een afgrond, een plek waar iedereen van dacht dat er boze geesten rond doolden, daar waar wilde dieren vertoeven, enz. Behalve met het doorsnijden van gehechtheid en vrijgevigheid, gaat deze meditatie dus ook over het zoeken naar een verlichte verhouding tot angst.
Binnenkort mag ik dus mijn chöd meditatie oefenen, c.q. mij liefst zo verlicht mogelijk verhouden tot angst, op de operatie tafel. Gelukkig zijn de omstandigheden mild, want ik word lokaal verdoofd (ruggenprik) en de edelsmeden van het menselijk lichaam werken achter een tentdoek. Maar toch. Als yogi of meditatie beoefenaar kom je dan tot bizarre afwegingen zoals: zet ik een koptelefoon op of ga ik juist luisteren naar de zagen en boren en de eventueel schokkende mededelingen die ze aan elkaar uitwisselen? :-) Of, als ik een koptelefoon opzet, zet ik dan muziek op of ga ik naar een lezing over chöd luisteren? Of liever naar traditionele chöd meditatie muziek die allicht meer op je inwerkt dan wat theorie. Soit, zo heeft ieder vak zo zijn afwegingen zal ik maar zeggen :-).
Vooralsnog voel ik nog geen angst. Heel eventjes voelde ik het voor het eerst toen ik de zwart-op-wit brief kreeg met de definitieve datum, het aantal nuchtere uren vooraf, enzovoort, enzovoort. Maar het was nog zo subtiel dat ik echt even mijn ogen dicht moest doen en heel stil moest worden om de energie van mijn angst goed te kunnen voelen. Het voelde best mooi eigenlijk. Straks, op de avond ervoor en de dag zelf, zal ik er ongetwijfeld véél meer energie van krijgen. En dan maar hopen dat ik dan nog steeds weet dat ik alleen maar meer van mijzelf voel en niet word overspoeld (door iets wat niet mij lijkt te zijn) en een morfine pilletje nodig heb of iemand die mijn hand moet vasthouden :-). We blijven immers mensen en dan kunnen we niet altijd heel en één met alles zijn, noch alles in ons eentje klaren.
Wat ik zeker ook hoop is dat ik straks, na de tweede operatie, volledig en liefst nog meer beschikbaar zal zijn voor KenKon en haar leden en bezoekers, vrienden, familie en meer. Er is nog veel dat ik met hen – jullie – wil doen en delen. Dat is het zeker waard om twee keer in de pan gehakt te worden!
Ik ben nieuwsgierig en hoop dat we dat allemaal zullen blijven, onder alle omstandigheden.
Hartelijke groet,
Sydney Leijenhorst